Goudappel

Mobiliteitsadviseur Christian Evers: ‘Werkgevers, koester de fietser!’

Fietsstimulering forenzen
Meer forenzen stimuleren om met de fiets naar werk te reizen, heeft veel voordelen voor de werkgever. FOTO MARCO DE SWART

Hoe krijgen bedrijven meer werknemers op het zadel, in plaats van achter het stuur? Het is een vraag waar Christian Evers zich als adviseur Mobiliteit & Ruimte bij Goudappel zich intensief mee bezig houdt. Hij heeft de afgelopen jaren menig bedrijf en overheidsinstantie van binnen gezien, om te adviseren over fietsstimulering. “Zet de fietser nou eens in het zonnetje.”

Als Christian Evers bij een werkgever zit, benadrukt hij het altijd nog maar eens: “Koester en verwen die fietser nou. Laat zien dat je het waardeert.” Ook aan de bijdrage die fietsstimulering levert aan brede welvaart, moet volgens Evers niet voorbij worden gegaan. “Er zitten zoveel goede kanten aan fietsen. Dit weten we allemaal wel, maar onbewust zit er nog zoveel focus op die auto. Die gewoonte moet doorbroken worden.”

Fatsoenlijke fietsenstalling

Het begint al met het verschil tussen parkeergarages en fietsenstallingen, zo heeft Evers ervaren. Hij vindt dat er onbewust heel duidelijk gecommuniceerd wordt richting medewerkers dat die auto heel belangrijk is. “Ga naar een gemiddeld bedrijf toe en zie het verschil in beleving voor de automobilist en de fietser: als automobilist kom je lekker aanrijden, je doet je raampje open, de slagboom gaat omhoog en je parkeert de auto dicht bij de deur. Die automobilist voelt zich heel erg bevestigd: ik zit hier goed. Die voorzieningen zijn allemaal heel normaal voor de automobilist.”

Nee, dan de fietser. “Ondertussen staan fietsers in een krappe, stalen fietsenstalling, moeten ze zelf de deur open doen en met een beetje pech moet de fiets nog in zo’n bovenstalling getild worden ook. Onbewust communiceer je daar al een verschil van status mee”, vindt hij.

Evers probeert werkgevers kritisch na te laten denken over bijvoorbeeld hun volgende investeringen. “Een slagboom kost zo 10.000 euro, maar daar kun je ook een hele fatsoenlijke fietsenstalling voor neerzetten. Maak die keuze. Verwen ze nou ’s wat meer. Doe automatisch het hek voor ze open en zorg voor genoeg ruimte voor alle type fietsen. Zet de fietser in het zonnetje.”

‘Zoete en zure maatregelen’

De automobilist uit de auto krijgen, is volgens Evers altijd een combinatie van ‘zoete en zure maatregelen’. Een zoete maatregel is het belonen van duurzaam reisgedrag door werkgevers. Bijvoorbeeld met een hogere reiskostenvergoeding voor medewerkers die met de fiets komen of met het zorgen voor ‘een fiets van de zaak’.

“Qua ‘zure’ maatregel is het aanpassen van je parkeervoorziening het meest effectief”, vertelt hij. “Zo weet ik van een ziekenhuis dat er parkeermaatregelen zijn genomen waarbij medewerkers een hoger tarief voor parkeren betalen, naarmate ze dichterbij wonen. Vanaf elke kilometer die erbij komt, wordt het tarief steeds iets lager. Door dat gefaseerd te doen, kun je het ook goed uitleggen.”

Laaghangend fruit

Er is volgens de adviseur Mobiliteit & Ruimte nog veel laaghangend fruit, om meer mensen op de fiets te krijgen. “Er zijn zoveel mensen die binnen 7,5 kilometer wonen en toch met de auto komen.”

Het begint volgens Evers allemaal bij het durven neerzetten van een visie op duurzame mobiliteit door werkgevers. “Dat is een belangrijke eerste stap. Vaak zijn werkgevers bang om grote stappen te zetten en arbeidsvoorwaarden en parkeerregelingen aan te passen. Maar begin eerst met een visie te schrijven en ga dit actief communiceren. Het hoeft niet meteen tot grootschalige aanpassingen te leiden, maar dan ligt er de volgende keer als je een gesprek hebt met de Ondernemingsraad wel een visie op tafel en kun je het benoemen. Dan komt het wel in beweging.”

De voordelen voor werkgevers van meer fietsende medewerkers zijn bij iedereen bekend. “We weten allemaal dat je werknemers er vitaler van worden, dat het de productiviteit ten goede komt”, vervolgt Evers. “Durf je je wat meer te profileren als een duurzame en gezonde werkgever? Het zijn geen onderwerpen om je voor te schamen richting je medewerkers. Laat zien waar je voor staat als werkgever.”

Grote bedrijven vs. mkb’s

Evers snapt maar al te goed dat er niet één mal is voor alle bedrijven, waarin ze hun mobiliteitsbeleid kunnen gieten. “Het is altijd maatwerk. Elk bedrijf heeft weer andere belangen. Grote bedrijven hebben vaak parkeerproblemen, dus dat is dan vaak een goede aanleiding om met fietsen aan de slag te gaan. Tegelijkertijd kan daar de angst spelen dat ze werknemers tegen de borst stuiten, als ze gaan sleutelen aan een parkeernorm.”

Voor de kleinere werkgevers, de mkb-bedrijven, geldt een andere benadering. “Wat daar vooral speelt: ze hebben niet de mankracht of de capaciteit om even iemand vrij te maken om hierover na te denken. Er is geen tijd om een arbeidsvoorwaardenplan te maken.”

Het voorbeeld van de parkeerregeling bij het ziekenhuis sluit weer niet aan bij een mkb-bedrijf en andersom, wil Evers maar zeggen. “Het hangt van heel veel zaken af: het type bedrijf, waar je gevestigd bent, hoe groot je bent, welke sector je zit. Het is daarom een goede zaak dat er vanuit de overheid steeds meer hulp wordt aangereikt om de overstap te maken, vindt hij.
Een goed voorbeeld hiervan is de website van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat kiesdefiets.nl. “Daar zijn alle overheidsmaatregelen op een rijtje gezet met wat je kunt doen. Er is dus geen reden om die tools niet te gebruiken.” Ook raadt hij bedrijven aan contact te zoeken met opgezette regionetwerken, die werkgevers helpen met duurzame mobiliteit. “Dan heb je veel meer op lokaal niveau voorbeelden die jou echt aanspreken.”

Center Parcs-principe

Zijn ervaringen binnen de kopgroep ‘Brede welvaart’ van Goudappel hebben Evers zeker bewuster gemaakt van thema’s als bijvoorbeeld het ruimtegebruik van de auto, geeft hij toe. “De modal shift van auto naar fiets tikt eigenlijk alle doelen wel aan van brede welvaart. Aspecten als gezondheid, ruimtelijke inrichting, duurzaamheid en leefbaarheid komen heel erg naar voren als je het hebt over het meer gebruiken van de fiets. Zeker in de woonwijken zijn we beter af met minder auto en meer fietsen.”

De term ‘Center Parcs-principe’ vat dit volgens Evers goed samen: “Daar hechten we waarde aan ruimte en groen en geen gevaar van rondrijdende auto’s. Een stukje naar je eigen auto lopen hoort daarbij. Zo kunnen we de woonwijken ook wel wat meer inrichten.”

Lees ook:

Auteur: Marloes Kanselaar

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.