Verkeershinder bij werkzaamheden kan flink worden verminderd

Superasfalt. FOTO Provincie Noord-Holland

Met innovatieve smart mobility-tools en nieuwe aanpakken kunnen wegbeheerders de hinder voor weggebruikers bij werkzaamheden flink verminderen. Dat stellen Marjolein Brandt en Kai Feldkamp, adviseurs bij adviesbureau XTNT. Ze wijzen op tools die inzicht geven in welke weggebruikers geraakt worden door werkzaamheden en die helpen om met hen in contact te blijven tijdens het werk. Ook pleiten ze voor voor een gebiedsgerichte in plaats van een projectgerichte aanpak èn voor één gebundelde aanpak van verkeersmanagement, mobiliteitsmanagement en communicatie.

Nadenken over maatregelen om de hinder voor weggebruikers bij werkzaamheden te beperken is heel actueel, benadrukt XTNT-adviseur Brandt. Ze wijst op recente cijfers van het KiM waaruit blijkt dat het reistijdverlies in 2023 maar liefst 35 procent toeneemt ten opzichte van 2017. Tegelijk, zegt ze, komt er de komende jaren een enorme golf van onderhouds- en renovatiewerkzaamheden aan. Dat zal zorgen voor veel verstoringen in het netwerk.

Samenhang

Verkeersmanagement, mobiliteitsmanagement en communicatie bundelen ligt nog niet overal voor de hand, signaleert Brandt. “De verkeersmanagementwereld is van origine redelijk technisch georiënteerd. Communicatie is binnen een project vaak een apart onderdeel. Terwijl wij merken dat er ontzettend veel winst te behalen is als je deze functies bundelt in één bereikbaarheidsteam.”

Zo krijg je maatwerk én meer draagvlak

Zo’n team kan vanuit die samenhang namelijk snel schakelen en een breed palet aan oplossingen bieden. Een voorbeeld is het na tips van weggebruikers op social media verplaatsen van tekstkarren of verkeersbordenborden.

Ze pleit er ook voor om alle partijen die betrokken zijn bij een wegenbouwproject, zoals grote bedrijven en andere wegbeheerders, te betrekken bij het bedenken en kiezen van minderhindermaatregelen. Daardoor krijg je, zegt ze, maatwerk én meer draagvlak.

De weggebruiker centraal

In de voorbereiding is het belangrijk om te weten met wie je te maken hebt, onderstreept Brandt. “Dus verdiep je in de weggebruiker. Niet alleen in herkomst-bestemmingsrelaties, maar juist ook: met welke behoeften reist iemand? En in welke mate is zijn of haar keuze gebonden aan een modaliteit, tijdstip en plaats van bestemming? Het heeft immers weinig zin om in te zetten op bijvoorbeeld spitsmijden of thuiswerken bij weggebruikers die vaste diensten draaien in de haven of de horeca. Andere maatregelen hebben dan meer effect.”

Onderzoek kost tijd, dus je kunt volgens Brandt beter te vroeg dan te laat beginnen. Zo zijn de bereikbaarheidsmaatregelen voor de renovatie van de Heinenoordtunnel in de A29 nu al in voorbereiding, terwijl de tunnel pas vanaf 2023 in onderhoud gaat.

Heel nuttig

Feldkamp wijst op verschillende nieuwe tools die inzicht geven welke weggebruikers geraakt worden bij de werkzaamheden en die helpen om met hem of haar in contact te blijven. Zo zijn er diverse oplossingen die op basis van floating car data voor een bepaalde verkeersstroom heel overzichtelijk aangeven uit welke kleinere stromen die is opgebouwd.

Via dit platform kun je bouwen aan een duurzame relatie met mobiliteitsgebruikers

Dat is heel nuttig, zegt hij. “Als je weet uit welke richtingen mensen komen dan kun je daarmee je maatregelen effectiever inzetten. Bijvoorbeeld waar je omleidingsroutes of overstappunten moet inrichten.”

Een andere slimme tool, zegt hij, is het zogenoemde Platform Mobiliteit. “Via dit platform kun je bouwen aan een duurzame relatie met mobiliteitsgebruikers. Gebruikers melden zich en geven aan dat zij interesse hebben en mee willen werken aan een goede bereikbaarheid. Hiermee ontstaat een community van betrokken mensen en dat helpt bij het organiseren en uitvoeren van enquête-onderzoek, data-analyse en andere activiteiten gericht op het verbeteren van de mobiliteit.”

Nog maar weinig partijen gebruiken het volgens Feldkamp. Bij zijn weten alleen de Verkeersonderneming in Rotterdam en het programma SmartwayZ in Noord-Brabant. Hier ligt dus nog veel potentie, wil hij zeggen.

Velsertunnel

Tijdens de uitvoering is het belangrijk om actief interactie te zoeken met weggebruikers, bijvoorbeeld via social media, onderstreept Brandt. Daarmee groeit de betrokkenheid en ontstaat vaak ook een positieve houding ten opzichte van het werk.

“Een goed voorbeeld is storytelling. Toen de Velsertunnel recent negen maanden dicht ging voor onderhoud is op social media veel aandacht besteed aan de historie en de architectuur van de tunnel. Tijdens de werkzaamheden zijn ook vaak foto’s geplaatst vanuit de werkplaats om te laten zien wat er allemaal wordt gedaan in de tunnel.”

Andere voorbeelden waar ze goede ervaringen mee heeft, zijn het vragen van feedback en het actief monitoren van klachten of opmerkingen.

Effectief sturen

Brandt wijst ook op de potentie van een andere slimme tool: pushberichten op smartphones. Het idee hierachter is dat weggebruikers die bij of op het af te sluiten tracé rijden, een berichtje op hun telefoon krijgen over de naderende werkzaamheden. Hiervoor is al bij meerdere projecten de Flitsmeister-app ingezet, zegt ze.

Daarmee hebben we circa 27.000 unieke bezoekers geïnformeerd over bepaalde wegwerkzaamheden

Doordat dit bericht pas wordt verstuurd wanneer de auto stil staat, is een negatief effect op de verkeersveiligheid uitgesloten. De effectiviteit is hoog en de ervaringen zijn volgens Brandt erg goed.

Als voorbeeld noemt ze een project in Eindhoven afgelopen najaar. “Voor werkzaamheden in de binnenstad zijn in tien dagen 43.000 pushberichten verstuurd. Daarmee hebben we circa 27.000 unieke bezoekers geïnformeerd over bepaalde wegwerkzaamheden. Het doorklikratio was 6 procent. Dat is veel: bij commerciële uitingen is dit vaak rond de 0,5 procent.”

Google Maps

Ook bij weekendafsluitingen op de A6 bij Almere vorig jaar zijn pushberichten ingezet. Brandt: “Per weekendafsluiting werden hiermee zo’n 200.000 weggebruikers bereikt. Onderzoek wees uit dat 64 procent van de ontvangers nog niet bekend was met de werkzaamheden en dat 31 procent ook daadwerkelijk het reisgedrag heeft aangepast.” Feldkamp vult aan: “Het is een effectief middel en de kosten zijn beperkt.”

Een andere manier om het verkeer te sturen, is het tijdelijk aanpassen van de wegenkaarten in navigatie-apps, legt Brandt uit. In eerdere projecten was het nog noodzakelijk hiervoor specifieke informatiesites te maken. De nieuwste ontwikkeling is hiervoor standaard apps te gebruiken. Zo zijn de nu lopende werkzaamheden bij de Nieuwe N200 exact opgenomen in Google Maps. Hierdoor worden weggebruikers gelijk de goede kant opgestuurd.

Gebiedsgericht

Met projectoverstijgend werken is ook veel winst te behalen, weet Brandt. Daarmee bedoelt ze dat het vaak beter is als er één overkoepelend plan ontwikkeld wordt voor meerdere, opeenvolgende wegenbouwprojecten in een regio.

Weggebruikers maken dan in een tijdelijke situatie kennis met andere manieren van reizen, zegt Brandt. “Maar als de bereikbaarheidsmaatregelen daarna weer stoppen en we de weggebruikers weer ‘loslaten’, ontstaat er geen duurzame verandering”.

Wegwerkzaamheden kunnen volgens Brandt een aanleiding zijn om diepgewortelde reisgewoonten te doorbreken. Zo’n omslag is, zegt ze, hard nodig. “De groeiende bereikbaarheidsproblematiek in Nederland vormt de noodzaak om flexibeler te worden in onze manier van reizen.”

Opdrachtgevers zijn hiervoor aan zet. Dit lukt niet vanuit de projecten zelf

Dit betekent dat organisaties over de projecten heen moeten gaan kijken, en dat vraagt verandering van de huidige projectscopes, budgetten en organisaties. Opdrachtgevers zijn hiervoor aan zet, stelt Feldkamp. Dit lukt namelijk niet vanuit de projecten zelf.

Innovaties

Het juist inzetten van steeds de nieuwste tools vraagt wel het een en ander van de wegbeheerder, erkent Feldkamp. “Doordat de ontwikkelingen heel snel gaan, loop je al gauw achter. Het is belangrijk dat je iemand hebt die beide werelden snapt: enerzijds de marktpartijen, die vaak de taal van de ICT spreken.”

“En anderzijds de zorgvuldige werkwijze binnen de overheid waar naast verkeerskunde, mobiliteitsmanagement en techniek ook thema’s als privacy en security van belang zijn. Om bij te blijven als professioneel opdrachtgever is kennisopbouw in de eigen organisatie en uitwisseling van kennis door en tussen wegbeheerders essentieel.”

Eerste tekenen

Deze nieuwe manier van werken is ingewikkeld, erkennen Feldkamp en Brandt. Het is dan ook ‘een groeiproces’. Wegbeheerders kunnen bijvoorbeeld beginnen bij het in samenhang oppakken van projecten binnen de eigen organisatie, en daarna verbinding gaan zoeken met andere organisaties.

De eerste tekenen van deze benadering worden al zichtbaar, ziet Brandt. “Zo zijn Rijkswaterstaat, het programma Schiphol-Amsterdam-Almere, en de projectorganisatie Zuidasdok bezig met de voorbereiding van gezamenlijke innovatieve bereikbaarheidsmaatregelen omdat beide projecten in hetzelfde gebied gelijktijdig wegwerkzaamheden uit gaan voeren.”

XTNT organiseert donderdag 7 februari 2019, tussen 10.00 en 16.00 uur een masterclass over dit onderwerp. Kijk voor meer informatie op https://xtnt.nl/masterclassminderhinder/

Auteur: Jan Pieter Rottier

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.