Klimaatverandering heeft invloed op fietsgebruik

leidenIn 2050 fietsen we in de winter wat meer, in de zomer wat minder. Dat is de conclusie van een promotie-onderzoek van Lars Böcker aan de Universiteit Utrecht. Maar een eerdere studie van de VU Amsterdam denkt dat die effecten in het niet vallen bij andere factoren die toekomstige transportsystemen zullen beïnvloeden, zoals bijvoorbeeld de komst van de e-bike.

Lars Böcker selecteerde uit de afgelopen decennia vier seizoenen die representatief zijn voor het huidige klimaat en vier seizoenen die wat betreft temperatuur en neerslagpatroon in lijn liggen met de KNMI-verwachtingen voor 2050. Een vergelijking van mobiliteitspatronen leert volgens Böcker dat de klimaatverandering een effect heeft op mobiliteitspatronen. In de Randstad zal over de gehele linie vaker en verder gefietst worden. Dit zou met name gaan ten koste van het autogebruik.

Er bestaan volgens Böcker duidelijke verschillen tussen de seizoenen. Het fietsgebruik stijgt vooral in mildere en enigszins nattere winters van 2050. In het zomerseizoen treedt het omgekeerde effect op. Want ook nu al fietsen mensen minder als het boven de 24 graden is, zo vond Böcker. En de warmere zomers in combinatie met extreme regenval maakt het in 2050 in de zomer dus minder aantrekkelijk om te fietsen en te wandelen. Het gebruik van de auto neemt hierdoor in de zomer toe.

Door deze tegengestelde seizoenstrends worden de seizoensverschillen in vervoermiddelgebruik zoals we die nu kennen in (meer fietsen en lopen in de zomer ten opzichte van de winter) enigszins afgevlakt.

Böcker stelt dat gemeenten er goed aan doen om bij de aanleg van fietsinfrastructuur nu al rekening te houden met een mogelijke toename van fietsgebruik als de huidige klimaatverandering doorzet. Stedelijk ontwerpers kunnen bijvoorbeeld zorgen voor betere beschutting van wandelaars en fietsers. ‘Zorg voor verkoeling met bedekkend groen en voor beschutting tegen regen en wind met overkappingen of windschermen’, zo raadt Böcker aan. Hij adviseert verkeerskundigen verderbij het analyseren van vervoerstrends, bijvoorbeeld bij het evalueren van het gebruik van fietsinfrastructuur, te corrigeren voor korte termijn weerschommelingen die een significante invloed uitoefenen op vervoermiddelkeuzen.

Onderzoekers van de VU Amsterdam denken echter dat de veranderingen in mobiliteitsgedrag door klimaatverandering vermoedelijk relatief beperkt zijn. Ook wanneer wordt uitgegaan van de meer extreme scenario’s met een geleidelijke gemiddelde temperatuurstijging van zo’n 2.5 graad C in 60 jaar en een toe- of afname van neerslag tot 20% doemt niet een sterk gewijzigd mobiliteitsbeeld, aldus de studie Fietsen door weer en wind uit 2012. ‘De invloed van andere factoren die toekomstige transportsystemen zullen beïnvloeden (technologie, demografie, economie, life-styles en de komst van de e-bike) is vermoedelijk een stuk groter dan die van klimaat’.

Onderwerpen:

Auteur: Redactie

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.