Wetsvoorstel NSC en GroenLInks-PvdA

Provincies zien niets in opzetten eigen ov-bedrijf: ‘Niet twaalf keer het wiel uitvinden’

Streekvervoer in Zeeland. ANP / Hollandse Hoogte / Peter Hilz

Het wetsvoorstel van NSC en GroenLinks-PvdA om de aanbestedingsplicht voor het streekvervoer te schrappen kan op weinig bijval rekenen bij de provincies. Zij zien nu niets in het opzetten van eigen, publieke ov-bedrijven. Dat geldt ook voor provinciebesturen die geplaagd worden door haperende vervoersconcessies. Busvervoer in eigen beheer heeft voordelen, maar die wegen niet op tegen de nadelen, stellen zij.

De provincies zien in het zogenoemde “inbesteden” geen oplossing voor personeelstekorten, teruglopende reizigersaantallen en kostendruk. Het opzetten van provinciale vervoerders zal daardoor in hun ogen geen kwaliteitswinst opleveren, blijkt uit een rondgang door OVPro langs de provinciebesturen.

De provincies zijn nu verplicht het regionaal openbaar vervoer uit te besteden. Een uitzondering geldt al voor de grote steden Amsterdam, Rotterdam en Den Haag, die een gemeentelijk openbaarvervoerbedrijf hebben. In de Tweede Kamer is een meerderheid om die uitzondering ook voor provincies te laten gelden als marktwerking door de beperkte concurrentie geen toegevoegde waarde heeft.

In tegenstelling tot de Kamer verwacht De Flevolandse gedeputeerde Jan de Reus (VVD) echter niet dat een wetswijziging “de kwaliteit op straat zal verbeteren”. Ov-concessies zijn volgens hem “in de afgelopen jaren sterk geprofessionaliseerd”. “Er komt veel kennis en techniek bij kijken. De provincies zullen dus de medewerkers van de vervoerders in dienst moeten nemen om het in eigen beheer te kunnen uitvoeren. Voor we het weten wordt er dan op ongeveer twaalf plekken opnieuw een wiel uitgevonden.”

Ondernemerschap

Flevoland heeft sinds vervoerder EBS het busvervoer in de provincie overnam te maken met een onbetrouwbare dienstverlening en een ongekend hoge rituitval. Toch neemt dat niet weg dat het ondernemerschap de provincie de afgelopen vijftien jaar “veel heeft gebracht”, stelt De Reus. “De concurrentie heeft het innovatief vermogen versterkt. Bij iedere aanbesteding worden we toch weer verrast door nieuwe mogelijkheden. Doordat vervoerders onderdeel zijn van wereldwijde concerns profiteren we mee van kennis en kunde.”

Ook gedeputeerde Jeroen Olthof (PvdA) van de provincie Noord-Holland benadrukt “de meerwaarde” van het werken met het huidige vervoersbedrijf Transdev en andere vervoerders in het verleden. “Zij denken intensief mee over de uitdagingen die er zijn en welke oplossingen daarvoor gevonden kunnen worden.”

Ook volgens de provincie Overijssel heeft het aanbesteden veel goeds gebracht voor het regionale openbaar vervoer. “In de afgelopen 20 jaar is het aanbod van het openbaar vervoer toegenomen, de efficiency is toegenomen en de klanttevredenheid is verhoogd. Dit in tegenstelling tot de ontwikkelingen in de jaren 80’ en 90’ waarin het openbaar vervoer stelselmatig achteruitgang liet zien. Ook zien we in een markt waarin meerdere aanbieders actief zijn dat partijen van elkaar leren; wat weer in het vervolg bijdraagt aan een relatief snelle en brede adoptie van technieken en werkvormen”, aldus de collegewoordvoerder.

De provincie Zuid-Holland laat weten niet van plan te zijn een eigen vervoersbedrijf op te richten. De vraag om eigen vervoersbedrijven door de overheid komt voort uit het beeld dat er te weinig belangstelling zou zijn om concessies uit te voeren. “Dat beeld herkennen we totaal niet”, zegt de woordvoerder van gedeputeerde Frederik Zevenbergen. “Er zijn ruim dertig concessies in Nederland en in een enkel geval was er te weinig interesse. Voor de concessie Zuid-Holland Noord, die vanaf december dit jaar uitgevoerd wordt door Qbuzz, ontvingen we vier inschrijvingen.”

Een vergelijkbare reactie komt uit Gelderland. Het Gelderse provinciebestuur laat bij monde van de woordvoerder weten “niets te zien” in de voorstellen van NSC en GroenLinks-PvdA in Den Haag. “De wet voorziet er nog niet in en er is dus nog geen voorbereidend besluit. Er lopen bovendien twee grote aanbesteding en daarna dan zijn de concessies in Gelderland weer belegd.”

Tijd en geld

Ook in Friesland is het maar de vraag of het instrument van inbesteding gebruikt zal worden, mocht het wetsvoorstel van NSC en GroenLinks-PvdA het halen. “We hebben net een succesvolle aanbesteding achter de rug, waaraan maar liefst drie ov-bedrijven hebben meegedaan”, zegt de woordvoerder van het provinciebestuur. “Het is daarom de vraag of een provinciaal ov-bedrijf nodig is én of een provinciaal ov-bedrijf betere prestaties kan leveren dan een regulier ov-bedrijf. Het zal in ieder geval veel tijd en dus geld kosten om een nieuw provinciaal ov-bedrijf op te richten. Dan moet de provincie namelijk ook zelf buschauffeurs in dienst nemen en materiaal aanschaffen, zoals bussen.”

Dat is echter anders in Zeeland, waar de provincie een eerdere aanbesteding zag mislukken door een gebrek aan belangstelling. Het bestuur probeert het nu opnieuw, met een eisenpakket dat aantrekkelijker moet zijn voor vervoerders. Het busvervoer in eigen beheer is volgens gedeputeerde Harry van der Maas “op korte termijn niet realiseerbaar. Wel denkt hij dat het in de toekomst interessant kan worden. “Dit omdat het extra mogelijkheden geeft in de afweging hoe we het ov organiseren. Daarom vinden wij dit als provincie wel een positieve ontwikkeling.”

Volgens Olthof (Noord-Holland) laat het Zeeuwse voorbeeld inderdaad zien dat het vinden van een vervoerder bij een concessie niet altijd vanzelfsprekend is. ”Dat er nu wellicht een alternatief komt voor dit soort situaties is goed, maar voor ons is het geen doel op zich. Want met een eigen vervoersbedrijf zijn er niet opeens meer chauffeurs, passagiers of geld.”

Niet perfect

Het huidige systeem is volgens De Reus (Flevoland) ook niet perfect, maar “de plussen zijn groter dan de minnen”. Volgens de gedeputeerde zorgen overheden steeds beter dat aanbestedingen niet uitlopen op een race to the bottom, “door niet alleen te gunnen op geld/productie maar ook veel aandacht te hebben voor kwaliteit en een minimale prijs voor dienstreglinguren”. De perikelen rond concessiewisselingen zijn volgens hem “in de regel goed te hanteren”.

De Reus zegt zich tegelijkertijd te realiseren dat vervoerders ondernemers zijn en daarom naast het algemeen belang ook financiële belangen hebben. “Het is dus de kunst om de risicoverdeling tussen partijen op orde te hebben en als partners op een zakelijke manier met elkaar op te trekken. Dit vraagt professioneel concessiebeheer. Dat is een rol waarin de provincies de afgelopen jaren zeker zijn gegroeid. De kunst is om tot een samenwerking te komen die zowel de belangen van de reiziger als die van de provincie en vervoerder dient.”

De provincie Overijssel wijst ook op de nadelige kanten van het aanbesteden. “We vragen daarom met nadruk kwaliteit uit in plaats van de laagste prijs”, zegt de woordvoerder. Overijssel heeft op dit moment geen plannen om zelf een vervoerbedrijf op te gaan richten of een vervoerbedrijf over te nemen, zo benadrukt de zegsvrouw. “De beste oplossing is dat de Rijksoverheid meer financiële middelen beschikbaar stelt voor het ov zodat provincies meer te besteden hebben en nog meer op kwaliteit kunnen aanbesteden.”

Wp2000

De wens van de Tweede Kamer om de wet te wijzigen wordt tot nu toe niet gedeeld door het demissionaire kabinet. Begin dit jaar schreef demissionair staatssecretaris Vivianne Heijnen aan de Kamer dat inbesteding in haar ogen niet vanzelf leidt tot betere kwaliteit en kostenbeheersing. De huidige Wet personenvervoer 2000 (Wp2000) is in 2006 ingevoerd om kosten te besparen en tegelijkertijd het ov aantrekkelijker te maken voor reizigers. Uit onderzoek bleek daarna dat de prestaties in het openbaar vervoer sindsdien zijn toegenomen. Het kabinet denkt bovendien dat de afgelopen jaren is gebleken dat de markt voldoende interesse heeft voor de provinciale ov-concessies.

Alleen de grote steden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht zijn op dit moment uitgezonderd van de vervoerswet, vanwege de complexiteit van de vervoersnetwerken in de stadsregio’s.

Op 16 april gaan we samen met de sector in gesprek over de uitdagingen op het gebied van mobiliteit tijdens het Nationaal Congres Mobiliteitstransitie. Praat mee over uitdagingen en oplossingen. Tickets en meer info vindt u hier.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Maak gebruik van de exclusieve aanbieding

Bekijk de aanbieding

Auteur: Erik Verheggen

Hoofdredacteur Mobiliteit, ProMedia Group