Markt voor grensoverschrijdend busvervoer op korte afstand blijft klein

FOTO VerkeersNet

Landsgrenzen belemmeren OV-gebruik tussen gebieden aan beide weerszijden. De markt voor grensoverschrijdend busvervoer op afstanden tot 50 km is klein en zal dat waarschijnlijk blijven. Naar verwachting zal de groei van het langeafstandsbusvervoer op de korte termijn doorzetten. Dit concludeert het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) in het onderzoek ‘De bus over de grens: grensoverschrijdende busverbindingen in Nederland’, uitgevoerd in opdracht van het ministerie van IenW.

Het onderzoek geeft een beeld van de potentie van de bus als onderdeel van het grensoverschrijdend openbaar vervoer (OV), zowel als alternatief voor als ter aanvulling op de trein. Het KiM voerde het onderzoek uit op basis van literatuurstudie, aangevuld met gesprekken met OV-deskundigen van provincies met een landsgrens.

Concessies

Bij het grensoverschrijdend busvervoer moet onderscheid worden gemaakt tussen vervoer over korte afstanden (minder dan 50 km) en vervoer over langere afstanden (50 km en meer). Het eerste segment valt onder een vervoersconcessie van de regionale overheid – hetzij die in Nederland, hetzij die in België of Duitsland). Het tweede segment is een geliberaliseerde markt, waarop private vervoerders als Flixbus en IC Bus actief zijn. Om ook binnen Nederland reizigers te kunnen vervoeren, dienen zij bij de betrokken concessiebeheerders ontheffing aan te vragen.

Landsgrenzen belemmeren volgens het KiM nog altijd de ruimtelijke interactie tussen gebieden aan beide weerszijden. Ze leiden tot minder mobiliteit en dus ook minder ov-gebruik dan in de situatie zonder landsgrens. Dit komt door zaken als taal- en cultuurverschillen, beperkte wederzijdse erkenning van opleidingen, verschillen in belastingregimes en een minder ontwikkelde infrastructuur tussen landen dan binnen een land.

Weinig

Tussen Nederland en België dan wel Duitsland rijden op dit moment vijftig grensoverschrijdende buslijnen die onder een concessie vallen. Hiervan rijdt de helft onder een Nederlandse concessie en met een Nederlandse vervoerder.

Het overgrote deel van de lijnen heeft lage tot zeer lage frequenties

Sociaal-recreatieve reismotieven hebben er de overhand. Het overgrote deel van de lijnen heeft lage tot zeer lage frequenties. Er zijn vijftig buslijnen over korte afstanden van Nederland naar België of Duitsland. Op veertig van de vijftig buslijnen worden per dag minder dan 200 grensoverschrijdende reizen gemaakt. Dat is volgens het KiM weinig in vergelijking met buslijnen binnen Nederland.

De markt voor grensoverschrijdend busvervoer op afstanden tot 50 km is klein en zal dat waarschijnlijk blijven, concludeert het KiM. Er zijn volgens het kennisinstituut namelijk geen aanwijzingen dat sociaal-economische ontwikkelingen aan beide zijden van de grens tot een grote vraagtoename gaan leiden.

Doorzetten

Er zijn ambities om oude grensoverschrijdende spoorlijnen nieuw leven in te blazen. Het gaat om Terneuzen-Gent, Weert- Hamont, Nijmegen-Kleve en Coevorden-Rheine. Het KiM concludeert dat in al deze gevallen een nieuwe busverbinding vooralsnog een efficiëntere oplossing is.

Tekst gaat verder onder de foto

Flixbus FOTO Flixbus

Langeafstandsbusvervoer

Het langeafstandsbusvervoer is volgens het KiM de afgelopen jaren zeer sterk gegroeid, zowel in aanbod als in aantallen reizen. In 2018 bedroeg het aantal internationale busreizen van en naar Nederland met Flixbus, de belangrijkste aanbieder in dit marktsegment, ongeveer 3,5 miljoen. Ter vergelijking: NS schat het aantal internationale treinreizen over langere afstanden in 2018 op ongeveer 7 miljoen. Naar verwachting zal de groei van het langeafstandsbusvervoer op de korte termijn doorzetten.

Vergelijking tussen langeafstandsbusvervoer en trein bij een aantal voorbeeldreizen laat in optiek van het KiM geen eenduidig beeld zien: meestal is de trein sneller, in frequenties is het beeld wisselend en in prijs en directheid van de verbinding scoort de bus beter.

In toenemende mate bieden langeafstandsbusvervoerders ook binnenlandse verbindingen aan, als onderdeel van internationale verbindingen. Cabotage heet dit zogenoemde binnenlands vervoer in een ander land. Afhankelijk van de situatie is hiervoor een ontheffing van de concessieplicht nodig. De Europese Commissie wil deze voorwaarden over cabotage afschaffen. Volgens het KiM kunnen reizigers profiteren van deze verdere liberalisering van de langeafstandsbusmarkt.

Auteur: Jan Pieter Rottier

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.