Lichte groei wegverkeer verwacht

gouweNaar verwachting zal het wegverkeer in 2014 en 2015 met 0,5 tot 1 procent per jaar groeien.

Dit blijkt uit het Mobiliteitsbeeld 2014 van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM). Daarin geeft het KiM jaarlijks een overzicht van de stand van zaken van de mobiliteit in Nederland.

De internationale handel lijkt zich langzaam te herstellen. Dit zorgt ook voor een lichte verbetering van de Nederlandse economie. Er zijn echter grote onzekerheden in de wereld die het lastig maken de ontwikkelingen te ramen. Zo is het consumenten- en producentenvertrouwen weer wat gedaald.

Het KiM houdt het er daarom dus op dat onder invloed van de aantrekkende economie én een dalende reële brandstofprijs de groei van het wegverkeer maximaal 1 procent bedraagt. Het verkeer op het hoofdwegennet zal naar verwachting iets sneller toenemen dan het totale wegverkeer.

Na een langdurige periode van afnemende congestie op het hoofdwegennet is in het tweede trimester van 2014 (mei t/m aug) de congestie weer toegenomen.

Het KiM verwacht voor 2014 en 2015 een toename van de congestie met circa 1 procent.

Het aantal aangeboden treinkilometers zal in de komende jaren weinig groeien. De economische vooruitzichten, als ook de ontwikkelingen van de brandstofprijzen en de files, kennen een toenemende onzekerheid. De tarieven zullen net als afgelopen jaren naar verwachting sterker stijgen dan de algemene prijsstijgingen.

Voor 2014 en 2015 verwacht het KiM daarom met een zekere bandbreedte een toename van het treingebruik tussen 0 en 1,5 procent per jaar.

KiM meldt in het Mobiliteitsbeeld 2014 verder dat het reistijdverlies in 2013 met 7% daalde. Dat is ruwweg de helft van de daling in 2012 en een derde van de daling in 2011. De aanzienlijke verbetering in de doorstroming sinds 2010 kwam vooral door de aanleg van spits- en plusstroken en wegverbredingen en de economische crisis.

Het KiM geeft verder aan dat het aantal kilometers dat bestuurders in Nederland met de auto afleggen de laatste jaren gelijk is gebleven. Mensen zijn minder vaak als passagier mee gaan rijden. Dit hangt samen met de toename van het aantal eenpersoonshuishoudens en de groei van het aantal tweede en derde auto’s per huishouden.

Meer mensen zijn de afgelopen jaren gaan fietsen en dat doen ze ook nog eens steeds vaker en over langere afstanden. Een groot deel van het toegenomen fietsgebruik komt voor rekening van de e-fiets die vooral senioren steeds vaker gebruiken. Het aandeel van de fiets is in Amsterdam en Utrecht behoorlijk hoger dan in Rotterdam. Den Haag ligt daar tussen in. De rol van het openbaar vervoer is in de vier grote steden in de Randstad aanzienlijk groter dan daarbuiten.

Onderwerpen: ,

Auteur: Redactie

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.