Meer kans op blijvende gedragsverandering na verhuizing of geboorte kind

babyMensen waarvan de kinderen het huis uit zijn, zijn minder aan huis gebonden en gebruiken eerder de fiets. Vaders en moeders gaan na de geboorte van het kind minder uit. Er worden minder en kortere reizen gemaakt. Mobiliteitsbeïnvloeding kan effectiever zijn door in te spelen op dergelijke levensgebeurtenissen.

Dat stelt Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid KiM in een notitie ‘Macht der gewoonte’.

Mensen zijn gewoontedieren. Ze reizen bijvoorbeeld iedere dag op een vast tijdstip met hetzelfde vervoermiddel. Soms wordt zo’n ingesleten patroon doorbroken door een levensgebeurtenis. Mensen gaan studeren, veranderen van baan, gaan trouwen of krijgen een kind. Dat zijn momenten waarop het oude vertrouwde gedrag opnieuw tegen het licht wordt gehouden, aldus KiM.
‘Vooral mensen in de leeftijd van 20 tot en met 40 jaar krijgen met dergelijke levensgebeurtenissen te maken. Mensen staan op zo’n moment eerder open voor informatie, bijvoorbeeld over andere vormen van vervoer. Zo kunnen nieuwe gewoonten ontstaan.’

In het rapport wordt dat toegelicht aan de hand van een paar voorbeelden.

In Engeland is bijvoorbeeld gekeken naar het effect van life events op het gebruik van de fiets. In Engelse steden die hadden geïnvesteerd in het promoten van de fiets, werden over een langere periode levensgebeurtenissen in kaart gebracht en nagegaan of die iets voor het gebruik van de fiets betekenden. Er bleek inderdaad een verband te bestaan. Een verandering van baan kan mensen, door de kleinere reisafstand, de fiets doen pakken. Mensen waarvan de kinderen het huis uit zijn, zijn minder aan huis gebonden en gebruiken eerder de fiets. Mensen die, gezien hun leeftijd, geconfronteerd worden met gezondheidsklachten besluiten om meer te gaan fietsen en zo hun gezondheid te verbeteren.

De Duitse sociaal-psycholoog Bamberg deed met enkele collega’s onderzoek naar de mogelijkheden van gedragsverandering na een verhuizing. De deelnemers bestonden uit mensen die naar Stuttgart waren verhuisd. Zij kregen een informatiepakket toegestuurd met kaart, routes, haltes, informatie over kosten en een ov-kaart waarmee een hele dag gratis in Stuttgart kon worden gereisd. Zo kort na de verhuizing bleek men voor deze informatie open te staan en werd het openbaar vervoer meer dan voorheen gebruikt. In de oorspronkelijke woonplaats werd 13% van alle reizen met het openbaar vervoer gemaakt, in Stuttgart nam dit percentage toe tot 30%.

KiM noemt in de notitie 15 gebeurtenissen die direct of indirect gevolgen hebben voor iemands reispatroon. Ze zijn te scharen onder de noemer relaties (samenwonen, scheiden), scholing (kinderen bereiken schoolgaande leeftijd, afstuderen), werk (nieuwe baan, ontslag) en overig (ernstige ziekte, verhuizen).

De overheid kan op de spontane levensgebeurtenissen inspelen. Door op ‘slimme’ momenten contact te zoeken kan gewoontegedrag met goede informatie en andere beleidsimpulsen in de gewenste richting worden gestuurd.

Op basis van gegevens van het CBS is het mogelijk om een relatie te leggen tussen een aantal levensgebeurtenissen en het moment waarop ze in iemands leven plaatsvinden. Verhuizen of het nemen van een andere baan, gaan vaak gepaard met administratieve wijzigingen waar de overheid op de een of andere manier bij betrokken is.

De overheid heeft echter geen zicht op alle life events. Andere partijen, zoals consultatiebureaus, crèches, scholen, werkgevers en woningbouwverenigingen, hebben dat vaak wel. Die kunnen soms rechtstreeks en soms via gemeenten worden ingeschakeld.

Welke levensgebeurtenissen zijn het meest geschikt om op het gebied van verkeer en vervoer te benutten vraagt nog nader onderzoek en ook hoe je de benodigde gegevens boven tafel krijgt.

Een aanzet daartoe kan gemaakt worden via het Mobiliteitspanel Nederland (MPN), waarvan de eerste resultaten in de loop van 2014 beschikbaar komen. Daarin wordt zowel aandacht besteed aan life-events als de invloed daarvan op mobiliteitsgedrag.

Auteur: Redactie

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.