Hoger beroep tegen gemeente vanwege onveilige oversteekplaats
Door een onveilige oversteekplaats kan het oversteken van een weg voor blinden of slechtzienden aanvoelen alsof ze hun leven in de waagschaal stellen. Daarom moet de gemeente Kerkrade aan de slag met een oplossing voor de gevaarlijke verkeerssituatie bij station Kerkrade Centrum. De Oogvereniging ziet zichzelf genoodzaakt om in hoger beroep te gaan tegen de gemeente Kerkrade
In het voorjaar troffen de twee partijen elkaar ook al in de rechtbank, want ze steggelen hier al drie jaar over. De Oogvereniging wil dat er een oplossing komt voor de huidige situatie. Momenteel botsen blinden en slechtzienden op een lantaarnpaal als ze de geleidelijn volgen. En om de weg over te steken naar de bushalte, moeten zich tussen de voorbijrazende auto’s begeven.
“Het enige wat we willen is dat we op een veilige manier van het openbaar vervoer gebruik kunnen maken”, aldus John Snijkers, de voorzitter van Oogvereniging Limburg. “Op dit moment is ons enige alternatief 600 meter lopen naar een stoplicht met rateltikker, en vervolgens weer 600 meter terug.”
Rechtszaak
In een eerdere zaak probeerde de Oogvereniging de gemeente ook al te dwingen om de onveilige situatie aan te pakken, maar de rechter schaarde zich achter de gemeente. Hij oordeelde dat er geen veilige plek was voor een voetgangersoversteekplaats. Het verplaatsen van de bushalte zou te duur zijn. Volgens de rechter was er bovendien geen verplichting om daar een voetgangersoversteekplaats aan te leggen, ook niet op grond van het VN-Gehandicaptenverdrag.
De Oogvereniging heeft nu besloten om het daar niet bij te laten zitten. “We hadden graag met de gemeente samen het probleem opgelost, en dat willen we nog steeds – een rechtszaak is niet wat we voor ogen hadden”, vertelt Snijkers. Hij is al drie jaar bezig met de situatie in Kerkrade. “We hebben meegedacht en tal van alternatieven voorgesteld. Maar we vragen ons af of de gemeente de alternatieven serieus onderzocht heeft.”
Alternatieven
De vereniging ziet zelf drie mogelijkheden om de bushalte beter bereikbaar te maken. Allereerst door het creëren van een bushalte aan de zijde van het station. Dit betekent dat reizigers de straat niet langer meer hoeven over te steken, omdat de bus een draai maakt. Snijkers wijst erop dat hier nu ook al touringcars stoppen, als ze bezoekers vervoeren voor het daar aanwezige museum. De tweede optie is het aanleggen van een zebrapad, maar iets meer zuidoostelijk dan in het verlengde van de looproute vanaf het station. Het laatste alternatief is het licht verschuiven van beide bushaltes, waardoor er ruimte komt voor een zebrapad tussen de twee haltes in. Die drie zijn allemaal afgewezen door de gemeente.
Het eerste alternatief zou niet gewenst zijn door vervoerder Arriva en dat blijkt inmiddels te kloppen. Het betekent meer draaibewegingen voor reizigers in de bus, kost meer tijd en zou niet veilig zijn. De nieuwe locatie van het zebrapad kan op weinig enthousiasme rekenen van de gemeente omdat de oversteekplaats hierdoor niet meer direct in het verlengde van de looproute van het treinstation ligt. Voor het laatste alternatief zou geen plaats zijn.
De voorzitter van de Oogvereniging wijst erop dat het een extern bureau heeft gevraagd om eens een blik te werpen naar de mogelijkheden in deze situatie. “Dit bureau ziet wel mogelijkheden om op een veilige manier de bereikbaarheid van de bushalte te realiseren”, licht de voorzitter toe. “Om een uitgewerkt plan van dit bureau te krijgen zal echter iemand een formele opdracht moeten verstrekken.”
Slechte toegankelijkheid
Volgens de Oogvereniging speelt het probleem met slechte toegankelijkheid in meerdere gemeenten in Nederland en de vereniging zit dan ook met meerdere gemeenten om tafel. Mensen met een visuele beperking lopen er regelmatig tegenaan dat de stations inmiddels wel toegankelijk zijn voor ze, maar dat dit met het vervolg van hun reis nog lang niet altijd het geval is.
“In het VN-verdrag Handicap is vastgelegd dat mensen met een beperking veilig moeten kunnen reizen”, aldus Luuk-Jan Boon, directeur van de Oogvereniging. “Dit proces laat zien hoe belangrijk het is dat toegankelijkheid van begin af aan wordt meegenomen bij de herinrichting van een gebied. Als er achteraf aanpassingen nodig zijn, is dat veel ingewikkelder.”
U las zojuist één van de gratis premium artikelen
Onbeperkt lezen? Maak gebruik van de exclusieve aanbieding
Bent u al abonnee?