Beperkt effect gemeten van intensieve verkeerscontroles op A7

a7Of de intensieve verkeerscontroles op de A7 hebben geleid tot minder ongevallen is niet duidelijk. Door de onbetrouwbaarheid van de ongevallencijfers zijn er nauwelijks harde conclusies te trekken.

In project A7-Veilig werkten Rijkswaterstaat Noord-Nederland, Politie Fryslân, Regiopolitie Groningen, het KLPD, Openbaar Ministerie, Landelijk Parket Team Verkeer en de provincies Fryslân en Groningen samen aan de verbetering van de verkeersveiligheid op de rijksweg A7, van de Afsluitdijk tot Bad Nieuweschans.

De politie was gedurende het project bijna dagelijks aanwezig op de A7 met opvallende en onopvallende controles. Dat leidde onder andere tot duizenden staandehoudingen, invordering van rijbewijzen en bekeuringen voor te hard rijden.

Mede naar aanleiding van de enquêtes van A7 Veilig verlegde de politie in het tweede jaar het accent van de controles van snelheid naar asociaal en gevaarlijk rijgedrag, zoals bumperkleven, hinderen bij het wisselen van rijstrook, en handheld bellen.

De projectpartners hebben vier keer onderzoek laten doen naar het effect van hun inzet. In dat onderzoek werden snelheidsgegevens en ongevallencijfers als indicatoren van het verkeersgedrag op de A7 gebruikt.
De gemiddelde snelheid is tijdens de 1- en 2-meting is gedaald. Voor de 3- en 4-meting geldt het tegenovergestelde. Hier is de snelheid gestegen.

Het grootste effect op de snelheid deed zich het eerste jaar voor bij hardrijders die in de rustige uren die boven de 120 km/uur reden, dat aantal daalt met 15%.

Uit de metingen blijkt verder dat na invoering van invoering van de 130 km/uur is de gemiddelde snelheid op de A7 is steeg, maar daarna weer afnam en per saldo nauwelijks is toegenomen. Nog niet duidelijk is of dat overeenkomt met een landelijke trend.

Het effect van A7 Veilig op de ongevallen is niet duidelijk. De registratie van ongevallen wordt in twee databases opgeslagen. Ten eerste door de politie in de BRONdatabase en ten tweede door de verkeercentrales in de Incident-database. Er is voor gekozen om binnen dit onderzoek alleen gebruik te maken van de Incident-database. Dit omdat de registratie van de politie de laatste jaren sterk afneemt, waardoor de kwaliteit en betrouwbaarheid van de BRON-database niet consequent is, zo meldt het onderzoekrapport.

Op de A7 is het aantal melden in de Incident-database gedaald sinds de start van het project A7 Veilig.

Maar zo meldt het rapport:

‘Er kunnen geen harde conclusies aan de uitkomsten verbonden worden. De gemeten snelheidsverschillen zijn beperkt en wat betreft de ongevallen is de lengte van de referentietrajecten kort in vergelijking met de lengte van de A7.’

Rijkswaterstaat concludeert hieruit desondanks dat het erop wijst dat het project A7 Veilig zijn vruchten heeft afgeworpen.

Ook weggebruikers en publiek konden laten weten hoe ze de verkeersveiligheid op de A7 hebben ervaren. Zij konden ook meerdere keren een enquête invullen op de website van A7 Veilig. Uit de ruim 7500 ingevulde enquêtes blijkt echter dat het onveiligheidsgevoel niet wezenlijk is veranderd ten opzichte van december 2011.

Onderwerpen:

Auteur: Redactie

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.