‘Gemeentelijke parkeernorm kan soms fors omlaag’

Geparkeerde auto's. Foto: Askar karimullin / iStock
Geparkeerde auto’s. Foto: Askar karimullin / iStock

Hoge gemeentelijke parkeernormen hebben steeds vaker een sterk remmend effect op nieuwe woningbouw, ziet senior adviseur Frank Aalbers van Goudappel Coffeng. Zo’n parkeernorm kun je echter niet generiek verlagen, stelt Aalbers. Dat vergt maatwerk en daarbij kan een goede data-analyse een groot verschil maken.

Er is een brede maatschappelijke behoefte om de bouw van (sociale) woningen te bevorderen. En er bestaat tevens een duidelijke wens om gezonde en omgevingsvriendelijke vervoerwijzen te stimuleren. Dat draagt immers bij aan een aantrekkelijke en duurzame woonomgeving. De verleiding bestaat dan om de norm voor het aantal parkeerplaatsen generiek te verlagen en zo woningbouw financieel haalbaar te maken, of om bewoners het bezit en gebruik van auto’s te ontzeggen.

Er worden verschillende argumenten gebruikt om gemeentelijke parkeernormen te vertalen in een echt passende parkeereis voor woningbouw die nog gerealiseerd moet worden. Denk daarbij aan de ligging van woningen ten opzichte van winkels, scholen en andere voorzieningen, het realiseren van loop-, fiets- en OV-voorzieningen en het aanbieden van deelauto’s en deelfietsen.

Goed onderbouwd

“Maar dan zijn we er nog niet,” weet Aalbers. “We moeten mogelijkheden voor MaaS-concepten, het aanbod van parkeervoorzieningen – al dan niet gereguleerd en/of op afstand- én het huidige en toekomstige autobezit van de beoogde doelgroep van de woningen natuurlijk niet vergeten. Allemaal argumenten die, mits goed onderbouwd en volgens een consequente beleidslijn toegepast, gebruikt kunnen worden om te komen tot reële parkeernormen voor de betreffende woningbouwontwikkeling.”

Maar, zo betoogt Aalbers: dan moet er wel maatwerk worden geleverd. “Dit zorgt ervoor dat een gemeente een reductie op de vigerende parkeernorm goed kan onderbouwen. Het ‘zomaar’ voor één bepaalde ontwikkeling of voor één bepaald type woning reducties toepassen kan door precedentwerking binnen de gemeente tot problemen leiden. En het is, hoe goed bedoeld ook, juridisch mogelijk niet houdbaar.”

Microdata

Maar hoe kun je het verlagen van parkeernormen dan wel zorgvuldig onderbouwen? Aalbers: “Een goed vertrekpunt zijn analyses van bestanden over autobezit en leaseauto’s per type woning, op buurtniveau. Deze bestanden zijn gemaakt op basis van CBS-microdata. Dit kan worden gecombineerd met data over in woonwijken geparkeerde bedrijfsauto’s en auto’s met buitenlandse kentekens. Zo kom je tot het inzicht dat veel gemeenten kansen laten liggen om goed en zorgvuldig onderbouwd te komen tot parkeernormen die aansluiten bij wat écht past.”

Mobiliteit op maat

Uit een aantal gemeentelijke analyses van Goudappel Coffeng op basis van dit ‘microdata-bestand’ lijken reducties tot 40 procent op gemeentelijke parkeernormen voor bepaalde typen woningen mogelijk. “En dat dan alleen al op basis van autobezit”, benadrukt Aalbers. “Verdere reducties vanwege ligging en/of doelgroepen zijn ook dan vaak nog haalbaar.”

Volgens Goudappel Coffeng zijn dit inzichten die in deze tijd, bij het aanjagen van de woningproductie én van slimme en duurzame mobiliteit, tot nadenken zouden moeten stemmen. Aalbers: “Dan realiseer je als gemeente pas écht gebieden met een eigen profiel; mobiliteit op maat met bijbehorende parkeernormen. Maatwerk dat voor iedere gemeente binnen handbereik is omdat de informatie vanuit de data over autobezit en leaseautogebruik bij ions beschikbaar is. Wij kunnen deze data in handzaam beleid vertalen.”

Auteur: Vincent Krabbendam

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.