interview

Na twintig jaar Trajan is er veel om trots op te zijn: ‘Bij ons heeft ieder zijn stem’

Het team van Trajan Trajan

Onderzoeksbureau Trajan bestaat twintig jaar. Verkeer- en vervoersplanoloog Jacob de Vries (‘Jaap’ voor collega’s) is de oprichter. Hij blikt terug op de beginjaren van het bureau en deelt zijn visie voor de toekomst.

Allereerst gefeliciteerd met jullie twintigjarig bestaan.
De Vries: “Dankjewel.”

Laten we eens terugblikken naar het allereerste begin. Waarom zijn jullie ooit begonnen met Trajan?

De Vries: “Ik was tijdens de jaren 90 bezig met een promotieonderzoek op het gebied van het openbaar vervoer. Dan zit je zomaar vier of vijf jaar achter een bureau. Bovendien heb ik de spanningsboog van een goudvis, dus zo’n lang onderzoek was eigenlijk niets voor mij. Toen een vriend voorstelde om een apart projectbureau te beginnen dacht ik dat dat wel een goede reden was om wat vaker buiten te komen en praktische werkervaring op te doen. Die kortere projecten pasten mij veel beter. Tegen het eind van mijn promotie ben ik er vol voor gegaan en in 2003 werkte ik fulltime voor mezelf.”

Wat trok u destijds aan de meer praktische benadering van verkeersonderzoek?

De Vries: “Het leuke is dat je van begin tot eind betrokken bent bij zo’n onderzoek. Men zit met een concreet probleem en vraagt jou om daar een oplossing voor te verzinnen. Soms is het echt een soort puzzeltje, dat is erg leuk.”

Foto: Jacob de Vries

Wat is er allemaal veranderd sinds jullie vijfentwintig jaar geleden zijn begonnen?

De Vries: “Toen we net begonnen ging werkelijk alles op papier. Voor ieder onderzoek moesten we onze eigen formulieren ontwerpen. Als we een doorgaand verkeersonderzoek deden moesten we al die kentekens handmatig opschrijven.

“Vanaf 2010 begonnen we met een proces van digitalisering. We begonnen met grote handheld scanners, van die Motorola’s, echte koelkasten. Daarmee konden we kentekens scannen. In 2016 lieten we een app maken die helemaal aansluit bij onze onderzoeken, waarmee we ons veldwerk nog beter kunnen doen.”

Dus jullie zijn erg gegroeid op gebied van techniek?

De Vries: “Jazeker: we programmeren zelf onze app, datacontroleroutines en dashboards, en hebben sinds 2020 ook een eigen scanauto in gebruik. Alles is groter geworden, maar onze opdrachten zijn ook groter geworden. Vroeger onderzochten we een straatje, nu brengen we hele gemeenten in kaart.

Is de inhoud van de onderzoeken ook veranderd?

De Vries: “Ja, dat ook. Vroeger deden we meer verkeersonderzoek, nu gaat het veel over parkeren. Dat vind ik ergens wel jammer, verkeersonderzoek vind ik leuk. Dit jaar hebben we gelukkig nieuwe apparatuur aangeschaft om verkeersstromen mee te meten: een speciale scanprullenbak. We zijn goed in parkeeronderzoek hoor, maar volgens mij weten veel mensen niet dat we ook breder verkeersonderzoek doen. We gaan daar de komende jaren meer op inzetten.”

Wat voor verkeersonderzoek willen jullie dan bijvoorbeeld meer gaan doen?
De Vries: “We kunnen bijvoorbeeld in woonwijken sluipverkeer in kaart gaan brengen met onze scancamera’s. Ook kunnen we veel met verkeersstromen, en we doen veel bereikbaarheidsanalyses, enerzijds met tellingen, anderzijds ook met verkeersmodellen. De gemeente kan met deze data daar vervolgens haar eigen beleid uitwerken. En, niet te vergeten, maar we hebben sinds enkele jaren ook een eigen GIS-lab die ons ondersteunt met scripts en geografische analyse.

Jullie bestaan al twintig jaar, een erg lange tijd. Wat doen jullie nou zo goed?

De Vries: “Als je de klanttevredenheidsonderzoeken bekijkt, hoor je vooral dat we goede kwaliteit leveren. Maar ook dat we flexibel zijn: als een gemeente met een vraag komt kunnen wij snel opereren. Daarnaast zijn we een relatief klein bedrijf met zo’n elf of twaalf medewerkers. Natuurlijk hebben wij wel 100 tot 150 veldwerkers in dienst, maar het is een kleine organisatie. De lijntjes zijn kort en daar hebben gemeenten baat bij.”

Hebben jullie ook grote uitdagingen gehad? En hoe hebben jullie die overwonnen?

De Vries: “Ik vond de pandemie een uitdaging. Toen viel een deel van onze inkomsten weg, want veldwerk kon bijna niet meer. Gelukkig bleef er nog wel veel werk in data-analyse en visualisaties, we hebben veel geïnvesteerd in ons GIS-lab. Uiteindelijk zijn we er goed uitgekomen en hebben we niemand van ons team laten gaan. De pandemie was in verkeerskundig opzicht natuurlijk ook wel interessant. Het is belangrijk om ook data te hebben van een trendbreuk. We hebben daar best veel van geleerd.

Er is veel veranderd op het gebied van mobiliteit in al die jaren dat jullie werkzaam zijn. Wat vinden jullie daarvan?

De Vries: “Door data te verzamelen volg je alle ontwikkelingen. Je ziet dat mensen eerder gaan fietsen dan met de auto, wegens gebrek aan parkeerplekken, bijvoorbeeld. Ze kiezen dan voor een bakfiets om hun kinderen weg te brengen. Beleid van gemeenten wordt altijd achteraf gemaakt, terwijl wij die ontwikkelingen al veel eerder zien aankomen. Dat is razend interessant.”

Hoe zien de komende vijf jaar bij Trajan eruit?
De Vries: “Ik wil nog wel een breder repertoire aan diensten gaan etaleren bij Trajan. Wel hoop ik dat we onze beetje studentikoze bedrijfscultuur zullen behouden. We zijn niet heel hiërarchisch bij Trajan, dat horen wij ook altijd van collega’s. Het is een egalitair bedrijf waar ieder zijn stem heeft. De sfeer is goed, we hebben het gezellig met elkaar. Daar ben ik trots op.”

Lees ook:

Onderwerpen: , ,

Auteur: Laura Houtenbrink