Dynamische maximumsnelheden redelijk succesvol

Dynamische maximumsnelsnelheden helpen een beetje bij het verbeteren van de luchtkwaliteit en het voorkomen van files. Maar veel hangt af van de plaatselijke omstandigheden, zo blijkt uit een evaluatie van de zogenaamde Dynamaxproeven op drie snelwegen door TNO en Rijkswaterstaat.

Vorig jaar is op de A1, A12 en A58 geëxperimenteerd met dynamische maximumsnelheidlimieten. Op de A1 ging de snelheid omhoog bij weinig verkeer en op de A58 ging de snelheid omlaag bij te grote concentraties van fijnstof. Op de A12 werd de snelheid aangepast bij regen en wanneer er files dreigden als gevolg van schokgolven. En nabij Voorburg werd de snelheid ‘aan de randen de spits’ en ’s nachts verhoogd.

Op de A1 leidde dat niet tot minder onveiligheid, hoewel bestuurders zich beter aan de 100 km/uur limiet hielden dan aan de 120 km/uur limiet. Op de A58 hielden bestuurders zich wat minder nauwgezet aan de 80 km/uur limiet bij veel fijnstof. Dat was één van de redenen dat het effect maar beperkt was. De regenproef op de A12 gaf wel het gewenste effect. Er werd aanzienlijk langzamer gereden als de borden aangingen. Het regenalgoritme verbetert de verkeersveiligheid, zo concludeert TNO.

Ook de proef op de A12 in Voorburg pakte gunstig uit. De congestie op het traject is afgenomen, resulterend in kortere reistijd tijdens de spits, en ook zijn de reistijden in de nacht korter geworden, aldus de evaluatie. En het filegolfalgoritme dat elders op de A12 werd beproefd hielp bij oplossen van filegolven droeg bij tot hele lichte verbetering van de veiligheid.

Onderwerpen:

Auteur: Redactie

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.