Ouders brengen kinderen vanuit de losse pols verkeersgedrag bij

Ouders vinden dat er voor hen een belangrijke rol is weggelegd bij het aanleren van veilig verkeersgedrag aan hun kinderen. Maar ze maken zich er niet al te druk om. Zaken als het geestelijk, lichamelijk en sociaal welzijn, gezonde voeding en de schoolprestaties van het kind krijgen meer aandacht.

Dit blijkt uit het rapport De rol van ouders bij informele verkeerseducatie van de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV. De meeste ouders zijn ervan overtuigd dat zij bij uitstek in de positie zijn om hun kinderen wegwijs te maken in het verkeer. Maar kiezen daarbij niet voor de meest effectieve aanpak, zo stelt de SWOV vast. Ze hebben bijvoorbeeld weinig vertrouwen in leermethoden waarvan juist bekend is dat ze zeer effectief kunnen zijn, zoals leren door observatie, het nadoen van anderen en simulatieprogramma’s op de computer.
Ouders kijken vooral of hun kind iets fout doet en of er iets te corrigeren valt. De SWOV pleit voor een meer proactieve vorm van begeleiding. Daarbij kan gedacht worden aan uit zichzelf uitleg geven, voordoen hoe het moet en goed gedrag belonen.
Verder is het volgens de onderzoekers goed wanneer ouders hun kinderen al op jonge leeftijd actief in het verkeer gaan begeleiden en hen voorlichten over veilig verkeersgedrag. Uit het onderzoek blijkt namelijk dat interesse van ouders in tips en informatie over de manieren om hun kind(eren) wegwijs te maken in het verkeer afneemt naarmate het kind ouder wordt.

Voor het onderzoek heeft de SWOV 585 ouders aan de hand van een vragenlijstonderzoek gevraagd naar hoe zij aan het verkeer deelnemen, hoe zij de vaardigheden van hun kind inschatten, hoe zij de verkeersveiligheid van de route van thuis naar school inschatten en naar de manieren waarop zij hun kinderen actief in het verkeer begeleiden.