FNV wijst Tweede Kamer op risico’s marktwerking spoor met witboek

Sprinter op spoor (foto: NS)
Foto: NS

Meer marktwerking op het Nederlandse spoor is een slechte keuze. Van dit standpunt probeert vakbond FNV Spoor de Tweede Kamerleden te overtuigen, aan de vooravond van een belangrijk politiek besluit over de toekomst van het spoor. De vakbond heeft dinsdag een witboek aan verschillende Kamerleden overhandigd, waarin het marktwerking aan de kaak stelt.

Het witboek laat verschillende spoormedewerkers aan het woord over de gevolgen van marktwerking op bijvoorbeeld veiligheid en toegankelijkheid in de praktijk. Bovendien valt er te lezen wat liberalisering van het spoor volgens FNV Spoor heeft opgeleverd in het Verenigd Koninkrijk en worden hoogleraar transportbeleid Bert van Wee aan de TU Delft en hoogleraar micro-economie Maarten Janssen aangehaald.

Kabinetsvoorstel

Het ministerie maakte onlangs het kabinetsvoorstel bekend voor de toekomst van het Nederlandse spoor. De hoofdrailnetconcessie blijft bij NS, maar er komt op de grensoverschrijdende verbindingen meer ruimte voor buitenlandse vervoerders. Ook blijft de kans bestaan dat drie regionale lijnen vrijkomen voor een openbare aanbesteding. FNV Spoor ziet dit als een gebrekkige beslissing – er is juist minder marktwerking en meer samenwerking nodig.

“Het spoor speelt een cruciale rol in het klimaatakkoord, in de strijd tegen files, bereikbaar houden van Nederland en ook moet zij haar weg zien te vinden in de anderhalvemetersamenleving. Het openbaar vervoer, de werknemers en de reizigers zijn niet gebaat bij investeerders die op zoek zijn naar een goed rendement op korte termijn. De rendementen worden vertaald naar prestatiecontracten”, aldus Henri Janssen, bestuurder van FNV Spoor.

Geen keuze

Meer concurrentie op het spoor leidt verder niet tot een betere dienstregeling of goedkopere treinkaartjes. Volgens FNV zijn de treinkaartjes in Limburg, waar NS en Arriva deels op dezelfde trajecten rijden, bij Arriva aanzienlijk duurder dan de NS-tickets. “En dat terwijl Arriva een stevige subsidie ontvangt van de provincie voor het uitvoeren van de concessie, terwijl NS juist geld betaalt aan de overheid om te mogen rijden.”

Bovendien benadrukt de vakbond in dit witboek dat er van echte marktwerking op het spoor geen sprake is. Janssen: “Echte marktwerking houdt in dat verschillende vervoerders op hetzelfde tijdstip dezelfde verbinding uitvoeren en dat reizigers zelf hun vervoerder kunnen kiezen. Geen van beiden is het geval.” Het streekvervoer zou daarnaast zo afhankelijk zijn van subsidies dat geen ondernemer het op eigen kracht zou overleven.

Race naar beneden

FNV vraagt daarom de Tweede Kamerleden om tegen het voorstel te stemmen. Op Twitter betuigen diverse Kamerleden hun steun voor het pleidooi van de vakbond. “Meer marktwerking dient het belang niet en zal zorgen voor een race naar beneden, ook op arbeidsvoorwaarden. De overheid moet investeren in de NS en het spoor om prestaties te verbeteren, meer reizigers aan te trekken en het werk goed en veilig te houden”, reageert Cem Laçin van SP.

Ook 50PLUS, de PvdA en CDA zijn positief over het standpunt van de vakbond. “FNV Spoor heeft gelijk dat er meer internationale ambitie in de hoofdrailnetconcessie mag komen. Grensoverschrijdend vervoer waarvan 80 procent in Nederland en 20 procent in het buitenland, zou in de concessie opgenomen moeten worden”, aldus Mustafa Amhaouch van het CDA.

Lees ook:

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Maak gebruik van de exclusieve aanbieding

Bekijk de aanbieding

Auteur: Inge Jacobs

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.