Experiment met verhandelbare parkeerrechten geslaagd

De eerste resultaten van een proef met verhandelbare parkeerrechten zijn ‘veelbelovend’. Dat melden de betrokken partijen, de Vrije Universiteit Amsterdam (VU) en De Verkeersonderneming. De resultaten geven aan dat het instrument werkt zoals bedoeld, en door deelnemers ook zo begrepen wordt. Experimen­teren met toepassingen in werkelijk mobiliteitsgedrag wordt daarmee een interessante vervolgstap.

Verhandelbare verkeersrechten vormen een soort middenweg tussen een beloningsproject en rekeningrijden. Het idee is dat wanneer een kleiner aantal rechten worden uitgegeven dan er auto’s op de weg zijn, handel in verkeersrechten wordt gecreëerd. Wie minder rijdt dan het gekregen aantal rechten, kan rechten verkopen en wordt zo per saldo beloond; wie meer rijdt koopt per saldo bij.

Allereerste experiment

Eind 2017 voerde de VU en De Verkeersonderneming het allereerste experiment op dit gebied uit in de Rotterdamse regio. Het doel was om te onderzoeken hoe mensen reageren op het mechanisme van verhandelbare rechten. Deelnemers deden mee in een virtueel parkeerexperiment. Daarbij kregen ze een startbudget plus zes parkeerrechten. Vervolgens konden ze twee weken lang iedere werkdag kiezen hoe ze wilden betalen voor een denkbeeldige parkeerplaats: door het gebruik van een parkeerrecht, of door het betalen van het dagtarief.

De dagtarieven varieerden over de verschillende werkdagen, in een volgorde die verschilde over de deelnemers. Maar het was aan het begin van de week voor de deelnemer al duidelijk welk dagtarief op welke dag zou gelden. Parkeerrechten konden ze daarentegen op elk moment kopen of verkopen, tegen een koers die afhankelijk van het handelsbedrag van de deelnemers veranderde. Deelnemers kregen het bedrag dat zij aan het eind van het experiment over hadden, uitbetaald. Zo hadden ze een echte prikkel om het spel serieus te spelen.

In overeenstemming

In totaal speelden 64 deelnemers beide weken mee, wat overigens wel minder is dan de 500 mensen die benaderd zijn. De VU had berekend dat als ze het spel ‘optimaal’ speelden, ze per week rond de 10 euro konden overhouden. Gemiddeld hielden de deelnemers na de eerste week 7,38 euro over en na de tweede week  8,40 euro. De prijs van rechten bleef daarbij goeddeels binnen de theoretisch verwachte range, terwijl 93 procent van alle virtuele parkeerbeslissingen in overeenstemming was met de bedoelde werking van verhandelbare mobiliteitsrechten.

De eerste resultaten zijn veelbelovend, melden de onderzoekers. Ze geven volgens de onderzoekers aan dat het instrument werkt zoals bedoeld, en door deelnemers ook zo begrepen wordt. Experimen­teren met toepassingen in werkelijk mobiliteitsgedrag wordt daarmee een interessante vervolgstap.

Meer experimenten

Het experiment maakt deel uit van een groter project U-Smile, waarin gezocht wordt naar andere manieren om met mobiliteit om te gaan. Verhandelbare rechten vormen daarin het centrale thema. De komende jaren worden meer experimenten en modelstudies op dit thema uitgevoerd, ook in de praktijk.

Het idee van verhandelbare mobiliteitsrechten is op zich niet nieuw. Er wordt al tientallen jaren op gestudeerd in wetenschappelijk kring. In de 60-er jaren van de vorige eeuw werd al geopperd om schaarse wegcapaciteit op die manier toe te delen. En in 1996 verscheen al een eerste studie van de VU Amsterdam over de mogelijke effecten van ‘Tradeable permits’.

Auteur: Jan Pieter Rottier

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.