Overnameregeling bussen weerhield Arriva van bod op IJssel-Vecht
De overnameverplichting van de busvloot was voor Arriva reden om zich niet in te schrijven voor de concessie IJssel-Vecht. De vervoerder deed wel een bod op de in 2020 ingetrokken concessie, maar was er bij de nieuwe aanbesteding snel over uit om niet mee te dingen.
Arriva-directeur Anne Hettinga zegt tegenover De Stentor dat serieus is gekeken naar de aanbesteding. Maar de verplichte overname van het materieel, inclusief contracten voor service en onderhoud, maakten het “onmogelijk” om een bod te doen. De vervoerder wil zelf bepalen waar en onder welke voorwaarden bussen worden aangeschaft, aldus de CEO.
Verschil maken
Hettinga verzekert dat het besluit niet is ingegeven door corona en alle bijbehorende onzekerheden. Hij legt in de regionale krant uit dat een vervoerder als Arriva juist op het afsluiten van contracten en doen van aankopen “fors verschil” kan maken bij een aanbesteding. In het eerste jaar kwamen meerdere problemen met de busvloot aan het licht, maar ook in het geval van probleemloos functionerende bussen had Arriva geen bod gedaan.
De huidige vervoerder Keolis rijdt in de noodconcessie IJssel-Vecht met 246 elektrische bussen van BYD, waarvoor overnameverplichting van 90 procent geldt als de nieuwe concessie aan een andere vervoerder wordt gegund. Naast Keolis hebben EBS en Qbuzz een bod gedaan op de concessie. In april wordt bekend wie van de drie het busvervoer mag verzorgen van december 2022 tot eind 2035.
Lees ook:
- Drie inschrijvers voor concessie IJssel-Vecht
- Keolis past elektrische busvloot aan na problemen met aandrijfmotor
- Extra controle voor alle bussen IJssel-Vecht na opstartproblemen
U las zojuist één van de gratis premium artikelen
Onbeperkt lezen? Maak gebruik van de exclusieve aanbieding
Bent u al abonnee?