‘Goed en veilig gedrag in het verkeer moet uitgelokt worden’

SWOV voert onderzoek uit. Bron: Archief VERKEERSNET

Erik Asmussen is oprichter en oud-directeur van de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV). Hij is inmiddels de 90 gepasseerd, maar is nog altijd trots op zijn bijdrage aan het ‘beheerst’ maken van het wegverkeer. Tegelijkertijd ziet hij nieuwe uitdagingen en hamert hij op een goede uitvoering van veiligheidsprincipes in de praktijk. De kern voor hem is en blijft: het ‘uitlokken’ van goed en dus veilig gedrag.

Asmussen geldt als de grondlegger van het wetenschappelijk onderzoek naar verkeersveiligheid in Nederland en heeft hiermee mee de basis gelegd voor ‘Duurzaam Veilig Wegverkeer’, de door de OECD onlangs nog geroemde proactieve systeemaanpak van onveilige situaties. Peter van der Knaap, de huidige directeur van SWOV, zocht hem op, samen met VU-onderzoeker Berry den Brinker.

Systeemaanpak: alle partijen dragen bij

Het verkeer veiliger maken is ingewikkeld en vraagt de inzet van veel partijen, erkent Asmussen. Maar juist een systematische aanpak vindt hij belangrijk. “Alles hangt van alles af. Je kunt er niet iets uithalen en denken: dat is geregeld. Infrastructuur, voertuigen, handhaving, alles hangt met elkaar samen.”

Met een systematische aanpak boek je resultaten, zegt hij. Het geheim van het succes schuilt volgens Asmussen in de focus op wat partijen kúnnen doen om het verkeer inherent veiliger te maken. “Zie het als één systeem en kijk wat je ermee kunt doen, dan kun je wat.”

Daar ligt ook de sleutel tot verantwoordelijkheid, stelt hij. De oude campagne ‘Wees een heer in het verkeer’ doet volgens hem louter een appèl op gedrag. Maar het kan anders, benadrukt hij. Hij wijst op het systematisch ontwikkelen van ‘beheerst verkeer’, waarbij categorieën en de inrichting van wegen veilige snelheden als het ware afdwingen. “Je hoeft je niet afhankelijk te maken van het gedrag van verkeersdeelnemers.”

Goed verkeersgedrag moet uitgelokt worden

Toezicht is altijd een lastige zaak geweest, ook voor de politie zelf, omdat het moeilijk te beheersen is, zo stelt Asmussen. “Verkeerstoezicht is nodig, dat is duidelijk, maar tot hoever wil je gaan?” Je kunt niet achter elke lantarenpaal een agent zetten: zo’n samenleving willen we niet en het is ook te kostbaar, vindt hij.

Eén ding is voor hem zonneklaar: als de ‘uitlokking’ door het verkeerssysteem goed is, heb je veel minder toezicht nodig. Je bent meteen ook veel onbewuste overtredingen kwijt, ziet hij. Dat scheelt veel ergernis en komt het draagvlak voor verkeershandhaving ten goede. Daarmee speel je middelen en tijd vrij voor de aanpak door de politie van bewuste overtredingen. Doe je het anders, dan blijft het moeilijk om te beheersen, is zijn overtuiging. “Als de uitlokking niet deugt, dan kun je dat niet met toezicht oplossen. Wees er daarom zuinig op!”

Wij mensen zijn niet geschikt voor een taak als regelmatig de batterijtjes van onze fietsverlichting vervangen

Asmussen geeft het voorbeeld van fietsverlichting: “We zijn als mensen niet geschikt voor een taak als regelmatig de batterijtjes vervangen. We vergeten het of zijn te lui. En dan gaat het dus mis.” Je moet dus bij alles wat je in het verkeerssysteem doet stilstaan bij de vraag: past dit bij hoe de mens is? Is het antwoord ontkennend, dan is het geen goed idee.

Datzelfde geldt voor een ‘sobere inrichting’ van 30 km/uur-zones, zegt hij. Want zonder snelheidsremmende maatregelen rijden veel mensen simpelweg te hard. Maar wat volgens hem wel werkt: rijmarkering die lawaai maakt als je er overheen rijdt. “Dan krijg je het gewenste effect: mensen sturen weer terug naar binnen de lijnen.”

Wegprojecten uitvoeren met oog voor detail

Naast goede, door onderzoeksresultaten gestaafde beginselen, is een goede uitvoering cruciaal voor goede effecten, stelt Asmussen. Als voorbeelden noemt hij woonstraten en fietspaden. Doordat de uitvoering vaak niet goed is, lokken ze het verkeerde gedrag uit. Het gevolg is dat er te hard wordt gereden of dat mensen elkaar niet goed kunnen passeren.

“Het principe van uitgelokt gedrag moet centraal staan, óók bij de uitvoering van de details”, concludeert hij. “De voorwaarde is dat de bedoeling doordringt: hier kan ik niet hard rijden, daar moet ik opletten voor ander verkeer. En dat je daardoor je gedrag verandert, bewust of onbewust!”

De scheiding tussen gemotoriseerd en langzaamrijdend verkeer blijft bij hogere snelheden nodig

Dat een goede uitvoering belangrijk is, geldt volgens hem ook voor nieuwe ontwikkelingen als fietsstraten: “Dat is zeker een mogelijke oplossing, mits goed uitgevoerd!” Wij vertellen over de eerste belevingsonderzoeken die zijn uitgevoerd en de wisselende ervaringen. Asmussen vervolgt stellig: “De scheiding tussen gemotoriseerd en langzaamrijdend verkeer blijft bij hogere snelheden nodig.”

Voor zo’n goede uitvoering kan een systeemaanpak niet duidelijk genoeg zijn, is de overtuiging van Asmussen. “Uitvoerders hebben kant-en-klare en concrete oplossingen nodig. Dát is bepalend voor de kwaliteit van de uitvoering!“ Hij meent dat die kwaliteit te belangrijk is om helemaal aan de praktijk over te laten: “Er is een periode van principes ontwikkelen en een periode van uitvoering. Je mag er nooit vanuit gaan dat het in de praktijk wel goed zal komen.”

Zichtbaarheid is erg belangrijk

Voordat hij bij SWOV werkte, was Asmussen bij Philips verantwoordelijk voor de ontwikkeling van materialen die beter zichtbaar maken. Ook bij SWOV was waarneming een belangrijk thema in zijn onderzoek. Asmussen heeft onder andere en belangrijke impuls gegeven aan de ontwikkeling van ZOAB, Zeer Open Asfalt Beton. Doordat hij een groot deel van zijn gezichtsvermogen de laatste jaren heeft verloren, is het belang van goede zichtbaarheid voor hem alleen maar groter geworden.

Ook in zichtbaarheid schuilt de duvel vaak in de details, stelt hij. “Let maar eens op spiegelend wegdek of gebrekkige markering van kanten. Die fouten moeten hersteld worden en daar ligt een grote verantwoordelijkheid voor de wegbeheerder.” Hoe beter de geleidende werking van kantmarkering, hoe beter de weggebruiker zijn aandacht op het verkeer kan richten, meent hij. En dat geldt voor zowel auto’s als voor fietsers.

Ouderen en mensen met een beperking: op de bres voor de nieuwe ‘normmens’

Asmussen heeft altijd met veel plezier gewerkt aan verkeersveiligheid en beschouwt “De Nieuwe Normmens” als zijn belangrijkste publicatie. In plaats van het verkeerssysteem afstemmen op optimaal fitte, jonge mensen zouden ouderen en mensen met een beperking als norm genomen moeten worden bij het inrichten van de openbare ruimte, vindt hij.

Het is de ruggengraat van zijn denken over een ‘inclusief verkeerssysteem”: iedereen moet kunnen deelnemen, jong en oud, sterk en kwetsbaar. De ondertitel is dan ook niet toevallig: ‘Mens, maat der dingen. Op weg naar een integrale veiligheid en toegankelijkheid voor iedereen’.

Bij ons afscheid wenst hij ons succes in ‘de strijd voor de principes en uitvoering’ en vraagt hij zich hardop af: zouden mensen wel weten hoe belangrijk veiligheid is? Hij in elk geval wel.

Peter van der Knaap is sinds 2013 directeur-bestuurder van SWOV – Instituut voor Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid. SWOV publiceert binnenkort de geactualiseerde visie Duurzaam Veilig Wegverkeer, kortweg: DV3.

Auteur: Redactie

5 reacties op “‘Goed en veilig gedrag in het verkeer moet uitgelokt worden’”

janneke zomervrucht|31.01.18|17:02

En ja, als je zelf de Nieuwe Normmens wilt lezen, dankzij Rob Methorst hebben we nu een scan op onze website
Zie: http://www.mensenstraat.nl/wp-content/uploads/2017/12/Asmussen-1996-De-Nieuwe-Normmens-4MB17639.pdf

janneke zomervrucht|31.01.18|17:00

Prima, deze aandacht voor het werk van Erik Asmussen.
Goede inrichting als basis voor beheerst gedrag. Ik ken hem vanaf 1996, de presentatie van de Nieuwe Normmens. Kwetsbare straatgebruikers als norm bij het inrichten van de openbare ruimte. Hij werd vervolgens voorzitter van Kinderen Voorrang, waar ik werkzaam was, tot de fusie met VVN in 2000.
Deze nieuwe aandacht bij de SWOV schept verwachtingen voor Duurzaam Veilig 3
Janneke Zomervrucht, MENSenSTRAAT

Cees Wildervanck|15.01.18|14:06

Beloning van goed gedrag werkt evenals straffen alleen bij een korte periode tussen gedrag en feedback. Vijf jaar zou bij wijze van spreken vijf minuten moeten zijn. Maar dan krijg je al dat gedoe met banketbakkersauto’s langs de weg.

Cees Wildervanck|15.01.18|14:04

Beloning werkt (net als straf) vooral bij een zeer korte periode tussen gedrag en feedback. Vijf jaar zou bij wijze van spreken vijf minuten moeten zijn.

Laurens Wachters|12.01.18|09:23

Laat bij alle mensen die 5 jaar lang geen verkeersovertreding hebben begaan een taart of een fles wijn bezorgen. Stimuleer op deze wijze goed verkeersgedrag.