Soepelere regels voor zakelijke ov-abonnementen definitief
Voor werkgevers in Nederland wordt het vanaf 1 januari eenvoudiger om ov-abonnementen aan werknemers te verstrekken die ook privé gebruikt mogen worden. Na instemming van de Tweede Kamer heeft ook de Eerste Kamer gisteren haar goedkeuring gegeven aan het wetsvoorstel.
De wijzigingen hebben tot doel om het fiscaal en administratief makkelijker te maken om werknemers toegang tot het openbaar vervoer te geven.
Er zijn drie manieren waarop werkgevers ov aan werknemers kunnen aanbieden: ter beschikking stellen (waarbij de ov-kaart betaald wordt door én eigendom is van de werkgever), vergoeden (waarbij de werknemer een kaart koopt en de werkgever dit vergoedt) of verstrekken (waarbij de werknemer een eigen kaart koopt, maar de werkgever een abonnement op die kaart koopt). Hoewel de uitwerking voor deze drie manieren verschilt, zijn de fiscale voordelen nu gelijkgetrokken.
Rompslomp
Deze aanpassingen zorgen ervoor dat werkgevers niet langer aan de Belastingdienst hoeven te bewijzen dat de ov-kaart voornamelijk zakelijk wordt gebruikt, waarmee administratieve rompslomp wordt verminderd. AWVN, de werkgeversorganisatie, is blij met de wijzigingen, die een langgekoesterde wens van werkgevers vervullen.
Ook reizigersorganisatie Rover reageert enthousiast omdat de regeling ‘het gebruik van openbaar vervoer aantrekkelijker maakt zonder extra kosten voor werknemers’.
Vanaf volgend jaar moeten werkgevers bovendien verplicht de CO2-uitstoot van woon-werkverkeer rapporteren. De NS verwelkomt de veranderingen, omdat ze bijdragen aan het stimuleren van ov-gebruik. Grote werkgevers lijken positief, maar verwachten geen directe revolutie. De ontwikkelingen worden echter nauwlettend gevolgd, vooral door bedrijven die al actief zijn op het gebied van groene arbeidsvoorwaarden.
Lees ook:
