Bewegwijzeringsconflict suddert voort
De onenigheid over de beste manier om de bewegwijzering in ons land te organiseren duurt voort. Nadat eerder bureau Twijnstra en Gudde al constateerde dat het rommelt in bewegwijzeringsland, komt er nu een nieuw onderzoek om na te gaan welke aspecten van bewegwijzering tot het publieke domein behoren en welke aan de markt kunnen worden overgelaten.
De problemen ontstonden toen de bewegwijzering – tot dan toe in handen van de ANWB – vanaf 2003 openbaar aanbesteed moest worden. Sommige gemeenten en provincies bleven bij de ANWB, andere kozen voor andere aanbieders, zoals bijvoorbeeld Tebodin. Volgens een rapport van Twijnstra en Gudde leidde dit ertoe dat de inhoudelijke richtlijnen niet uniform worden toegepast en ook de actuele informatie over wegennetwerken niet voor alle wegbeheerders toegankelijk is. Volgens Twijnstra en Gudde heeft dit ertoe geleid dat de inhoudelijke richtlijnen niet uniform worden toegepast en ook de actuele informatie over wegennetwerken niet voor alle wegbeheerders toegankelijk is. Twijnstra pleitte daarom voor één landsdekkende databank om een effectief landelijk dekkend beleid inzake de waarborging van uniformiteit en continuïteit van bewegwijzering mogelijk te maken.
Minister Eurlings heeft nu aangegeven dat zijn ministerie een intermediaire rol wil vervullen bij het oplossen van de problemen. Maar eerst moet een onafhankelijke wetenschappelijke instantie onderzoeken welke aspecten van bewegwijzering tot het publieke domein behoren en welke aan de markt kunnen worden overgelaten. Ook hoe alles het beste organisatorisch kan worden ingevuld maakt deel uit van het onderzoek. Vertegenwoordigers van het ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, IPO, VNG, UvW en de ANWB begeleiden het onderzoek. Het is de bedoeling dat het voor de zomer wordt afgerond.
