Reiziger staat open voor flexwerken, fietsen en strenger parkeerbeleid

Het aantal werkenden dat vijf dagen per week de auto neemt, nam de afgelopen twee jaar licht af. Daarnaast reist 40 procent van hen die met de auto naar het werk gaan, buiten de spits. Van de groep die wel in de spits reist, wil 65 procent liever buiten de spits reizen.

Dat blijkt uit de Gedragsmeting, een onderzoek van platform Beter Benutten naar reisgedrag en de motieven en belemmeringen die daarbij een rol spelen. 18.000 mensen deden afgelopen jaar mee aan het onderzoek. De uitkomsten bieden volgens de onderzoekers meerdere aanknopingspunten voor beleid gericht op het terugdringen van files. Ze noemen het stimuleren van flexwerken en fietsen naar het werk en het voeren van strenger parkeerbeleid.

Auto meest gebruikt

De auto is nog steeds het meest gebruikte vervoermiddel om van en naar het werk te gaan: zes op de tien werkenden stappen er minimaal één dag per week in. Wel blijkt dat het aandeel werkenden dat vijf dagen per week de auto pakt tussen 2015 en 2017 licht afneemt  – van 31 procent naar 28 procent.

Circa 40 procent van de werkenden die met de auto reist, reist (ook) buiten de spits. Van deze groep doet 30 procent dit om files te mijden. In totaal wil 65 procent van de werkenden die met de auto in de spits reist, toch liever buiten de spits reizen. 35 procent kan dit echter niet: zij hebben geen mogelijkheden om bijvoorbeeld thuis, op flexibele tijden of op een andere locatie te werken.

Flexwerken

De mogelijkheden hiervoor nemen sinds 2012 wel consequent toe. In dat jaar kon ongeveer een kwart van de werkenden hun werktijden flexibel indelen en/of thuiswerken; afgelopen jaar is dit toegenomen tot circa 40 procent. Ook het aandeel werkenden dat op een andere locatie kan werken is toegenomen – van 11 procent in 2012 tot 20 procent in 2017.

De mogelijkheden om thuis te werken worden ook beter benut door werknemers. In 2013 werkte slechts één op de acht werkenden minimaal één dag per week thuis; in 2017 nam dit aandeel toe tot één op de vijf.

Deze uitkomsten bieden volgens de onderzoekers potentie voor beleid hiervoor. Zo zouden overheden en werkgevers flexibel werken naar tijd en plaats (nog meer) kunnen stimuleren. Ook voor strenger parkeerbeleid is ruimte, zien ze. Parkeergelegenheden op het werk terugbrengen en betaald parkeren invoeren zijn volgens hen belangrijke drijfveren voor werknemers om een ander vervoersmiddel te pakken of om thuis te werken.

Gratis parkeren

Bijna alle werkenden die met de auto naar het werk reizen, beschikken over een parkeerplaats op het terrein van de werkgever, in een parkeergarage, in de straat of op een parkeerterrein nabij de werkplek. Voor 80 procent van hen is het parkeren gratis, of wordt dit door de werkgever vergoed.

Gevraagd naar de gedragsreactie als de werkgever deze parkeerplaatsen niet langer aanbiedt, geeft 20 procent aan met een ander vervoermiddel te reizen of thuis te werken. Bij het invoeren van betaald parkeren is de reactie hetzelfde.

Fietsen stimuleren

Fietsen van en naar het werk stimuleren is ook een goed middel om files terug te dringen, stellen de onderzoekers. Vooral op de korte afstanden is nog winst te behalen, zien ze. Van de werkenden die maximaal 7,5 kilometer naar hun werk moeten reizen, neemt 63 procent minimaal één keer per week de fiets of e-bike. Voor afstanden van 15 km gebruikt de helft van de werkenden de fiets of e-bike minimaal één keer per week.

Het aandeel werkenden dat minimaal één keer per week de fiets pakt is stabiel gebleven in de periode 2012-2017, maar varieert per regio van 43 procent tot 64 procent, kijkend naar afgelopen jaar. Het gebruik van de e-bike steeg licht in de afgelopen 5 jaar. Het aandeel varieert per regio van 4 tot 13 procent, kijkend naar 2017. Gezondheid, snelheid, prijs, positieve milieueffecten en comfort zijn belangrijke motivaties om te gaan fietsen.

Auteur: Jan Pieter Rottier

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.