Verschraling OV

Vervoerregio’s ontevreden over kabinetsvoorstel financieel vangnet

Vivianne Heijnen tijdens een debat in de Tweede Kamer. Foto: ANP /
Vivianne Heijnen tijdens een debat in de Tweede Kamer. Foto: ANP / Hollandse hoogte / Peter Hilz

De provincies, de Vervoerregio Amsterdam en de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag uitten ongenoegen over het nieuwe kabinetsvoorstel voor het openbaar vervoer. Het nieuwe voorstel remt volgens de decentrale overheden de ontwikkeling van het OV.

Na diverse Kamervragen kwam het Kabinet eind juni tot het inzicht dat 2023 voor de OV-sector toch een transitiejaar moet vormen. Staatssecretaris Heijnen besloot echter niet om alsnog haar bijdrage in het eerder gezamenlijke ontwikkelde maatregelenpakket in te vullen: een garantstelling van maximaal € 500 miljoen.

Heijnen legde in plaats daarvan een nieuw voorstel aan de gesprekspartners voor, met een omvang van slechts € 150 miljoen voor de hele OV-sector en een fors aanvullend eisenpakket ten opzichte van het maatregelenpakket dat eerder klaarlag voor besluitvorming.

Transitieregeling

“Met deze transitieregeling kunnen de treinen, bussen, trams en metro’s volgend jaar blijven rijden. Fors schrappen in de dienstregelingen is voor mij geen optie. We zien dat reizigerspatronen veranderen en dat mensen bijvoorbeeld vaker thuiswerken. De transitieregeling 2023 is bedoeld om de OV-sector te helpen vraag en aanbod beter op elkaar af te stemmen. Het geeft vervoerders zekerheid voor komend jaar. Partijen die van de regeling gebruik willen maken, kunnen zich hiervoor aanmelden”, zegt Heijnen.

De voorgestelde transitieregeling biedt, volgens het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, de OV-bedrijven zekerheid voor de meest sombere prognose over de reizigersaantallen in 2023. De prognoses voor 2023 lopen namelijk uiteen. Zo voorspelt het Kennisinstituut voor Mobiliteit (KiM) dat de reizigersaantallen volgend jaar bijna weer op het niveau van 2019 zullen uitkomen, terwijl de regionale vervoerders en NS verwachten dat er nog steeds fors minder reizigers dan voor de pandemie met het OV zullen reizen.

Omdat in alle prognoses een grote onzekerheidsfactor zit, heeft het ministerie de transitieregeling uitgewerkt. Met de regeling staat het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat garant voor maximaal 150 miljoen euro. Hiermee worden mogelijke tekorten bij het meest sombere scenario in 2023 voor tweederde afgedekt.

Na grondige bestudering komen de provincies en vervoerregio’s echter tot de conclusie dat het nieuwe voorstel van staatssecretaris Heijnen de komende jaren het OV niet kan redden van verschraling noch helpt het de sector om door te ontwikkelen. Het voorstel zet misschien in 2023 nog een rem op de verdere verschraling van het openbaar vervoer. Maar het biedt voor de daarop volgende jaren in financieel en maatschappelijk opzicht geen perspectief.

Teleurgesteld

Met het voorstel kunnen de OV-bedrijven hun personeel ook geen zekerheid geven op een toch al krappe arbeidsmarkt. Verdere afschalingen blijven op de loer liggen in komende jaren. Bovendien legt het voorstel ook in 2023 nog een deken over de doorontwikkeling van de OV-markt, omdat het kabinet extra reizigersopbrengsten volledig wil minderen op haar bijdrage. Terwijl deze ontwikkeling juist in deze periode van herstel en doorgroei in verband met de woonopgave en de klimaat- en energietransitie noodzakelijk is. Daarom kunnen de gezamenlijke provincies en de Vervoerregio Amsterdam en Metropoolregio Rotterdam-Den Haag niet instemmen met het nieuwe kabinetsvoorstel.

Melanie van der Horst, wethouder verkeer van gemeente Amsterdam, is ook ontevreden over de voorstellen van het Rijk. “Ik ben teleurgesteld in het resultaat van een half jaar onderhandelen. De reizigers in de Vervoerregio worden hier de dupe van. Er lag vanuit alle regionale overheden een goed pakket aan maatregelen waarmee we het openbaar vervoer weer aantrekkelijk konden maken en we een goede dienstregeling konden aanbieden. En waarmee we een bijdrage konden leveren aan maatschappelijke uitdagingen als bereikbaarheid stikstof, duurzaamheid en woningbouw. Juist in de Amsterdamse regio van groot belang. Het uiteindelijke bod van de staatssecretaris biedt dat perspectief niet. Het biedt te weinig geld met onwerkbare voorwaarden. Ik roep haar op om alsnog met een beter voorstel te komen”.

Lange onderhandelingen

De afwijzing van het nieuwe Kabinetsvoorstel komt na ruim een half jaar besprekingen tussen het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, de OV-bedrijven en de decentrale overheden. In de eerste fase van dit overleg ontwikkelden de partijen samen een passend maatregelenpakket voor 2023. Hierin waren bijdragen en inspanningen van overheden en OV-bedrijven voorzien en een garantstelling van het kabinet van maximaal € 500 miljoen. Daarmee kon het huidige OV in stand blijven, en kon het OV in 2023 de weg terug naar het voorzieningenniveau van 2019 weer opzoeken.

De voorstellen betroffen ook maatregelen om het OV extra aantrekkelijk te maken voor reizigers, en het werkklimaat en productiviteit in de sector te verhogen. Toen dit pakket medio april ter besluitvorming voorlag bleek het kabinet niet bereid tot haar deel van het pakket. De decentrale overheden zagen zich vanwege ontbrekende financiële zekerheden gedwongen hun vervoerplannen voor 2023 daarop aan te passen, onder andere via verdere versoberingen.

De vervoerregio’s gaan dit voorstel verder bestuderen en met de vervoerders bespreken op welke manier ze het kunnen gebruiken en welke gevolgen dit gaat hebben voor de dienstregeling.

Lees ook:

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Maak gebruik van de exclusieve aanbieding

Bekijk de aanbieding

Auteur: Sander Van Vliet

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.