Gemeenten moeten verladers uitdagen nieuwe concepten voor stadslogistiek te ontwikkelen

goederenvervoerGemeenten moeten verladers uitnodigen om door innovatieve tendering en ketenoverstijgende samenwerking nieuwe concepten voor stadslogistiek te ontwikkelen. Dat is nodig om aan- en afvoer van een toenemende stroom goederen goed aan te kunnen.

Met de invoering van milieuzones door gemeenten, met Utrecht als recent voorbeeld, gaat dat niet lukken. Dit concludeert de Raad voor de leefomgeving (Rli) in het advies ‘Nederlandse logistiek 2040: designed to last’.

Het aantal vervoersbewegingen in gemeenten neemt toe als gevolg van de groei van e-commerce, retourlogistiek en service- en thuiszorglogistiek.

Nu al rijden elke dag meerdere pakketvervoerders die vaak slecht beladen zijn een woonwijk in om producten af te leveren die online besteld zijn. Bovendien rijden ze vaak voor niets omdat de ontvanger niet thuis blijkt te zijn. Deze stroom richting woonwijken neem toe, ook vanwege producten die retour gaan of gerepareerd moeten worden of leveringen van grondstoffen voor 3D-printers van consumenten.

De distributie in de stedelijke gebieden is complex. Naast stromen richting consument zijn er stromen om de winkels te bevoorraden, en om andere plaatsen zoals, bouwterreinen, zorginstellingen, onderwijsinstellingen, kantoren en bedrijven te voorzien van alles wat ze nodig hebben. Het resultaat is een groot aantal verschillende, mogelijk lastig combineerbare, en inefficiënte stromen.

De huidige oplossingen die deze stromen zouden moeten stroomlijnen zijn zeer divers: business-to-business concepten (zoals GreenCityDistribution, Binnenstadservice, Cargohopper), business-to-consumer (zoals PostNL, DHL, bijlage Begrippenlijst) en servicelogistiek. Elke stad ontwikkelt een eigen concept, wat onduidelijk is voor verladers en vervoerders.

Gemeenten moeten daarom verladers uitnodigen om door innovatieve tendering en ketenoverstijgende samenwerking concepten voor stadslogistiek te ontwikkelen. ‘Richt het beleid voor stadslogistiek op het resultaat: goederenstromen duurzaam beheersen. Stel heldere einddoelen voor een aantal effecten (onder andere uitstoot van geluid en lucht, maximaal aantal vervoersbewegingen, beladingsgraad voor zowel aan- als afvoer, servicelogistiek, betrokkenheid van alle stakeholders). De opstellers moeten aantonen dat deze concepten voldoen aan de einddoelen.’

Als voorbeeld noemt het rapport van de Raad Santander in Noord-Spanje, ’s werelds eerste ‘smart city’ maar je kunt het ook een Big Data city noemen. In de stad zijn tienduizend sensoren geïnstalleerd in het centrum (maar ook in taxi’s, bussen en politieauto’s) en inwoners van de stad kunnen ‘menselijke sensor’ worden met behulp van een smartphone applicatie.

Al het denkbare wordt afgemeten, waaronder licht, luchtdruk, temperatuur, vochtigheidsgraad en de continue stroom van auto’s en mensen Elke paar minuten sturen de sensoren hun data naar het hoofdkwartier in de universiteit, waar het wordt geanalyseerd en in verstaanbare vorm gegoten. Op deze manier krijgt het stadsbestuur toegang tot real-time informatie over de stad. Men kan er alles op aflezen, van milieuproblemen tot files, overvolle parkings, defecte lichten en watertekorten in het park.

Auteur: Redactie

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.