ProRail zet programma op om overlast gravende dieren voor te zijn
Spoorbeheerder ProRail heeft een speciaal programma opgezet om de impact van gravende dassen en bevers op treinverbindingen zoveel mogelijk te beperken. Dit voorjaar moest op meerdere trajecten het treinverkeer worden stilgelegd, omdat met name de gangenstelsels van dassen voor onveilige situaties onder het spoor hadden gezorgd. Door betere monitoring, waar nodig aanpassingen aan de omgeving langs het spoor en het opstellen van juridische kaders, hoopt ProRail de overlast de komende jaren voor te blijven.
“Met een programmatische aanpak willen we voorkomen dat we iedere keer achter de feiten aan lopen”, zei programmamanager Corné van Doorne op het hoofdkantoor van ProRail in Utrecht. “We kunnen niet zeggen dat het nooit meer gebeurt. Maar we doen er wel alles aan om die kans zo klein mogelijk te maken. Vooral door beter en sneller in te spelen op situaties. We willen verantwoord omgaan met alles wat er rond het spoor gebeurt en een goede buur zijn van onder meer dassen en bevers.”
Hoewel al langer bekend is dat deze beschermde diersoorten graag graven in de buurt van relatief rustige spoorlijnen, was de spoorbeheerder begin dit jaar toch verrast door de problemen die hierdoor ontstonden op sommige trajecten. Zowel in Brabant (tussen Den Bosch en Boxtel) als Friesland (tussen Workum en Stavoren) reden lange tijd geen treinen nadat dassenburchten waren aangetroffen onder het spoor. Die burchten, die bestaan uit tientallen gangen en kamers, moesten weggehaald worden omdat de veiligheid in het geding was.
“We hielden al langer een vinger aan de pols, maar stonden toch perplex: hoe kon het zo snel gaan?”, aldus Van Doorne. “We weten nu dat we als spoorbeheerder te maken hebben met deze dieren. En daar moeten we van leren.”
Intensieve monitoring
Het bedrijf heeft daarom een programma opgezet om problemen voortaan voor te kunnen zijn. Zo vindt intensieve monitoring plaats langs het spoor. Op zeker veertig locaties, vooral in het oosten van het land, zijn dassen en bevers om en onder het spoor actief. Indien nodig probeert ProRail de beesten te laten ‘verhuizen’, bijvoorbeeld door zelf een kunstburcht aan te leggen.
Het uitvoerende team bestaat uit acht personen, die hulp krijgen van ecologen en experts op het gebied van civiele techniek, maar ook van juristen. Want steeds als ProRail iets wil doen, moet het daarvoor een ontheffing aanvragen. “Dat is nu steeds maatwerk en duurt daarom best lang. Maar we willen toe naar een soort standaardontheffing. Daar hebben we aan overheidszijde wel veel partijen en wetgeving voor nodig”, aldus Van Doorne.
Lees ook:
