‘Brussel moet CO2-reductie, uitrol van laadpalen en komst autonoom vervoer stimuleren’

Europees Parlement. Foto: iStock / DLMcK
Europees Parlement. Foto: iStock / DLMcK

Het Europees Parlement is van grote invloed op de mobiliteit in Nederland, stellen drie Nederlandse kandidaten voor de verkiezingen op 23 mei. Volgens hen moet Brussel ontwikkelingen als CO2-reductie, de uitrol van laadpalen voor elektrische auto’s en de komst van de zelfrijdende voertuigen een enorme zet geven. Zo kan het continent voorop blijven lopen in de wereld.

“Europa heeft nu een mooie positie en moet moeite doen om die positie te behouden”, zegt Caroline Nagtegaal-van Doorn (VVD). “In China gaan de ontwikkelingen erg snel, maar ook veranderingen door Trump en Brexit hebben effecten op Europa en op de logistieke en transportsector.” Om koploper te blijven moet, zegt Nagtegaal, nagedacht worden over echt baanbrekende technologieën op het gebied van mobiliteit.

“Ik wil dat ze buiten Europa denken: wauw, in Europa vliegen ze elektrisch. Of: wauw, in Europa brengen ze truck platooning echt in de praktijk”, schetst de politica. “We zijn dan innovatief bezig, het helpt het klimaat én het helpt onze concurrentiepositie.”

Elektrisch vervoer

Volgens Nagtegaal heeft Europa de komende periode vier prioriteiten: digitalisering en innovatie ruim baan geven, een gelijk speelveld creëren voor eerlijke concurrentie en het uitrollen van een duurzaamheidsstrategie. Als laatste moet ingezet worden op bereikbaarheid en optimale ontsluitingen van het achterland. “We moeten zorgen voor optimale verbindingen van noord naar zuid en van oost naar west. Zowel voor goederen als voor reizigers.”

Innovatie is ook voor Raoul Boucke, kandidaat voor D66, het belangrijkste thema. Nieuwe vindingen kunnen volgens hem flink bijdragen aan de reductie van CO2. Hij wijst op innovaties als aerodynamische vrachtwagencabines, autonoom rijden en truck platooning. Specifiek wijst hij op de ontwikkeling van elektrische auto’s.

“In Nederland willen we dat alle nieuw verkochte auto’s in 2030 elektrisch zijn. Een mooi streven dat we ook moeten halen. Dan helpt het enorm als we Europese afspraken maken over de laadinfrastructuur. Deze verkiezingen zijn dus een enorme kans om de groene agenda sneller te realiseren.”

Samenwerking

Boucke vindt het bij uitstek een taak van het Europees Parlement om te voorkomen dat reizigers straks meer dan één pas nodig hebben om in Europa hun auto te laden. “Je hebt niets aan een elektrische auto met een actieradius van 600 kilometer als je niet net zo gemakkelijk je auto in Frankrijk kunt opladen. Dat is een manier van denken die we nu nog missen. Je ziet wel initiatieven die kant op, maar wetgeving mag die wat meer stimuleren. Dan kunnen we concrete stappen zetten naar een nieuwe, moderne en schone maatschappij.”

CDA’er Wim van de Camp breekt een lans voor de zelfrijdende auto. “Europa zal daarnaast met wetgeving en subsidies voor autonoom vervoer moeten komen om de Europese samenwerking te bevorderen. Je ziet dat bijvoorbeeld alleen in Nederland er al een stuk of acht tot tien projecten zijn op het gebied van ontwikkeling van zelfrijdende auto’s. Wij willen de samenwerking stimuleren.”

Strengere emissiewetgeving

Van de Camp verwacht wel dat de individuele auto uit steden zal verdwijnen. Want auto’s met een verbrandingsmotor vervangen door elektrische auto’s of door zelfrijdende auto’s zullen de verkeersverstoppingen niet voorkomen. Ook die voertuigen hebben rubberdeeltjes en zorgen voor fijnstof.

“Ik voorzie dan ook een grote collectivisering van het stadsvervoer”, aldus de CDA’er. “Dit is geen taak van de EU, maar we kunnen wel best practices delen van steden waar dingen goed werken, zoals Parijs, Praag en Boedapest. Daarnaast bestaan er Europese subsidies om innovaties te stimuleren.”

Deze ontwikkeling hangt voor hem samen met strengere emissiewetgeving. “Dit vraagt om Europese wetgeving die uitnodigt tot innovatie. Die moet niet worden beperkt door de belangen van de huidige auto-industrie. Als je gifwolken in Wallonië hebt, dan stoppen die niet aan de grens bij Hazeldonk of Maastricht. De milieuwetgeving heeft een zeer Europees karakter.”

Ruimte geven

Boucke pleit voor betere samenwerking op verschillende beleidsterreinen, zodat bijvoorbeeld transport, data en regelgeving gekoppeld kunnen worden. “We hebben ontzettend veel data in voertuigen, maar geen duidelijke regels over wie de eigenaar is van die data en wie er wat mee mag doen.”

Het Europees Parlement moet de sector wel voldoende ruimte geven om zelf met oplossingen voor mobiliteitsuitdagingen te komen, vindt Nagtegaal-van Doorn. Dat de mobiliteitssector afgelopen jaren heeft laten zien heel innovatief en ambitieus te zijn, bewijst volgens haar dat het kan.

In haar ogen is het belangrijk dat Europa niet te veel op detailniveau afspraken en regels neerlegt. “Wij moeten als Europa met kaders komen en dan is het aan de sector om op de proppen te komen met innovaties: van hyperloops, truck platooning tot digitale vrachtbrieven en alternatieve brandstoffen. Wij moeten de sector zelf de ruimte geven om de uitdagingen op gebied van digitalisering en duurzaamheid voortvarend op te pakken. Daar zijn zij toe en staat in ze kunnen dat als de beste. We kunnen en moeten baanbrekend zijn en juist daarom kan Europa niet te bemoederend en restrictief zijn. Geef de sector de ruimte.”

Met medewerking van Inge Jacobs en Marieke van Gompel. Dit artikel verscheen in een andere vorm in Nederlands Vervoer.

Auteur: Jan Pieter Rottier

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.