Waarom een goed aangelegde weg niet altijd veilig is

Elektrische fiets
VVN vindt dat opvoeren van e-bikes verboden moet worden. IenW/Paul Voorham

Een weg kan volgens alle normen zijn aangelegd, maar niet leiden tot veilig rijgedrag. Nu de ongevallenregistratie te wensen overlaat, is er voor gemeenten een nieuwe manier om te kijken wat er ‘mis’ gaat: door te kijken naar human factors. Adviesbureau Exante en de gemeente Roermond hebben hier goede ervaringen mee.

Op het eerste gezicht is het kruispunt Oolderweg-Offerkamp in Roermond ontworpen zoals zou moeten. De kruising voldoet aan alle normen. En toch vond er een ongeval plaats. En kwamen er klachten dat mensen te hard rijden. Wat is er aan de hand?

“Vroeger zou je de ongevallenregistratie erbij pakken”, vertelt Hans van Rijen, adviseur bij Exante, een adviesbureau voor verkeer en stedelijk ontwerp. “Je had de AVOC, de analyse van ongevallenconcentraties. Hieruit kon je dan onveilig verkeersgedrag aflezen. Maar vandaag de dag is duidelijk sprake van onderregistratie. En de informatie die bekend is over een ongeval is veel minder uitgebreid.”

Dat gat kan gevuld worden met de human factors-aanpak, legt Van Rijen uit. Partijen als Rijkswaterstaat werken er al langer mee, maar pas sinds een jaar of twee, drie sijpelt het volgens hem steeds meer door op gemeentelijk niveau. Bij human factors staan niet de kale cijfers centraal, maar de inzichten uit de verkeerspsychologie.

Uitlokken

“Zoals het woord al zegt: je kijkt naar de menselijke invloed. Hoe reageert iemand op verkeer en infrastructuur? Dat onderzoek je als je kijkt naar human factors.” Vier punten onderzoek je: neemt een weggebruiker echt waar?, begrijpt hij of zij het?, kan hij of zij het gewenste veilige gedrag vertonen en wíl hij of zij ook? Uitgangspunt bij dit alles is: een weg moet zo ingericht zijn, dat die het juiste, veilige gedrag ‘uitlokt’.

Om met het eerste te beginnen: waarnemen. “Er is een verschil tussen zien en waarnemen”, zegt Van Rijen. “Soms zie je als automobilist die kruispunten, borden of overstekende fietsers wel, maar neem je ze niet bewust waar.”

Het grootste deel van de mensen is bereid om zich enigszins fatsoenlijk te gedragen

Hierop volgt de stap begrijpen. “Je kunt een situatie zien en waarnemen, maar niet begrijpen. Een plek waar fietsers van twee richtingen kunnen oversteken wordt bijvoorbeeld nog wel eens niet begrepen door automobilisten. Er staan reflecterende borden, op de weg is markering aangebracht en toch snapt niet iedereen het. Je verwacht namelijk vaak fietsers van rechts in plaats van links.”

Fatsoenlijk

Dan is het de vraag: kan hij of zij het veilige gedrag vertonen? Soms blijkt dat weggebruikers te veel verschillende handelingen tegelijk moeten uitvoeren. En dat gaat niet altijd goed.

Het ‘willen’ is het vierde element. “Mensen denken bij deze stap vaak aan huftergedrag: aso’s die gewoon niet voorzichtig willen rijden. Maar dat is echt een kleine groep. Het grootste deel van de mensen is bereid om zich enigszins fatsoenlijk te gedragen. Nee, vooral de omgeving speelt een belangrijke rol. Mensen gaan vaak hard rijden omdat anderen dat ook doen.”

3D

Je kunt op twee momenten naar deze human factor-elementen kijken: in de ontwerpfase van een weg en als een weg er ligt – en er bijvoorbeeld een ongeval heeft plaatsgevonden of juist om proactief de situatie veiliger te maken.

“Vooraf is lastig”, zegt Van Rijen. “Je bent niet ter plekke dus je moet echt op basis van je kennis en ervaring een voorstelling maken van hoe een weg er in de toekomst uitziet en waar knelpunten kunnen voorkomen. Tekeningen zijn vaak in 2D, maar wij ontwerpen steeds vaker in 3D. Dan kun je de situatie veel beter inschatten.”

Uniek

Zo’n onderzoek na het aanleggen gebeurt met een schouw. “Dan rijd je de weg een paar keer uit als automobilist, fietser en voetganger en leg je alles vast op beeld. Tijdens zo’n schouw probeer je echt te denken en dingen te zien vanuit de weggebruiker. En dan zie je vaak wel of er iets verkeerd gaat. Vaak gaat het niet op een van de vier punten mis, maar op een combinatie er van.”

Het punt is, benadrukt Van Rijen, dat een weg vaak wel goed ingericht is. Helemaal volgens de normen. En dat het desondanks toch verkeerd gaat. Deels omdat iedere weg uniek is en deels omdat je altijd met mensen te maken hebt.

Je moet ook het subjectieve aspect meenemen

Het zit ‘m soms in kleine dingen, zo werd in Roermond duidelijk. “De kruising met de Offerkamp is geheel volgens de juiste maatvoering aangelegd”, vertelt verkeerskundige Remi Kok. “Maar de kruising is wijds en op twee plekken zijn de rijstroken wat breder. Dat droeg bij aan het gevoel dat mensen er te hard rijden, terwijl dat in de praktijk mee bleek te vallen. Tegelijk hebben kruisende fietsers veel snelheid omdat ze van een talud komen. Dat verwachten automobilisten niet en daarnaast nemen fietser door de vlotte afdaling meer risico’s.”

Met een paar ingrepen is dit op te lossen, vertelt Kok. “Een knik in het fietspad plaatsen en de oversteekvoorziening iets aanpassen kan al een groot verschil maken. Verschillende punten hebben we al verbeterd, met veel zaken zijn we nog bezig.”

Diehards

Deze nieuwe manier van werken was voor Kok zo waardevol, dat hij en zijn collega’s dit ook hebben toegepast bij het nieuwe verkeersveiligheidsplan, dat net is afgerond. Hierin nemen ze de beleving van omwonenden expliciet mee.

“Als verkeerskundige kijken we vaak naar de objectieve verkeersgegevens. Daar zijn we diehards in. Maar daar zijn we in dit plan van afgeweken. Je moet ook het subjectieve aspect meenemen. Als mensen die in de omgeving wonen zich onveilig voelen, moet je daar wat aan doen. En vaak kun je met kleine maatregelen dat gevoel van veiligheid terugbrengen.”

Auteur: Jan Pieter Rottier

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.