Digitale innovaties in mobiliteit kunnen tweedeling in samenleving versterken

De Amerikaanse stad Boston maakt gebruik van een pothole-app waarmee inwoners gaten in het wegdek aan de gemeente kunnen melden. In betere wijken worden vaker gebreken gemeld omdat mensen daar vaker over een smartphone beschikken, en dus worden de wegen daar ook beter onderhouden.

Het voorbeeld komt uit het rapport ‘Mobiliteit en elektriciteit in het digitale tijdperk, publieke waarden onder spanning’ van het Planbureau voor de Leefomgeving. Een rapport dat duidelijk maakt dat digitalisering van diensten rond infrastructuur niet alleen zegeningen kent.

De kans is bijvoorbeeld groot dat digitale innovaties de tweedeling in de samenleving zullen versterken, waarschuwt het PBL. Daarvan is bijvoorbeeld sprake als een platform voor vervoersdiensten op basis van kenmerken van bewoners, per buurt verschillende tarieven rekent of in bepaalde buurten zelfs helemaal geen diensten aanbiedt.

Bij de komst van de zelfrijdende auto zijn ook de nodige kanttekeningen te plaatsen, zo constateert het PBL verder. Mensen die geen auto kunnen rijden kunnen wel over een zelfrijdende auto beschikken. Het gevolg is hoogstwaarschijnlijk meer automobiliteit, onder meer vanwege leeg rondrijdende auto’s onderweg naar een ver weg gelegen parkeerplek of een nieuwe passagier. En wanneer automobiliteit nog makkelijker wordt, kan dit bijvoorbeeld ten koste gaan van actieve vormen van mobiliteit zoals lopen en fietsen of zou het alcoholgebruik kunnen toenemen omdat ‘nog moeten rijden’ geen belemmering meer vormt voor drankconsumptie.

Mogelijk moeten infrastructuur, steden en dorpen anders worden ingericht, wanneer nieuwe vervoersdiensten en nieuwe (zelfrijdende) voertuigen de markt en de infrastructuur betreden. Wie of wat mag er wanneer op welke infrastructuur, en welke vervoerswijzen krijgen hoeveel ruimte? Hoe worden de verantwoordelijkheden verdeeld? Misschien vergen zelfrijdende voertuigen wel ‘robotproof’ infrastructuur en dus exclusieve ruimte op de weg. Dat kan een fundamenteel verschil maken in het aanzien van steden.

Het is tegelijkertijd hoogst onzeker hoe voorspellend de technologische ontwikkelingen van nu zijn voor wat er over één of enkele decennia aan de orde zal zijn – inclusief de gedragspatronen van gebruikers. “Het is juist daarom van belang om vaste infrastructuur zo te ontwikkelen dat die robuust is voor verschillende ‘toekomsten’.”

De overheid is nu nog vooral reactief en volgend aan de technologische ontwikkelingen, aldus het PBL. “De overheid kan het initiatief meer naar zich toetrekken om bij nieuwe ICT-toepassingen bij infrastructuur een nieuw, gezond evenwicht te vinden tussen enerzijds innovatie- en welvaartbevorderende waarden, zoals efficiency, maatwerk en winstgevendheid, en anderzijds beschermende, verankerde waarden, zoals toegankelijkheid, veiligheid, leveringszekerheid, privacy en het afleggen van rekenschap. Daarvoor is wel expliciete overheidsregie en handelen met vooruitziende blik noodzakelijk.”

Onderwerpen: ,

Auteur: Redactie

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.