Blog: menselijke maat keert langzaam terug in het verkeer

Alle grote steden in Nederland willen de komende jaren hun inwoners weer centraal zetten. Ook in het landelijk gebied worden parkeerplaatsen omgetoverd tot aantrekkelijke pleinen die het leven terugbrengen. En zo keert de menselijke maat langzaam terug in het (stedelijke) verkeer, ziet Fietsersbond-directeur Saskia Kluit. Het leven in de nieuwe menselijke stad kan volgens haar best een tandje minder snel.

Niets is moeilijker dan vooruitblikken, zeker als het om mobiliteit gaat. Het bewijs daarvan zie ik als ik vanaf mijn werkplek naar buiten kijk. Daar in de verte wordt een van de grootste ruimtelijke fouten van Nederland hersteld: waar je een paar jaar geleden nog met je auto over het kortste stukje tienbaansweg van ons land kon rijden, ligt over een dik jaar weer een prachtige singel.

Teruggeven

Dat hadden ze in de jaren vijftig niet zien aankomen. Destijds was het geloof in de automobiel heilig en daar moest in Utrecht alles voor wijken. Ingenieur Max-Erich Feuchtinger maakte een plan waarin de toekomst in zwart asfalt dwars door de oude binnenstad werd gelegd. Het plan werd nooit uitgevoerd, op dat ene kleine stukje na, dat nu dus weer wordt teruggegeven aan de mensen.

Ondanks dat voorspellen dus lastig blijkt, kun je op basis van de wensen van mensen toch best iets zeggen over welke trend ook voor de toekomst belangrijk is. Laat ik me daarom toch eens aan een voorspelling wagen: dit soort operaties, zoals in Utrecht, gaat in de komende jaren vaker voorkomen.

Menselijke maat

Alle grote steden in Nederland willen komende jaren de inwoners weer centraal zetten. Ook in het landelijk gebied worden parkeerplaatsen omgetoverd tot aantrekkelijke pleinen die het leven terugbrengen. En zo keert de menselijke maat langzaam terug in het (stedelijke) verkeer. Snelwegen verdwijnen ondergronds, gemeenten kiezen voor een betere luchtkwaliteit, en dus voor minder autoverkeer en schoon openbaar vervoer.

Het leven in de nieuwe menselijke stad kan best een tandje minder snel

Boven alles krijgen voetgangers en fietsers steeds ruimer baan. Een prachtig vooruitzicht, dat veel mooi ingerichte steden en dorpen op zal leveren, de gezondheid van mensen positief zal beïnvloeden en waar bovenal alle mensen graag willen blijven.

Het moet echter alleen niet bij de inrichting blijven. Ruimte voor fietsers en voetgangers is één ding, maar wie kiest voor de menselijke maat in stedenbouw moet ook durven kiezen voor een lagere snelheid. Het leven in de nieuwe menselijke stad kan best een tandje minder snel. Daarom pleit de Fietsersbond voor verlaging van de maximumsnelheid in de bebouwde kom naar 30 kilometer per uur.

Sprongen vooruit

Het tijdverlies voor automobilisten is te verwaarlozen, maar de bereikbaarheid voor alle andere mensen neemt enorm toe. En deze groep is niet onaanzienlijk. Bijna 50 procent van de Nederlanders heeft immers helemaal geen rijbewijs. Met een lagere snelheid gaat de leefbaarheid en de verkeersveiligheid in steden en dorpen met sprongen vooruit.

In een getemde stad voelt iedereen zich prettiger. Kinderen, senioren, mensen met een handicap, maar ook mensen zoals ik, die heel gelukkig worden van een rondje fietsen of wandelen . Dat wens ik ook u toe, te beginnen in 2019.

Saskia Kluit
Directeur Fietsersbond

Lees hier de andere oud-en-nieuw-blogs:
KiM: Het kennislandschap mobiliteit: efficiënt versnipperd?
VVN: brede aandacht voor verkeersveiligheid blijft hard nodig
SWOV: 2019, een beslissend jaar voor de verkeersveiligheid