NDW moet zich binnen twee jaar bewijzen

In 2009 is de Nationale Databank Wegverkeersgegevens (NDW) van start gegaan. In 2012 wordt de NDW geëvalueerd. Dan zal worden nagegaan of de data voldoende gebruikt wordt door de verschillende partijen en of er beter gebruik wordt gemaakt van verkeersmanagement.
Momenteel zijn 15 organisaties aangesloten bij de NDW: grote gemeenten (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht), stadsregio’s (Eindhoven, Haaglanden, Rotterdam, Amsterdam, Arnhem-Nijmegen, Utrecht) provincies (Noord-Brabant, Zuid-Holland, Noord-Holland, Utrecht) en Rijkswaterstaat. Deze partijen zijn een samenwerkingsovereenkomst voor een periode van tenminste vier jaar (tot 2012).
Het directe rendement van de NDW in termen van bijvoorbeeld minder files is lastig te meten, omdat daar ook veel andere factoren op van invloed zijn. Het Kennisinstituut voor Mobiliteitsvraagstukken (KiM) heeft daarom een checklist opgesteld van meetbare criteria waaraan het NDW in 2012 zou moeten voldoen. Dan gaat het bijvoorbeeld op de omvang van het gebruik van de NDW data door marktpartijen die verkeersinformatie verstrekken. Ook de mate waarin de wegbeheerders de NDW data gebruiken voor andere doeleinden, zoals voor beleidsanalyses, wordt in kaart gebracht. verder stelt KiM voor in enkele gebieden experimenten met verkeersmanagement te volgen waarbij gebruik is gemaakt van NDW data. Op die manier is het mogelijk een indicatie te krijgen van de orde van grootte van de NDW bijdrage aan de vermindering van files op het Nederlandse wegennet.
Verder wordt nagegaan in hoeverre wegbeheerders met elkaar samenwerken en verkeersmanagementmaatregelen op elkaar afstemmen. Ook wordt het gebruik van verkeersinformatie (voor en tijdens de reis) door automobilisten, professionele vervoerders in de transportsector en hulpdiensten (brandweer of ambulancediensten) gemeten evenals hun oordeel over bruikbaarheid en betrouwbaarheid van de informatie.

Onderwerpen: ,

Auteur: Redactie

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.