Parkeren wordt fors gesubsidieerd
Ondanks hoge parkeertarieven wordt parkeren nog steeds fors gesubsidieerd. Elke autobezitter ontvangt voor het parkeren van zijn auto op openbare parkeerplaatsen een ‘maatschappelijke subsidie’ van 717 euro per jaar.
Dat blijkt uit berekeningen van bureau Ecorys in opdracht van CROW.
Het bureau telde alle kosten voor de ongeveer 8,9 miljoen openbare parkeerplaatsen in Nederland bij elkaar op.
Meegerekend werden kosten als grondkosten en de kosten voor het aanleggen van voorzieningen, zowel langs de weg als in de vorm van parkeergarages en – terreinen. Daarnaast werden de maatschappelijke kosten meegenomen, zoals aantasting van het leefmilieu, verkeersonveiligheid, enzovoort.
Voor de totale financiële kosten komt men uit op een bedrag van circa 4 miljard euro per jaar, de maatschappelijke kosten bedragen circa 1,6 miljard euro per jaar, totaal bijna 5,6 miljard euro.
Via de parkeermeter en aan boetes krijgt de overheid een kleine 1 miljard euro binnen.
Het negatieve saldo komt zo uit op 4,6 miljard euro.
Dat betekent dat bij elke parkeerplaats jaarlijks 524 euro moet worden bijgelegd. Omgerekend komt dat er op neer dat de autobezitter voor het parkeren van zijn auto op openbare parkeerplaatsen een ‘maatschappelijke subsidie’ ontvangt van 717 euro per jaar.
De berekening maakt volgens de onderzoekers duidelijk dat de openbare parkeerplaatsen feitelijk de maatschappij veel meer kosten dan via de directe parkeertarieven wordt verrekend. ‘Iedere belastingbetaler betaalt fors mee aan de openbare parkeerplaatsen, of hij nu over een auto beschikt of niet en of hij gebruik maakt van een openbare parkeerplaats of niet’, aldus de onderzoekers.’
