Budget ontoereikend voor OV-investeringen in steden

Er is zowel bij de vervoerregio’s als bij het Rijk niet genoeg geld beschikbaar voor alle OV-investeringen die noodzakelijk zijn om de stedelijke regio’s bereikbaar te houden. “Rijk en regio zien beide dat het knelt”, aldus staatssecretaris Stientje van Veldhoven van Infrastructuur en Waterstaat. Ze reageert hiermee op een onderzoek van Twynstra Gudde in opdracht van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag, de Vervoerregio Amsterdam en het ministerie van IenW.

Het doel was hier om erachter te komen wat het gevolg is van de teruglopende budgetten op de geplande investeringen voor verkeer en openbaar vervoer. De bestuurders van steden en directeuren van stadsvervoerders waarschuwen namelijk al enige tijd dat extra geld noodzakelijk is. De conclusie uit het onderzoek laat echter weinig aan de verbeelding over: alle plannen zijn niet haalbaar op basis van de middelen die te verwachten zijn.

Oorzaken

Dit komt met name omdat de zogenaamde beleidsvrije investeringsruimte tot aan 2040 afneemt. Dit bedrag wordt gevormd door de het bedrag dat van de BDU (Brede Doeluitkering verkeer en vervoer) overblijft nadat hier de exploitatiebijdrage voor het OV en de kosten voor beheer, onderhoud en vervanging zijn afgegaan. In het onderzoek is er uitgegaan van een gelijkblijvende BDU, maar de verwachting is wel dat de vervoerregio’s meer moeten uitgeven aan beheer, onderhoud en vervanging.

“De regio’s Rotterdam Den Haag en Amsterdam staan voor forse opgaven om de bereikbaarheid te verbeteren en ook aan te sluiten op de toekomstige groei”, aldus de onderzoekers. “Conclusie is dat er een spanningsveld is tussen de ambities en de beschikbare middelen.”

Grafiek investeringen en investeringsruimte

Verdeling geld

Hoewel er een spanningsveld wordt geconcludeerd, dragen de onderzoekers ook enkele mogelijke oplossingen aan om toch de gewenste investeringen te kunnen doen. Een daarvan is het loslaten van de huidige manier waarop geld verdeeld wordt. Op dit moment worden de middelen verdeeld tussen het Rijk, de provincies, de vervoersregio’s en de gemeenten.

Die partijen hebben allemaal de verantwoordelijkheid over een deel van het vervoer. De onderzoekers adviseren om die verdeling eens goed onder de loep te nemen, aangezien het bereikbaar houden van steden de komende jaren ‘steeds meer van nationaal belang is’. Het is het daarom bijvoorbeeld waard om te kijken of provincies of gemeenten kunnen bijdragen aan investeringen in de stedelijke regio’s, wordt geconcludeerd in het rapport van Twynstra Gudde.

Tevens krijgen overheden het advies om juist de nadruk te leggen op samenwerking in plaats van op een specifieke taakverdeling. Er zijn al enkele projecten waarbij het Rijk en de regio samenwerken. Dit is volgens de staatssecretaris al een ambitie in het Toekomstbeeld 2040. Hierin is het de wens om het beschikbare geld voor investeringen te bundelen en zo effectiever in te zetten.

Verstedelijking

Andere oplossingen zijn bijvoorbeeld het beter benutten van het openbaar vervoer, de mogelijkheid voor betalen naar gebruik, waarbij de opbrengsten direct ingezet kunnen worden voor investeringen, of toch het verhogen van de BDU-gelden door die te laten meegroeien met de opgaven voor de stedelijke bereikbaarheid. Daarbij moet er rekening mee gehouden worden dat er een combinatie gemaakt moet worden tussen deze mogelijke oplossingen, stelt het onderzoek.

Van Veldhoven erkent dat er een spanningsveld ontstaan is vanwege de beperkte budgetten, maar benadrukt ook dat er al stappen gezet worden. Zo bekijkt een stuurgroep wat de mogelijkheden zijn om partijen die baat hebben bij OV-investeringen te laten meebetalen aan die investeringen. Verder stelt ze dat het aan de regio’s is om te werken aan een groeistrategie. Hierin is het juist de ambitie om de bestaande infrastructuur optimaal te benutten, waardoor grote investeringen waar mogelijk vermeden dan wel uitgesteld kunnen worden.

“Ik vind het belangrijk om samen met de regio’s de opgave in het gebied helder op tafel te krijgen, net als een stapsgewijze strategie om daar mee om te gaan. Ook als nog niet alle middelen daarvoor beschikbaar zijn. Ik word door de vervoerregio’s betrokken bij de bereikte resultaten van deze strategie. Bij goede plannen ben ik, met inachtneming van de huidige budgettaire kaders en prioriteiten uit het Toekomstbeeld OV, bereid te bezien of een financiële bijdrage vanuit het Rijk mogelijk is.”

Lees ook:

Auteur: Inge Jacobs

3 reacties op “Budget ontoereikend voor OV-investeringen in steden”

Pat Rick|05.06.19|16:32

Het meeste geld dat er wel is wordt opgeslorpt door ProRail, voor 1 miljard in de stations rond Amsterdam en miljarden voor PHS. Kan het geld niet beter besteed worden in oplossingen die kosteneffectiever zijn en waar ProRail het monepolie heeft? ProRail denkt altijd in hoofdspoor, en als dure organisatie dragen ze bij aan een dure trein, terwijl er dan geen geld meer is voor andere vervoersoplossingen. ProRail wil metro gaan spelen met frequenties van 8 per uur terwijl metro tot 40-60 /u kan!

Pat Rick|05.06.19|16:22

Men moet creatiever zijn dan alleen de Nederlandse boekhoudersmentaliteit. Trek kapitaal aan van pensioenfondsen dat zit te springen om rendament om later onze eigen pensioenen te kunnen betalen. Zo kan de doortrekking van de Noord/Zuidlijn zorgen voor verbinding met Schiphol, Hoofddorp, Nieuw-Vennep, en veel auto’s uit de files halen naar A’dam. Nog meer CO2 uitstoot kan verminderd worden door P&R langs de A4. Ook Havenstad, Zaanstad en Almere. Belangrijk zijn hogere OV-frequenties (30-40/uur)

Henk Angenent|04.06.19|11:52

In de tussentijd gaan er wel miljarden naar asfalt. Maar gezien het feit dat V&W en de provincies / regio’s en gemeenten al decennia lang worden geterroriseerd door rechtse politici, zal er wel nooit meer geld komen voor OV, hoe noodzakelijk dat ook is.