Milieuzone Utrecht gebaseerd op TNO-berekeningen met praktijkemissies

milieuzoneDe Utrechtse milieuzone is gebaseerd op onafhankelijke metingen door TNO, zogeheten praktijkemissies. Hiervoor is gekozen omdat dit de meest betrouwbare manier is om de uitstoot van voertuigen te bepalen.

Naar aanleiding van “Volkswagengate” werd gesuggereerd dat de allernieuwste diesels zo vervuilend zijn dat ze centrum Utrecht niet in zouden mogen. Dit is niet correct, zo laat de gemeente weten.

Wel is al langer bekend dat de opgaven van de fabrikanten (fabrieksemissies) vaak een te rooskleurig beeld geven. Daarom heeft de gemeente Utrecht al in de voorbereiding van de milieuzone besloten om de gemaakte keuzes door TNO te laten onderbouwen met eigen praktijkemissies en niet met de fabrieksopgaven. Alle rapporten en beslissingen in Utrecht zijn dan ook gebaseerd op TNO-berekeningen met praktijkemissies.

TNO voert die emissiemetingen uit in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu om de emissieprestaties van voertuigen in de praktijk vast te stellen. TNO zegt het beeld te herkennen van de grote verschillen bij dieselvoertuigen tussen de NOx-uitstoot bij typekeuring en de test in de praktijk.

Op basis van de metingen van de praktijkemissies worden jaarlijks landelijke emissiefactoren vastgesteld. Deze emissiefactoren worden gebruikt om te rekenen aan de luchtkwaliteit en om de effectiviteit van maatregelen te berekenen. De emissiefactoren zijn altijd gebaseerd op de gemeten praktijkemissies, en niet op emissies volgens typekeuring, aldus TNO.

In samenwerking met het Ministerie van Infrastructuur en Milieu en met de Rijksdienst Wegverkeer werkt TNO al een aantal jaren aan wetgeving voor praktijkemissies in Brussel, de zogenoemde Real Driving Emissions (RDE).

Het rapport “Uitstoot van stikstofoxiden en fijnstof door dieselvoertuigen” geeft een samenvatting de laatste inzichten op het gebied van vervuilende uitlaatgassen.

Eerst geeft het rapport een beknopte uitleg over de uitlaatgasemissies van wegvoertuigen, hoe deze kunnen worden gecontroleerd en hoe deze worden gemeten. Vervolgens behandelt en vergelijkt het de praktijkemissieprestaties van achtereenvolgens zware vrachtwagens, bussen en distributietrucks, en personen- en bestelauto’s en gaat het kort in op de uitstoot van fijnstof in de praktijk.

Onderwerpen: ,

Auteur: Redactie

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.