Kwart partybezoekers rijdt wel eens onder invloed

Jongeren die geregeld party’s en festivals bezoeken hebben opvallend vaak ervaring met rijden onder invloed. Een kwart van deze groep heeft het afgelopen jaar na een uitgaansavond wel eens onder invloed van alcohol en/of drugs autogereden. Van deze jongeren was 45% onder invloed van alcohol en 55% onder invloed van drugs, al dan niet in combinatie met alcohol.

De SWOV, het Trimbos-instituut en stichting TeamAlert hebben samen een infosheet opgesteld waarin de belangrijkste feiten over rijden onder invloed zijn samengevat, vooruitlopend op een wetsvoorstel hierover dat binnenkort wordt besproken in de Tweede Kamer.

Vooral de mannen van 25-35 jaar die vaak naar party’s en festivals gaan, stappen vaker onder invloed – veelal van XTC – achter het stuur. Dat vooral deze drug het meeste voorkomt is op zich niet verrassend, gezien het hoge gebruik van XTC onder uitgaanders die vaak naar party’s en festivals gaan. Dat juist partybezoekers vaak onder invloed rijden, vaker dan disco- en kroegbezoekers, heeft er ook mee te maken dat party’s en festivals vaak op buitenlocaties plaatsvinden en publiek trekken vanuit een groot gebied. De mogelijkheid om per openbaar vervoer, per fiets of lopend naar huis te gaan is dan minder vaak aanwezig dan bij clubs die zich in de stad bevinden.

Verschillende drugs hebben verschillende effecten, ook op de rijvaardigheid, zo meldt de infosheet. Het gebruik van cannabis kan leiden tot verminderde concentratie, een lagere reactiesnelheid en meer slingerbewegingen. Bestuurders die alleen cannabis hebben gebruikt, lijken zich daar meestal wel van bewust te zijn en proberen voorzichtiger te gaan rijden. Ondanks het aangepaste gedrag is het risico te vergelijken met rijden na het drinken van een paar glazen alcohol. Wie zowel heeft geblowd als gedronken, neemt aanzienlijk grotere risico’s.

Onder invloed van cocaïne en amfetamine kunnen bestuurders het gevoel hebben dat ze nog prima in staat zijn te rijden, doordat deze drugs voor een gevoel van alertheid zorgen. Cocaïnegebruik leidt weliswaar tot een hogere reactiesnelheid, maar dit effect weegt niet op tegen negatieve effecten zoals het nemen van meer risico’s en sneller en agressiever rijden.

Diegenen die onder invloed van een combinatie van cocaïne/amfetamine en alcohol achter het stuur stappen, lopen het meeste risico op een ernstig verkeersongeval. Geschat wordt dat dit risico 20 tot 200 keer hoger is dan in nuchtere toestand.

GHB heeft een verdovend effect. Bestuurders maken eerder fouten bij complexe verkeerssituaties en kunnen verkeerssignalen ook gemakkelijker over het hoofd zien. Er is nauwelijks informatie met betrekking tot GHB-gebruik in het verkeer, maar uit onderzoek onder ernstig gewonde automobilisten blijkt dat GHB-gebruik wel degelijk een rol speelt bij verkeersongevallen.

Onder invloed van XTC wordt de opname van informatie vanuit de omgeving en de ruimtelijke oriëntatie minder, het wordt moeilijker om de aandacht te verdelen en de perceptie van bewegingen wordt minder. Wie deelneemt aan het verkeer kan daardoor risico’s minder goed inschatten en overschat zichzelf gemakkelijker.

Van de nieuwe wetgeving die binnenkort in de Kamer wordt behandeld zal vermoedelijk al een afschrikwekkend effect uitgaan, zo veronderstellen de drie organisaties. Er worden wettelijke limieten voorgesteld voor stoffen waarmee vijf verschillende drugs kunnen worden aangetoond: amfetamines, cocaïne, heroïne, THC en GHB. Voor combinatiegebruik van deze drugs of met alcohol wordt voorgesteld een nullimiet aan te houden.

Het afschrikwekkende effect kan vergroot worden door de invoering van de wet met veel publiciteit te omkleden, zodat verkeersdeelnemers op de hoogte zijn van de wet ter bevordering van de aanpak van dru

Onderwerpen: ,

Auteur: Redactie

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.