Zijn mannen het probleem voor de verkeersveiligheid?
In 2011 kwamen bijna 30.400 mensen om het leven in de EU. Ongeveer 7200 vrouwen en 23.200 mannen. Van de totale bevolking in de EU is 51% vrouw. Van het totale aantal dodelijk verkeersslachtoffers is 24% een vrouw. Zijn de mannen het probleem als het gaat om verkeersveiligheid?
Die vraag stelt zich de European Transport Safety Council die deze cijfers verzamelde. De cijfers zijn de laatste jaren niet aanzienlijk veranderd, zij het dat het aantal dodelijke vrouwelijke slachtoffers sinds 2001 met 4 procentpunten meer is gedaald dan het aantal mannelijke verkeersdoden. Mannen hebben nu een driemaal zo hoge kans om dodelijk te verongelukken als vrouwen. Als alle EU-inwoners hetzelfde verkeersgedrag zouden vertonen als vrouwen, zou het aantal verkeersdoden over heel Europa 20% lager liggen dan in landen als Zweden, Engeland en Nederland.
Mannen worden meestal slachtoffer als bestuurders of motorrijder, vrouwen als voetgangers of autopassagier. Er zijn volgens de ETSC veel aanwijzingen dat mannen vaker bij botsingen zijn betrokken dan vrouwen. Bovendien gebeuren die botsingen eerder na het behalen van het rijbewijs en zijn mannen vaker de veroorzaker van een botsing dan vrouwen. Vrouwen rijden minder riskant, vooral als gaat om snelheid en ze hebben een positievere houding ten aanzien van verkeersregels en veiligheid.
Volgens de ETSC moeten er bij het verkeersveiligheidsonderzoek meer rekening worden gehouden met de verschillen in ongevalsbetrokkenheid van mannen en vrouwen. Als voorbeeld noemt men onderzoek naar de veiligheid van autoinzittenden, dat meer toegespitst kan worden op biomechanische eigenschappen van vrouwen.
