Uber deelt verkeersdata uit regio Amsterdam

Uber Movements. FOTO Uber

Taxidienst Uber maakt reisdata uit de regio Amsterdam openbaar. Via een speciale service, Uber Movement, kan iedereen die wil, zien welke routes Ubertaxi’s afgelegd hebben. Deze gegevens kunnen beleidsmakers helpen bij het maken van beslissingen, bijvoorbeeld investeringen in infrastructuur.

Uber Movement laat zien van welke plek naar welke plek mensen met een Uber reizen. Zo is bijvoorbeeld te zien wat er afgelopen zomer gebeurde toen de westelijke A10 wekenlang was afgesloten voor werkzaamheden. Mensen waren langer onderweg, maar ritten van noord naar zuid hadden meer last van de afsluiting dan ritten van zuid naar noord.

Geanonimiseerd

De informatie is gebaseerd op gegevens uit de app die Uber-chauffeurs gebruiken tijdens hun ritten. Die gegevens zijn op een hoop gegooid en geanonimiseerd. Uber wil niet zeggen hoeveel ritten in Amsterdam worden uitgevoerd en hoeveel klanten er zijn. Wel laat het bedrijf weten dat er ruim 2000 mensen zijn die minstens één keer in de week als chauffeur rondrijden.

In de toekomst is het mogelijk om andere informatie toe te voegen. Zo zou Uber Movement kunnen laten zien waar chauffeurs hard op de rem trappen. Dat kan iets zeggen over de afstelling van stoplichten of over de staat van het wegdek.

Volgende stap

Uber zelf heeft geen direct commercieel belang bij het project, zegt een woordvoerster: “Voor ons is het een volgende stap in de samenwerking met de gemeente. We verzamelen veel data over verkeersstromen en we willen iets teruggeven aan de steden waar we actief zijn. Een goede relatie met gemeenten is voor ons van groot belang.”

Amsterdam is een van de twaalf steden waar de dienst beschikbaar is geworden. Ook in bijvoorbeeld Nairobi, Toronto en Caïro is Uber Movement nu te raadplegen. De service was al actief in zeven andere steden, waaronder Londen en Parijs. Uber wil later ook andere steden toevoegen, maar kan nog niet zeggen welke steden dat zijn en wanneer het gebeurt.

ANP

Onderwerpen: , , ,

Auteur: Jan Pieter Rottier

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.