Interview

Arjan Wiering (Munckhof): ‘Uiteindelijk wil iedereen een Coolblue-ervaring’

Arjan Wiering
Arjan Wiering, de nieuwe managing director van Munckhof. Foto: Munckhof

Ruim tien jaar werkte Arjan Wiering (44) in het openbaar vervoer bij vervoersmaatschappij Arriva, voordat hij in april vorig jaar aantrad als coo bij Munckhof. Ruim een jaar later is Wiering de nieuwe managing director van een van ’s lands grootste taxivervoerders. In een interview met deze website gaat hij onder meer in op het ‘ravijnjaar’ 2026 en de complexiteit van het contractvervoer. “Wat wij doen is maatwerk, het is niet one size fits all.”

Hoe voelt het om de nieuwe managing director van Munckhof te zijn?

“Dat voelt heel goed. Ik ben blij en trots dat ik Munckhof in deze nieuwe fase een gezicht mag geven. Dat doe ik overigens nog steeds samen met Patrick Straetemans en Tom Roefs. We gaan een bepaald pad met elkaar op en het is heel leuk om daar samen vorm aan te geven. Het zijn interessante tijden.”

Is dat het pad dat werd ingezet met de overname door Hansea, twee jaar geleden?

“Hansea is ons Belgische zusje. Het gezamenlijke bedrijf InfraMobility NV zit daar weer boven. Inmiddels zitten we in de fase waarin we steeds verder zoeken naar synergievoordelen, om zo onze propositie op de markt in de Benelux uit te bouwen.”

Dus binnenkort zien we de busjes van Munckhof in België rondrijden?

“Wij blijven natuurlijk hét gezicht van Nederland qua personenvervoer. Dat zal voor Hansea in België niet anders zijn. Het zijn allebei sterke merken die bekend zijn bij zowel klanten als opdrachtgevers. We gaan vooral gebruikmaken van elkaars kennis en expertise. Zo is Hansea heel sterk in het grootschalige (bus)vervoer, terwijl wij juist heel sterk zijn in het kleinschalige vervoer. Eén plus één is dan al gauw twee.”

Wat is het eerste dat je als managing director van Munckhof gaat veranderen?

“Er zijn weinig zaken die ik direct zou veranderen. Munckhof is op de plek gekomen waar ze nu staat door zijn continuïteit, betrouwbaarheid en aandacht voor zowel klanten als medewerkers. Dat zijn allemaal punten die ik eerder zou willen uitbouwen dan op z’n kop zou willen zetten.”

Wij moeten veel meer in staat zijn om oplossingen te leveren, in plaats van alleen leverancier te zijn

“Als directie hebben we altijd als drie-eenheid gefunctioneerd. Daar verandert niks aan. In die zin heb ik nu haast net zoveel invloed als in mijn vorige functie. Natuurlijk zullen bepaalde zaken anders gaan omdat de personen anders zijn, maar we gaan niet ineens een heel andere koers varen. We zijn een toonaangevende speler en willen dat ook blijven.”

Wat is daarvoor nodig?

“Het vervoer wordt steeds complexer. De vraagstukken die in de branche leven, van personeel tot materieel, vragen veel van vervoerders, maar ook overheden kampen met problemen. Hoe blijft mobiliteit gegarandeerd en betaalbaar? Wij moeten veel meer in staat zijn om oplossingen te leveren, in plaats van alleen leverancier te zijn van een product. Dat geldt niet alleen voor ons, maar voor de gehele branche.”

Wat betekent dat concreet?

“Als je in een leveranciersrol zit verandert er feitelijk niks, er wordt slechts continuïteit ingekocht. Volgens mij moeten we juist met elkaar kijken naar de uitdagingen van de toekomst en hoe we die gaan inkleuren. Dat betekent dat je verschillende vraagstukken een visie moet hebben, zoals de aansluiting met het openbaar vervoer of andere vormen van mobiliteit die momenteel worden aangeboden. Hoe ga je dat soort zaken ontgrendelen voor de gebruiker? Daar moeten wij een antwoord op formuleren, want uiteindelijk doen we het allemaal voor de reiziger.”

In dat kader: 2026 wordt nu al getypeerd als het ‘ravijnjaar’. Gemeenten lopen dat jaar naar verwachting zo’n drie miljard euro mis vanwege bezuinigingen, met financiële tekorten als gevolg. Het doelgroepenvervoer zou zomaar eens het kind van de rekening kunnen worden. Hoe kijk jij daar tegenaan?

“Je hoopt natuurlijk dat dit soort financiële veranderingen niet de visie veranderen en dat dit een kortstondige hick-up is. Aan de andere kant: het kan ook een reden zijn om over innovatie na te denken en kritisch te zijn op wat wij eigenlijk leveren. Er zijn veel dingen die beter kunnen en misschien ook wel beter moeten. De vraag is echter: wanneer is er noodzaak om dat te doen? Soms dwingt een budgetverandering tot het kijken naar creatieve oplossingen.”

Moeten jullie als branche meer op de voorgrond treden?

“Dat is zeker een punt waar je als partners met elkaar aan moet werken. Als je alleen maar uitvoerder bent, dan kom je nooit verder. Je zal altijd met elkaar in gesprek moeten over de uitdagingen en wat beide partijen daarin voor elkaar kunnen betekenen. Het gaat er uiteindelijk om dat je met elkaar bezig bent om iets te bereiken. Wat wij doen is allemaal maatwerk en niet one size fits all. We kunnen niet zeggen: dit is de oplossing en zo gaan we het doen. Morgen kan namelijk zomaar weer anders zijn dan vandaag.”

Hoe maak je het belang van je product duidelijk als de opdrachtgever minder te besteden heeft?

“Daar ben je altijd al met elkaar over in gesprek. Misschien vanuit een ander vertrekpunt, maar we hebben altijd hetzelfde belang. Hoe kunnen we het vervoer het beste organiseren en hoe komen we daar gezamenlijk het beste uit. Tijdens dat soort gesprekken heeft het weinig zin om, met het contract in de hand, je bokhouterig op te stellen. Dat werkt overigens ook de andere kant op. Als ik met uitdagingen zit waar ik weinig tot geen invloed op heb, dan verwacht ik dat mijn opdrachtgever meedenkt en dat we samen werken aan een structurele oplossing. Dat mogen zij namelijk ook van ons verwachten.”

Natuurlijk zullen bepaalde zaken anders gaan, maar we gaan niet ineens een heel andere koers varen

“Ik geloof heel erg in ontwikkeling en innovatie als een rode draad die door een contract heen loopt. Daarmee dwing je elkaar om iedere dag beter te worden en dat is natuurlijk wat iedereen wil. De norm van vandaag is leuk, maar uiteindelijk wil iedereen een Coolblue-ervaring.”

Een ander punt wat de branche al enige tijd in zijn greep houdt, is het voortdurende chauffeurstekort. Hoe kijk jij daarnaar?

“Het chauffeurstekort is een feit, dat kan ik helaas niet ontkennen. Maar als ik naar onze eigen organisatie kijk, dan hebben wij iedere maand een positief saldo ten aanzien van de groei van ons personeelsbestand. De vacatures nemen af en we zijn steeds beter in staat om iedereen goed te bedienen, maar het is nog niet op het niveau van wat we enkele jaren geleden gewend waren. Dus ja: het chauffeurstekort bestaat, maar ik denk wel dat het minder wordt.”

Waarom?

“Demografisch gezien hebben we de wind niet mee. Er gaan steeds meer mensen met pensioen en er blijven minder werkenden over, dus daar liggen zeker uitdagingen. Aan de andere kant zie je dat er ook veel mensen zijn, die op latere leeftijd ervoor kiezen om ander werk te gaan doen. Veel van hen doen dit werk uit overtuiging en zingeving. Zij voelen zich enorm gewaardeerd en leveren een maatschappelijke bijdrage. Dat is wat veel mensen drijft en waar we het van moeten hebben.”

Tijdens de coronacrisis hebben veel chauffeurs de overstap gemaakt naar andere sectoren, zoals bijvoorbeeld het openbaar vervoer. Ziet Munckhof die groep terugkeren?

“Toen ik nog in het openbaar vervoer werkte heb ik die beweging zeker gezien, maar andersom zie ik het niet zo snel gebeuren. Wij zijn in de basis een beroep waarin je jezelf kan ontwikkelen, een soort opleider. De weg andersom is dan vaak lastiger.”

“Wat ik wel zie is dat veel mensen vanuit het openbaar vervoer naar ons toekomen om touringcar te rijden. Dat vinden ze vaak veel leuker. Het is ander soort werk, met ander soort ritten en meer afwisseling.”

Wat wil je vóór het einde van dit jaar bereikt hebben?

“Ik kan je een heel lijstje met punten geven, maar die hebben allemaal met elkaar te maken. Waar ik voor wil zorgen is een gezonde bedrijfsvoering waar medewerkers zich in kunnen vinden, waarin we een uitmuntende service leveren aan onze klanten en dat iedereen met een glimlach naar z’n werk gaat. Ik denk dat dat het hoogste is wat je kan bereiken, voor zowel de klant als je eigen medewerkers.”

Munckhof is een van de grootste bedrijven in Nederland op het gebied van contract- en doelgroepenvervoer. De vervoersorganisatie is in verschillende steden actief, waaronder Amsterdam. Munckhof heeft 25 verschillende vestigingen en 1.400 eigen voertuigen. Dagelijks worden er zo’n 30.000 personen vervoerd.

Auteur: Olivier Smits

Olivier Smits is redacteur van Mobiliteit.nl en TaxiPro.