12 procent autokilometers is carpoolkilometer
Carpoolers zijn in Nederland verantwoordelijk voor bijna 12 procent van alle autokilometers in het woon-werkverkeer. Ze kunnen daarbij gebruik maken van 790 P+R- en carpoolpleinen met in totaal 80.000 parkeerplekken. Dat blijkt uit een inventarisatie door het KpVV.
Het gaat om 446 P+R locaties met 70.600 parkeerplaatsen en 334 carpoolpleinen met 9.400 parkeerplaatsen. Dat is bijna 1% van het totaal aantal openbare parkeerplaatsen, zo blijkt uit het Dashboard duurzame en slimme mobiliteit van KpVV.
De meeste P+R locaties bevinden zich naast een treinstation. 42% van de P+R capaciteit ligt in een stadsregio. 354 P+R locaties bieden aansluiting op een treinstation, bij 92 P+R terreinen kan op andere vormen van het openbaar vervoer worden overgestapt.
Zeeland heeft met 10,1 carpoolparkeerplaatsen het meeste aantal plaatsen per 10.000 inwoners. Noord-Brabant is de provincie met de meeste carpoolpleinen: 51. Het grootste P+R terrein ligt bij het Galgewaardstadion in Utrecht en heeft 1283 parkeerplaatsen.
Een carpoolplein in Nederland heeft gemiddeld 28 parkeerplaatsen. In een aantal gebieden is de capaciteit en daarmee ook het gebruik van carpoolpleinen de laatste jaren flink uitgebreid. Een voorbeeld is de provincie Friesland, waar het aantal carpoolparkeerplaatsen bijna verdubbelde en de bezettingsgraad van 59% naar 60% steeg.
Overstappen is een belangrijk thema in veel beleidsplannen. Maar het beleidsterrein blijft een niemandsland. Dat blijkt uit de beschikbare data: die zijn er nauwelijks, zo constateert KpVV. Slechts enkele regio’s hebben inzicht in de capaciteit en de bezetting van P+R locaties en carpoolpleinen. ‘Regio’s met ambities op deze terreinen beschikken in de regel wel over deze data.’
