Rijden onder begeleiding leidt niet tot gevaarlijke situaties

2todriveHet rijden onder begeleiding van een coach lijkt niet tot gevaarlijke situaties te leiden. Het aantal 2toDrivers dat zegt tijdens het begeleid rijden een bekeuring te hebben gehad is met minder dan 1% klein. In totaal meldt 1,7% van de 2toDrivers een ongeval te hebben gehad.

Dat blijkt uit een tussenevaluatie van de zesjarige proef met begeleid rijden door de SWOV. De ongevallen die gemeld worden hebben uitsluitend tot (lichte) materiële schade geleid en gebeurden zeker niet altijd door toedoen van de 2toDriver.

Op twee punten geeft een deel van de jongeren aan zich niet altijd aan de regels te houden. In de eerste plaats geeft bijna 10% van de jongeren aan dat ze wel eens ‘de Bob’ zijn als ze met hun coach rijden. In de tweede plaats zegt ruim 15% van de 2toDrivers wel eens zonder coach te hebben gereden.

De SWOV is tevreden hoe de proef tot nu toe verloopt. ‘De begeleid rijden-fase wordt serieus genomen en er wordt daadwerkelijk geoefend.’

Uit de evaluatie blijkt verder dat  2toDrivers over het algemeen gecoacht worden door hun ouders. Jongens worden naar verhouding vaker gecoacht door hun vader; meisjes door hun moeder.

De 2toDrivers oefenen regelmatig; de meeste een of meerdere keren per week. Op het moment dat de 2toDriver 18 jaar wordt en zelfstandig de weg op mag, heeft naar schatting een derde van de 2toDrivers tussen de 1.000 en 2.500 km onder begeleiding gereden en ongeveer een kwart heeft meer dan 2.500 km gereden. Bijna de helft rijdt minder dan 1.000 km tijdens de begeleid rijden-fase. Maar het merendeel daarvan rijdt wel weer meer dan 200 km.

Er is een grote variëteit aan situaties waarin begeleid rijden plaatsvindt: binnen de kom, buiten de kom; in de spits, buiten de spits, met licht en in het donker. De meeste begeleid rijden-ritten lijken overdag plaats te vinden, buiten de spits op provinciale weg of autosnelweg. De meeste 2toDrivers rijden ook regelmatig in het donker en in de regen.

Naar verhouding doen ze weinig ervaring op met het rijden in mist of met gladheid.

Of de hoeveelheid ervaring ook voldoende is om straks, als ze op hun 18de zelfstandig gaan rijden, een meetbaar effect te hebben op hun ongevalsbetrokkenheid en hun overtredingsgedrag wordt in de volgende fasen van de evaluatie onderzocht.

Onderwerpen:

Auteur: Redactie

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.