Auto blijft terrein winnen

Ook na 2030 is de auto dominant. Het fietsgebruik blijft min of meer gelijk. Tenzij de e-bike alle ruimte krijgt.

Dat blijkt uit de Nationale Markt- en Capaciteitsanalyse 2017 van het ministerie van IenM. De analyse komt eens in de vier jaar uit en geeft een beeld van de ontwikkeling van de mobiliteit op de lange termijn.

Het huidige Infrastructuurfonds loopt tot en met 2030. De nieuwe vervoer- en verkeersanalyse geeft voor een nieuw kabinet aan wat de te verwachten opgaven zijn na 2030, als alle lopende infrastructuurprojecten zijn uitgevoerd.

De analyse laat zien dat de mobiliteit in het personen- én het goederenvervoer toeneemt. In het personenvervoer is deze groei het sterkst is in-, rond- en tussen de grotere steden. Het goederenvervoer groeit sterk op de achterlandverbindingen. De opgaven voor de langere termijn liggen in de stedelijke gebieden en op de (achterland) verbindingen vanuit de Randstad. In het personenvervoer doen de grootste opgaven zich voor in de regio’s Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Utrecht en Eindhoven op zowel de weg als in het openbaar vervoer.

De groei van mobiliteit in aantal kilometers is niet evenredig verdeeld over de verschillende vervoerwijzen. De groei is vooral zichtbaar bij de auto – met 17% in een laag groeiscenario tot 44% in een hoog groeiscenario – en trein (+27%  tot +45%). In mindere mate is er groei bij bus, tram en metro (+8%  tot +31%). Het totale aantal fietskilometers (als hoofdvervoerwijze) zal tot 2040 alleen in het hoge scenario groeien (+3%), in het lage scenario voorspellen de modellen een beperkte afname van het aantal kilometers (-4%). In de steden sprake van sterkere groei van de fiets.

De fiets en lopen leveren in als gevolg van het stijgende gebruik van de auto en OV. Dit laatste komt weer door de dalende kosten van betaald vervoer en verbeteringen in het netwerk. Lopen en fietsen nemen, in lijn met de groei van het gebruik van het OV, wel toe in het voor en natransport (+15%  tot +30%).

Het totaal aantal voertuigverliesuren blijft in 2030 in het lage scenario vergelijkbaar met het niveau in 2014. Dit is een daling ten opzichte van de situatie in 2016. In het hoge scenario stijgen de files met circa 70% ten opzichte van 2014.

De ontwikkeling van de zelfrijdende auto en platooning trucks kunnen van grote invloed zijn op de mobiliteit in Nederland, aldus de analyse. Voor 2040 wordt verwacht dat op het hoofdwegennet 40% van de vrachtauto’s kan platoonen en 30% van de auto’s ‘coöperatief’ kan rijden. De daling van het aantal verliesuren op het hoofdwegennet dat hier uit voortkomt (28%) wordt echter voor een groot deel weer opgevuld door een toename van de vervoersvraag. Uiteindelijk komt het aantal voertuigverliesuren 9% lager uit dan voor het hoge scenario is becijferd.

Het totale fietsgebruik kan overigens veel sterker toenemen bij verdere verbetering van de e-bike en het fietsnetwerk en wel met 28%.  Daar is dan wel extra beleid voor nodig, aldus het rapport.

Ontwikkeling per vervoerwijze naar aantal verplaatsingen (links) en kilometers (rechts) 2014 – 2040 (bron: Nationale Markt- en Capaciteitsanalyse 2017 / min. IenM )

Auteur: Redactie

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.