Geen ontslagvergoeding voor Arriva-chauffeur na rechtszaak

Arriva hoeft een buschauffeur die eind vorig jaar op staande voet ontslagen werd na tal van incidenten geen ontslagvergoeding te betalen. Dat heeft de rechtbank Limburg bepaald na een rechtszaak die de oud-werknemer had aangespannen.

De man was al sinds 2011 in dienst bij Arriva en rechtsvoorganger Veolia. De eerste jaren verliep het dienstverband zonder problemen, maar in 2018 veranderde dat. De chauffeur plakte meerdere malen beveiligingscamera’s in zijn bus af liet passagiers herhaaldelijk gratis reizen.

Toen Arriva de afgeplakte camera’s begin 2018 ontdekte volgde er een gesprek met de chauffeur. Daarin gaf hij toe dat hij minimaal drie keer een camera had afgeplakt. Hij kreeg vervolgens een waarschuwing. Een nieuw incident zou leiden tot ontslag.

Gratis reizen

Begin vorig jaar werd de man kort geschorst nadat Arriva van passagiers te horen had gekregen dat ze gratis mee mochten reizen. Camerabeelden bevestigden die meldingen. De chauffeur erkende dat hij mensen niet liet betalen: hij vond de incheckapparatuur te vies. Arriva had in zijn ogen moeten zorgen voor betere schoonmaak en dat vertelde hij ook herhaaldelijk aan reizigers en hij deed een melding bij de Arbeidsinspectie. Het vervoersbedrijf liet de man weten dat er in de bussen altijd voldoende schoonmaakmiddelen zijn. Ook de Arbeidsinspectie bevestigde dat Arriva voldoende maatregelen nam.

In juni 2021 kreeg de chauffeur een laatste officiële waarschuwing, nadat hij een paar maanden eerder niet was ingegaan op een voorstel van Arriva om het arbeidscontract te beëindigen.

Eind september was er een nieuw incident. De chauffeur liet op eigen gezag een deel van zijn rit vervallen omdat zijn pauze anders in het gedrang zou komen door een vertraging op zijn route. Volgens Arriva had hij die vertraging deels zelf veroorzaakt door te laat te vertrekken. Voor het vervoersbedrijf was het de laatste druppel. Op 30 september is de man op staande voet ontslagen. Een maand later herhaalde Arriva die opzegging nog een keer omdat de vervoerder de inmiddels oud-chauffeur ervan verdacht dat hij de auto van een voormalig leidinggevende bekrast zou hebben.

Tienduizenden euro’s

Tijdens de zitting ontkende de oud-chauffeur de bekrassing. Ook had hij een andere lezing over het pauze-incident. Hij zou van zijn leidinggevende toestemming hebben gehad om het probleem op te lossen zoals hij voorgesteld had. Hij legde zich niettemin meer bij zijn ontslag, maar eiste wel in totaal enkele tienduizenden euro’s aan ontslagvergoeding.

Bij de rechtbank ving hij bot. De man krijgt geen vergoeding, maar moet de proceskosten betalen aan zijn vroegere werkgever en daarbovenop ook nog een bedrag dat gelijk is aan één termijn van zijn vroegere bruto maandsalaris. Arriva had om dat laatste gevraagd. Dat bedrag geldt als het loon voor de termijn van opzegging die de chauffeur zelf bij reguliere opzegging in acht had moeten nemen.