Engels rapport: 80 procent van de verkeerslichten kan weg

Je kunt 80 procent van de verkeerslichten weghalen. Dat is niet alleen goed voor de doorstroming, ook de verkeersveiligheid vaart er wel bij. Dat zeggen Engelse wetenschappers van het Institute of Economic Affairs in een rapport.
In het rapport ‘Seeing Red, traffic controls and the economy’ trekken de Londense wetenschappers van leer tegen de in hun ogen ongebreidelde toename van het aantal verkeersmaatregelen gedurende de afgelopen twintig jaar.
Volgens de onderzoekers heeft dat grote economische consequenties met zich meegebracht. Als een autorit twee minuten langer duurt, kost dat op de schaal van heel Engeland jaarlijks ongeveer 16 miljard pond wat overeenkomst met 1 procent van het bruto binnenlands product, zo hebben ze becijferd.
Sinds 2000 is het aantal verkeerslichten in Engeland met 25 procent toegenomen, terwijl het aantal voertuigen met niet meer dan 5 procent groeide en de lengte van het wegennet met 1,3 procent toenam. En de eerste snelheidscamera werd geïnstalleerd in 1992, in 2012 waren er al 3000.
Ook het aantal verkeersdrempels is enorm toegenomen. Sinds de introductie in het begin van de 80-er jaren, zijn er in Engeland 60.000 bijgekomen. En het aantal verkeersborden is eveneens de pan uit gerezen. Tussen 1993 en 2013 kwamen er 300.000 parkeerverbodsborden bij en het aantal snelheidsborden verdubbelde tot 440.000.
Dat alles leidde niet alleen tot langere reistijden – en daardoor tot minder werkgelegenheid binnen redelijke reisafstand – ook de milieukosten namen toe: remmen en weer optrekken leidt tot meer brandstofverbruik, uitstoot en geluidoverlast.
Verkeersmaatregelen worden vaak genomen met de verkeersveiligheid als motief. Maar die effecten zijn discutabel, vinden de wetenschappers. Weliswaar is ook in Engeland het aantal verkeersslachtoffers de afgelopen jaar sterk gedaald, die daling trad al in voordat veel van de huidige verkeersmaatregelen zijn genomen. Andere factoren hebben daarbij een belangrijker rol gespeeld, zoals veiliger voertuigen en vermindering van rijden onder invloed, de vergrijzing, enzovoort.
Een alternatief zien de onderzoekers vooral in de toepassing van Shared Space, waarbij verkeerslichten, borden en wegmarkeringen overbodig worden. Ze illustreren dat aan de hand van een aantal voorbeelden.
In Ashford was sprake van een daling van 41% van de letselongevallen in de eerste drie jaar na de introductie van een dergelijke inrichting. In Portishead vielen de verkeerslichten uit in juni 2009 en de files verdwenen. In Poynton leidde het verwijderen van verkeerslichten, bebording en paaltjes in combinatie met smallere rijbanen tot kortere reistijden buiten de spits en een reductie van het aantal ongevallen met 70 procent. En ook noemen de onderzoekers het Nederlandse Drachten als voorbeeld van een succesvolle toepassing van Shared Space.

Als concrete maatregel wijze ze verder op het zogenaamde ‘Filter in turn systeem’ zoals toegepast op het Engelse eiland Geurnsey, waarbij een gele wegmarkering aangeeft dat alle richtingen gelijke rechten hebben en dat je om en om de kruising op moet rijden.

Verder pleiten de onderzoekers voor een meer decentrale aanpak van verkeersmanagement, te beginnen met het afschaffen van rijkssubsidies voor dergelijke maatregelen.

Onderwerpen:

Auteur: Redactie

1 reactie op “Engels rapport: 80 procent van de verkeerslichten kan weg”

Redactie|01.03.16|14:54

Atze Dijkstra – SWOV

Het rapport Seeing Red neemt duidelijk stelling door nut en noodzaak van bestaande verkeersmaatregelen ter discussie stellen. Verkeerslichten zijn volgens het rapport zelden nodig; zonder die lichten stroomt het verkeer beter door. In Nederland gaat dit niet op: verkeerslichten worden alleen op kruispunten geplaatst als de hoeveelheid autoverkeer een grens overschrijdt waarboven de doorstroming ernstig zou worden belemmerd. Kruispunten met minder autoverkeer die eerst met verkeerslichten waren geregeld, zijn langzamerhand omgebouwd tot rotondes. Het rapport gaat niet alleen in tegen verkeerslichten. Ook andere verkeersmaatregelen worden kritisch benaderd en vervolgens afgewezen. Snelheidscamera’s, verkeersdrempels, voorrang voor bussen, fietsvoorzieningen, zones 30 en parkeerregulering worden stuk voor stuk afgeserveerd. De algehele teneur is dat autoverkeer teveel wordt ingeperkt. Dat leidt volgens de auteurs tot ongewenste economische schade. Dat de meeste van deze maatregelen positief werken op verkeersveiligheid betwijfelen de auteurs van het rapport. Ze beweren dat de verkeersveiligheid vooral is toegenomen door voertuigmaatregelen en vermindering van rijden onder invloed. Uit gerapporteerd verkeersveiligheidsonderzoek (van SWOV en vele buitenlandse onderzoeksinstituten) blijkt echter dat fietsvoorzieningen, zones 30 en snelheidscamera’s wel degelijk een veiligheidseffect hebben. Op dat onderzoek gaan de auteurs echter niet in; ze negeren dat onderzoek volledig. Dat is een opvallend kenmerk van dit rapport: er is erg selectief gebruik gemaakt van de (verkeersveiligheids)literatuur. Het rapport breekt een lans voor de toepassing van Shared Space. Dat is nu net een verkeersmaatregel waarvan onduidelijk is of het goed werkt en zo ja, in welke omstandigheden. Concluderend: het rapport bekritiseert veel verkeersmaatregelen op zwakke gronden, wil het autoverkeer meer ruimte geven om aldus meer economisch profijt te bereiken en prijst het tot nu toe weinig toegepaste Shared Space aan als panacee voor verkeersveiligheidsdoeleinden.