‘Parkeren bij bedrijven belasten’
De huidige wetgeving stimuleert het bezit van een auto van de zaak en leidt tot een sterke toename van woon-werkverkeer, meer privé kilometers in weekenden en een sterke stimulans van autobezit. Eén van de oplossingen zou zijn parkeerruimte bij bedrijven te belasten.
Dat stelt prof. dr. Jos van Ommeren van de Vrije Universiteit Amsterdam. Van Ommeren is projectleider van een onderzoek naar het effect van mobiliteitsmanagement door bedrijven, uitgevoerd door de academische onderzoeksgroep Duurzame Bereikbaarheid van de Randstad.
Het ligt volgens van Ommeren in de verwachting dat de belasting op autobezit verder omlaag gaat en de belasting op gebruik omhoog, mede onder invloed van Europese harmonisatie. Een auto aanschaffen om korte afstanden af te leggen, wordt daarom waarschijnlijk goedkoper. ‘De belangrijkste consequentie is dus dat huishoudens meer auto’s zullen afschaffen, die minder gebruikt zullen worden, en dat auto’s aanzienlijk groter zullen worden. Dit betekent voor de steden in de Randstad waarschijnlijk minder congestie maar veel meer vraag naar parkeerruimte.’ De belastingwetgeving stimuleert ook het bezit van een auto van de zaak omdat de huidige bijtelling voor werknemers veel minder is dan de kosten voor de werkgevers. Deze fiscale behandeling heeft dan ook belangrijke gevolgen voor de economie: woon-werkverkeer neemt sterk toe (gemiddeld met 16%), mensen rijden meer privé in de weekenden, auto’s van de zaak zijn groter en autobezit wordt ook sterk gestimuleerd. Kortom: de huidige fiscale behandeling van auto’s van de zaak frustreert initiatieven om autogebruik te verminderen, stelt van Ommeren.
Van Ommeren ziet in het parkeren de sleutel om het woon-werkverkeer te beperken. ‘In Nederland mogen werkgevers redelijk royaal onbelast vergoedingen geven voor woon-werkverkeer en ze mogen ook onbelast gratis parkeerruimte verstrekken. Het wordt bedrijven in feite zeer onaantrekkelijk gemaakt om efficiënt met ruimte om te gaan. Het belasten van woon-werkverkeervergoedingen en het niet meer gratis verstrekken van parkeerruimte zal grote consequenties hebben voor de verkeersvraag en het ruimtegebruik door bedrijven. Dit effect zal vooral sterk zijn in de centra van grote steden omdat daar de impliciete subsidie van parkeren het grootste is. Deze fiscale behandeling ligt echter zo gevoelig in de politiek dat we op korte termijn geen grote veranderingen verwachten’, aldus van Ommeren.
Een belasting op het gebruik van parkeerplaatsen is ook effectiever dan bijvoorbeeld de toepassing van mobiliteitsbudgetten. ‘Door privé en zakelijke kilometers goed te registreren, en met ‘knoppen’ als aantal spitsmijdingen, kostenefficiëntie of CO2-uitstoot goed gedrag te belonen, kunnen deelnemers aan het eind van de maand geld overhouden. Dat de fiscus hier vervolgens (tot 52%) inkomstenbelasting van afroomt, helpt niet. Beter zou zijn om auto’s van de zaak en het gebruik parkeerplaatsen zwaarder te belasten.’
