Het Nieuwe Werken vermindert congestie daadwerkelijk

Foto: @123RF.com

Thuiswerken en schuiven met werktijd om de spits te mijden hadden tussen 2000 en 2016 positieve invloed op de mobiliteit en congestie. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM). Tot nu toe was er nog weinig empirisch onderzoek beschikbaar over deze ontwikkeling.

Thuiswerken en schuiven met werktijd om zo niet met de auto in de spits te belanden zijn de meest voorkomende vormen van Het Nieuwe Werken (HNW), stelt het KiM. Beide vormen werden volgens het kennisinstituut ook populairder. Het aantal thuiswerkuren nam in de periode 2000-2016 toe met 38 procent. Het aantal keren dat werkenden schoven met hun werktijd, groeide met 40 procent.

Dit had positieve invloed op de mobiliteit en congestie, concluderen de onderzoekers. Het aantal voertuigkilometers nam 3 procent minder toe dan wanneer ze deze maatregelen niet zouden nemen. Het aantal kilometers per openbaar vervoer nam met 2 procent minder toe. De verkeersomvang op het hoofdwegennet nam in 2016 ten opzichte van 2000 met 5 procent minder toe, het reistijdverlies zelfs met 18 procent minder.

Effectiever en efficiënter

Voor dit onderzoek liet het KiM enquêtes uitvoeren bij zo’n 14.000 werkenden uit de Nederlandse beroepsbevolking. De uitkomsten zijn gecombineerd met bestaande databronnen, waaronder OViN en NEA. Doel was inzicht krijgen in de invloed van HNW op de congestie en mobiliteit – een ontwikkeling waar volgens het KiM nog maar weinig empirisch onderzoek beschikbaar over is. HNW is enkele jaren geleden geïntroduceerd om het werken effectiever, efficiënter en plezieriger te maken voor zowel de organisatie als de medewerker.

Uit het onderzoek blijkt ook dat de werkgever een belangrijke rol speelt bij de ontwikkeling van HNW. Het gaat om het geven van specifieke mogelijkheden als toegang tot email, bestanden en het gebruik van flexkantoren. Maar ook om explicite toestemming om buiten het vaste werkadres te kunnen werken. De mate waarin aan HNW wordt gedaan, verschilt per sector. Op basis van inschattingen van de werkenden zelf schat het KiM dat in alle sectoren ruimte is voor verdere groei. Ruim 40 procent van de werkenden doet nu al aan een of meer vormen aan HNW. Bij ruim 30 procent leent de werksituatie zich daar niet voor.

Auteur: Jan Pieter Rottier

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.