woon-werkverkeer

Weinig Belgische werknemers gebruiken mobiliteitssubsidie

Beeld: een file in Brussel
Een file in Brussel. Foto ter illustratie Shutterstock, Alexandros Michailidis

Slechts weinig Belgen maken gebruik van het mobiliteitsbudget van de overheid, zo blijkt uit onderzoek. Met dat budget, dat sinds 2019 bestaat, ruilen medewerkers hun (recht op een) bedrijfswagen in voor een budget waarmee ze zelf hun woon-werkverkeer kunnen verduurzamen. Wie het budget wel gebruikt, besteedt dat vooral aan huisvesting dichterbij het werk.

In 2022 maakte slechts 0,2 procent van de medewerkers gebruik van het mobiliteitsbudget, in 2023 is dat 0,4 procent. Dat blijkt uit onderzoek van HR-dienstverlener SD Worx op basis van een analyse van ruim een miljoen werknemers.

Waar de werknemer zijn budget aan kan besteden, ligt aan de opties die de werkgever hem biedt. In 2023 gebruikte 77 procent van de gebruikers zijn mobiliteitsbudget voor huur of een hypotheek. Dat is een optie voor wie binnen een straal van 10 kilometer van zijn werk woont. In 2021 was dit percentage nog 45 procent van de werknemers, in 2022 was dit 52 procent.

Huisvestingskosten

Na huisvestingskosten wordt het meeste geld uitgegeven aan fietsen. Het gaat dan om fietsaankopen, abonnementen of deelfietsen. De werknemers kunnen het geld daarnaast besteden aan bijvoorbeeld een ov-abonnement, een speedpedelec of een duurzame auto.

Het mobiliteitsbudget is begrensd. Voor 2023 bedroeg het minimaal 3.000 euro en maximaal 16.000 euro. Voor 2024 worden deze bedragen nog vastgesteld. Hoeveel een werknemer op zijn rekening krijgt, hangt af van hoeveel de werkgever aan de bedrijfsauto kwijt was.

Lees ook:

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Maak gebruik van de exclusieve aanbieding

Bekijk de aanbieding

Auteur: Laura Houtenbrink