Proeftuinen elektrisch rijden lopen stroef
Elektrische voertuigen zijn goed inzetbaar als lease-, pool- en deelauto. In het afgelopen jaar zijn uit negen proeftuinprojecten positieve resultaten geboekt met elektrische en hybride voertuigen. Dat meldt AgentschapNL (inmiddels Rijksdienst voor Ondernemend Nederland) in een tussentijdse evaluatie. Maar veel van die projecten kampen met vertraging en technische problemen.
In 2009 initieerde het toenmalige ministerie van Verkeer en Waterstaat het ‘Proeftuinprogramma hybride en elektrisch rijden’. Met 10 miljoen euro subsidies zijn in de afgelopen jaren negen projecten met elektrische voertuigen mogelijk gemaakt. Het ging onder meer om elektrische greenwheelauto’s, elektrische greencab-taxi’s, stadsdistributievoertuigen en een elektrische vuilnisauto.
Positief is volgens de evaluatie dat de investeringen van de overheid in de proeftuinen hebben geleid tot een veelvoud van investeringen van private partijen in voertuigen, laadpunten, research & development en communicatie. De gebruikers zijn over het algemeen redelijk tevreden over de voertuigen En ook in milieuopzicht scoorden de projecten gunstig. Zowel volledige elektrische voertuigen als plug-in hybride voertuigen zijn altijd schoner zijn dan vergelijkbare conventionele voertuigen. Zelfs als met plug-in hybride voertuigen niet elektrisch wordt gereden.
Daar staat tegenover dat de proeftuinprojecten elektrische stadsdistributie allemaal grote vertraging opliepen door technische en organisatorische perikelen. Sommige projecten zijn pas eind 2013 van de grond gekomen.
Het greenwheelproject mislukte en is inmiddels gestaakt. De kosten bleken te hoog en de klanten zaten er niet op elektrische auto’s te wachten. De greencabtaxi’s waren ook geen succes. Een lonende exploitatie bleek niet mogelijk. Elektrische taxi’s zijn wellicht wel haalbaar voor contractvervoer, zo luidt de conclusie van de evaluatie.
De elektrische vuilniswagen deed het beter. Die kon het werk goed uitvoeren maar door de beperkte actieradius is de kostprijs is per lediging wel 34% hoger.
Het proeftuinproject ‘Rotterdam Test Elektrisch’ leverde verder nog een aantal opvallende lessen op ten aanzien van de inzetbaarheid van elektrische voertuigen. Zo is bij een buitentemperatuur van 15 graden het energieverbruik 40% lager dan bij nul graden. Een zuinige rijstijl in plaats van onzuinige rijstijl scheelt 20% 30% in het energieverbruik. En het zuinigste merk is biedt 1520% minder energieverbruik dan het minst zuinige merk. En rijden op de snelweg vraagt zo’n 15 tot 20% meer energie.
Op basis van inzetbaarheid en actieradius zou 60% van de lichte bestelvoertuigen van de gemeente Rotterdam elektrisch kunnen rijden.
Voorlopige conclusie is dan ook dat elektrisch vervoer het best kan worden ingezet voor specifieke toepassingen waarbij de benodigde actieradius niet te groot is en de ritten goed in te plannen zijn.
