Turborotonde nog niet uitontwikkeld

turborotondeWereldwijd zijn een kleine 400 turborotondes gebouwd, waarvan 300 in Nederland en de rest verspreid over de wereld. Op de bijeenkomst over turborotondes van de VerkeersnetAcademy op 8 oktober komt niet alleen de uitvinder van de turborotonde aan het woord, maar ook de auteur van het CROW standaardwerk over turborotondes. Want we weten wel veel, maar nog lang niet alles.

In 1996 kwam ir. Bertus Fortuijn op het idee van de turborotonde. Hij zocht een oplossing voor het voorkòmen van weefproblemen en ‘snijongevallen’ op tweestrooksrotondes. Eerst werd het effect bekeken van een overrijdbaar verhoogde riggel tussen de stroken, ter voorkoming van het afsnijden van bochten. Dat bleek al aardig te werken. Dat leidde uiteindelijk tot de aanleg van de eerste turborotonde ten noorden van de aansluiting Rotter¬dam-Lombardijen op de A15 in 2000.

Inmiddels is Fortuijn gepromoveerd op de turborotonde, en zijn er honderden van aangelegd.

Je zou wellicht denken dat de turborotonde inmiddels uitontwikkeld is, maar niet is minder waar. Fortuijn stip één element aan: ‘Het is bijvoorbeeld mogelijk om door middel van rotonde-doseerlichten niet alleen extreme wachttijden te voorkomen, maar ook de capaciteit van een turborotonde te verhogen. En voor het verwerken van grotere verkeersstromen is het turboplein ontwikkeld, met een lagere doorrijsnelheid en een snellere cyclustijd dan een gewoon viertakskruispunt.’

De positie cq. de veiligheid van fietsers op een turborotonde is ook een onderwerp dat nog steeds de gemoederen bezig houdt. Bertus Fortuijn: ‘Internationaal is dat een punt van zorg op alle rotondes. De rotondes in Nederland vormden begin jaren negentig daarop een gunstige uitzondering, omdat toen – na een dodelijk ongeluk in Wassenaar op een rondgaand fietspad– bijna op alle rotondes het principe van het uitgebogen fietspad werd toegepast, met fietsers uit de voorrang. Dat was een oplossing waarmee ook al op gewone kruispunten buiten de bebouwde kom zeer positieve ervaringen waren opgedaan. Ondertussen is door toedoen van de Fietsersbond in grote delen van Nederland die regel voor rotondes binnen de bebouwde kom verlaten, waardoor de fietsveiligheid op rotondes ook in Nederland een probleem is geworden. Theoretisch is aantoonbaar dat dit probleem zich op turborotondes met fietsers in de voorrang in verhevigde mate voordoet in verband met afdekongevallen.’

‘Desondanks is in de CROW-publicatie 257 Turborotondes (2008) een variant opgenomen met fietsers in de voorrang’, vervolgt Fortuijn. ‘De randvoorwaarde daarbij is, dat aanvullende drempelvoorzieningen de snelheid van het gemotoriseerde verkeer terugbrengen tot ver onder de 30 km/h. Het lijkt er echter op dat veel oplossingen voor de fietsveiligheid rond turborotondes in halfslachtige maatregelen blijven steken.’

De auteur van de CROW-uitgave komt eveneens aan het woord op de VerkeersnetAcademy bijeenkomst. Hij kent alle ins- en outs van de verschillende ontwerpvarianten die inmiddels zijn verschenen. Dirk de Baan (Royal HaskoningDHV): ‘Niet alle turborotondes zien er hetzelfde uit óf voldoen aan de CROW-richtlijnen. Helaas is nog geen ongevallenvergelijking gemaakt zodat eenduidig de verkeersveiligheid van een turborotonde kan worden onderbouwd. Wel is veel te vertellen over de effecten van afwijken van richtlijnen op het gedrag van de weggebruikers.’

Want om die weggebruiker gaat het uiteraard en dat wordt nog wel eens vergeten, Robbin Lankhuijzen, adviseur bij XTNT.

Onderwerpen:

Auteur: Redactie

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.