Effecten van prijsprikkels op mobiliteit in kaart gebracht

Tol heffen, mobiliteitsbeleid van werkgevers, de prijs van een treinkaartje verhogen in de spits – de effecten van deze en nog veel meer andere mobiliteitsmaatregelen heeft het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) in kaart gebracht. In een nieuwe publicatie inventariseren de onderzoekers recente nationale en internationale inzichten rondom prijsbeleid en prijsprikkels.

Differentiatie van een maatregel kan de effectiviteit positief beïnvloeden. Een naar tijd gedifferentieerde maatregel voor personenvervoer over de weg lijkt volgens de onderzoekers effectiever dan een algehele heffing. Naar tijd differentiëren heeft namelijk een positief effect op het aanpassen of beïnvloeden van autoritten en het reduceren van verliestijd, concluderen ze op basis van verschillende praktijkonderzoeken, waaronder met spitsmijdenprojecten in ons land.

Spitsheffing

Differentiëren naar plaats kan ook succesvol zijn. Spitsheffing voor personenwegvervoer bestrijdt files gerichter en efficiënter dan een landelijke heffing, zien de onderzoekers. Ook blijkt dat hoe hoger de hoogte van de heffing, hoe groter de effecten op mobiliteit over het algemeen zijn. Dit is bij alle modaliteiten het geval, stellen ze. Vanuit welvaartsoogpunt is een hogere heffing niet altijd gunstig: het is niet voor iedereen meer te betalen.

Effectiviteit van maatregelen lijkt volgens het KiM toe te nemen wanneer mensen meer alternatieven hebben om hun gedrag aan te passen. Bijvoorbeeld dat ze op een ander tijdstip kunnen reizen of met een ander vervoermiddel. De onderzoekers wijzen op praktijk in Zweden. In Göteborg is het effect van de heffing op bepaalde wegen minder groot dan in Stockholm, mogelijk omdat het ov in Stockholm, als alternatief voor de auto, beter ontwikkeld is.

Verschillen binnen bevolking

Een prijsmaatregel heeft doorgaans verschillende effecten binnen een bevolkingsgroep, staat in de publicatie. Zo blijken mensen met een hoog inkomen en/of een reiskostenvergoeding minder snel hun autoritten aan te passen in geval van kilometergebaseerde prijsmaatregelen in het personenwegverkeer. Mensen die meer rijden, passen juist relatief meer autoritten aan.

Specifiek voor personenvervoer geldt dat het beleid van werkgevers richting werknemers de effectiviteit van prijsmaatregelen kan beïnvloeden. De KiM-onderzoekers wijzen op een vragenlijst-onderzoek onder 485 bedrijven uit de zakelijke dienstverleningssector en de maakindustrie. Hieruit zou blijken dat 30 procent van de werkgevers hun werknemers volledig zou willen compenseren bij de invoering van een (naar tijd gedifferentieerde) kilometerheffing. Aan de andere kant geven deze bedrijven aan dat ze van plan zijn werknemers iets vaker een verhuiskostenvergoeding aan te bieden wanneer een kilometerheffing wordt ingevoerd en ook iets vaker ov-kosten te vergoeden.

Motief, termijn en vervoerswijze

De onderzoekers keken ook naar prijselasticiteiten. Die zijn in personenvervoer onder meer afhankelijk van motief, termijn en vervoerswijze. Bij motief geldt een lage prijsgevoeligheid, bij termijn, en zeker de lange termijn, is die hoger. Bij het OV tenslotte is de prijsgevoeligheid voor bijvoorbeeld trein hoger dan de bus, tram en metro.

Als laatste brachten de onderzoekers in beeld hoe de publieke acceptatie van prijsbeleid verhoogd kan worden. Dat kan volgens hen door automobilisten te compenseren voor negatieve effecten van prijsbeleid (zonder de heffing te ondermijnen), door de positieve effecten te benadrukken en door rechtvaardig beleid in te voeren. Ook de wijze van betalen, de tariefstructuur, informatievoorziening en de wijze waarop opbrengsten worden gebruikt, beïnvloeden de mate van acceptatie.

Het KiM presenteert de uitkomsten, uitgesplitst naar modaliteit, op deze portal.

Auteur: Jan Pieter Rottier

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.