Meer dan een week per jaar in de file
De meeste kans op vertraging heeft de automobilist op dinsdagavond tussen 17:00 en 18:00 uur in Amsterdam waar een ritje 56% meer tijd kost dan zonder congestie. Gemiddeld verlies je als automobilist 65 uur per jaar in de file. Dat blijkt uit de Traffic Scorecard van INRIX, een Amerikaans bedrijf dat zijn best doet de Nederlandse verkeersinformatiemarkt te veroveren.
Verkeersinformatie is inmiddels inzet van een heftige concurrentiestrijd tussen verschillende dataleveranciers die de data op verschillende manieren te gelde proberen te maken. Spelers zijn onder meer TomTom en de VID. Daarnaast heeft het Nationale Data Warehouse van de overheid de taak meekregen de data uit detectielussen en andere bronnen toegankelijk te maken voor iedereen. En sinds kort is dus ook het Amerikaanse bedrijf INRIX de markt aan het bewerken.
Inzet is de leverantie van verkeersinformatie aan de automobilist, maar ook het leveren van data aan wegbeheerders voor verkeersmanagement en verkeeronderzoek. TomTom gebruik daarvoor bijvoorbeeld de data die wordt binnengehaald via de TomTom’s in auto, de VID werkt met bluetoothkastjes langs de weg. INRIX zegt zich vooral te baseren op informatie die wordt binnengehaald via GPS-kastjes in commerciële voertuigen, zoals taxi’s en transportbedrijven. Daarmee kan het bedrijf naar eigen zeggen data leveren van de grote steden in Nederland. Onder meer de ANWB maakt daar sinds kort gebruik van voor de verkeersinformatie.
Op basis van die data heeft INRIX een toptien opgesteld van steden met de meeste congestie. Na Amsterdam, Den Haag en Rotterdam volgen Arnhem, Utrecht, Breda, Apeldoorn, Eindhoven, Leeuwarden en Enschede. In Amsterdam bijvoorbeeld spenderen automobilisten gemiddeld 65 uur per jaar in de file, in Enschede 28 uur per jaar.
Ook de ergste knelpunten zijn in kaart gebracht, met voorop Ringweg-Noord (Coenplein-Oost-Zamerwerf) en op nummer 2 de A44 bij Den Haag. Op nummer drie staat de Einsteinweg in Amsterdam. Gemiddeld doet een ritje in de spits in de hele Benelux 21,1 procent langer dan buiten de spits.
