‘Variatie in deelauto’s helpt autobezit terugdringen’

parkeerplaats voor deelauto

Mensen doen hun eigen auto alleen weg als ze er makkelijk een kunnen lenen op de momenten dat het nodig is. Bovendien moet zo’n auto betaalbaar zijn en qua kenmerken passen bij hun specifieke eisen. Dat stelt Sebastiaan Dommeck, adviseur deelmobiliteit bij adviesbureau Empaction.

“Zeker in het geval van een verdichtingsopgave zijn deelauto’s hét middel om mensen te verleiden hun eigen auto weg te doen”, stelt Dommeck. Maar hij is ervan overtuigd dat dat alleen lukt als je voor hen een auto regelt voor al die momenten waarop ze met een auto willen reizen. Dat moet dan een auto zijn die qua kenmerken past bij de specifieke wensen en die nog betaalbaar is ook. Is dat haalbaar? En levert dat dan wat op? “Absoluut”, zegt hij.

Terugdringen

Deze uitwerking sluit aan bij initiatieven zoals Mobility as a Service, Beter Benutten en duurzame stedelijke bereikbaarheid, stelt de adviseur van Empaction. Een programma als Beter Benutten heeft er bijvoorbeeld voor gezorgd dat een substantiële hoeveelheid forensen nu de eigen auto laat staan in woon-werkverkeer. De beste doelgroep voor campagnes om autogebruik terug te dringen, zijn volgens hem mensen die niet afhankelijk zijn van de auto in het woon-werkverkeer.

Om zijn punt te verduidelijken, geeft hij een voorbeeld. “Veronderstel de volgende situatie: in een Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO) willen tien gezinnen van verschillende samenstellingen een nieuwbouwproject realiseren van tien wooneenheden. Geen van de tien is voor woon-werkverkeer afhankelijk van de auto. Zij besluiten dat alleen maar collectieve auto’s worden aangeschaft. Maar ze willen nooit misgrijpen als ze een auto nodig hebben. Hoeveel auto’s hebben ze dan nodig?”

Aanwezigheidspercentage

Cijfers van het CROW geven volgens hem inzicht (zie schema). “De auto wordt het meest gebruikt op werkdagen overdag. Dan is het ‘aanwezigheidspercentage’ van auto’s voor bewoners 50 procent. Die piek zal voor een belangrijk deel woon-/werkverkeer zijn. Zonder onszelf rijk te rekenen zal zonder woon-/werkverkeer het autogebruik door bewoners op werkdagen overdag niet hoger zijn dan, zeg, 20 procent. Daaruit mogen we concluderen dat deze CPO (met een gemiddelde samenstelling) doordeweeks aan twee auto’s genoeg heeft.”

In het weekend, en in het bijzonder op zaterdagmiddag, zijn vier auto’s nodig, blijkt uit de cijfers. “Maar om niet mis te grijpen is het wel verstandig om vijf auto’s beschikbaar te hebben”, stelt Dommeck. “Bij incidentele excessieve behoefte dient naast het vaste aanbod ook een auto beschikbaar te zijn die oproepbaar is vanuit bijvoorbeeld lokale verhuurbedrijven.”

Aanzienlijke besparing

Het antwoord op de vraag over het benodigde aantal auto’s om zekerheid over beschikbaarheid te krijgen is dus vijf, concludeert de Empaction-adviseur. Een concept van een oproepauto moet volgens hem als vangnet dienen. “Een aanzienlijke besparing – 50 procent – in autokosten én in parkeerplaatsen! En dan te bedenken dat we er door de week eigenlijk nog twee weg kunnen doen. Het ideale scenario is dus door de week drie vaste auto’s, in het weekend vijf en altijd een oproepauto achter de hand. En de opschaling in het weekend gebeurt bij voorkeur met auto’s die op werkdagen als poolauto of huurauto zichzelf al hebben terugverdiend.”

Nu ze bij de CPO weten hoeveel auto’s ze nodig hebben, komt de volgende vraag: ‘wat voor auto’s moeten dat zijn?’ Voor het oudere echtpaar zonder thuiswonende kinderen mag dat mogelijk een wat kleinere elektrisch aangedreven auto zijn, als het maar een automaat is met hoge instap. Het gezin met jonge kinderen wil vooral in het weekend een grotere auto, bij voorkeur een stationcar.

Beschikbaarheidsgarantie

“Die behoefte aan diversiteit pleit voor het scenario met minder vaste auto’s en in het weekend meer oproepauto-achtige oplossingen”, legt Dommeck uit. De huidige statische benadering van het bieden van een maximaal aantal voertuigen van één type sluit volgens hem niet aan op deze behoefte. “Flexibiliteit van aanbod en het altijd beschikbaar hebben van voertuigen is het antwoord. Voorwaarde daarbij is de zekerheid over de beschikbaarheid van een auto op het moment van de behoefte.”

Er is een ideale mix van deelauto’s nodig om ervoor te zorgen dat mensen niet kiezen voor bezit maar voor gebruik van een auto, zegt Dommeck samenvattend. “Belangrijke trefwoorden daarbij zijn: diversiteit in type auto’s, flexibiliteit in aanbod (in het weekend meer capaciteit beschikbaar dan door de week) en een mix van vaste deelauto’s en ‘oproepauto’s’, waarmee beschikbaarheid kan worden gegarandeerd. Maar ook aanbod van emissieloze auto’s, betaalbaarheid en timing voor het bieden van het aanbod, zoals bij verhuizing of verandering van werk.”

Auteur: Jan Pieter Rottier

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.