Den Haag: 50 procent meer fietsverplaatsingen in 2040

Van alle Nederlandse steden kent Den Haag de meeste vertraging, als we TomTom mogen geloven. Helemaal als een verassing kwam die recente mededeling niet. Even ervoor luidde wethouder Robert van Asten al de noodklok. “Het is tijd voor actie”, waarschuwde hij. Nou, die actie gaat er komen. Onder meer in de vorm van allerlei fietsstimuleringsmaatregelen. Inzet: 50 procent meer fietsverplaatsingen in 2040.

Gemiddeld 28 procent extra reistijd. Zoveel ben je kwijt als je tijdens de spits in Den Haag met de auto rijdt. Automobilisten stonden in de Hofstad over heel 2018 gemiddeld 130 uur lang stil in het verkeer. Navigatie-expert TomTom bracht het nieuws groot.

Nieuw was de boodschap niet voor wethouder Robert van Asten (mobiliteit). Ja, hij zou er vast van geschrokken zijn, maar nieuw? Nee, dat niet. Even daarvoor zocht hij de publiciteit met de ‘mobiliteitstransitiebrief’. Hierin trekt wethouder aan de alarmbel over de bereikbaarheid van Den Haag in, het is dichterbij dan het lijkt, 2040. “We stevenen af op een structureel verkeersinfarct in de stad”, zei hij hierover. “Het is tijd voor actie.”

De ANWB, VNO-NCW en de HTM onderschrijven de brief en willen zich, beloofden ze, inzetten bij het tot stand komen van de mobiliteitstransitie.

Speciale plek

De brief strooit met noodkreten. “Het OV-netwerk kraakt in zijn voegen.” “Op drukke punten in de stad ontstaan in ochtend- en avondspits fietsfiles.” “Om het groeiend aantal auto’s (bij ongewijzigd beleid) te kunnen stallen is het oppervlak nodig van naar schatting 100 voetbalvelden.” En, ten slotte: “Niets doen is geen optie.”

Het vervolg van het document is gereserveerd voor een visie op hoe het anders moet. De fiets, die heeft een speciale plek. “Mensen kiezen steeds vaker voor de (elektrische) fiets voor verplaatsingen in de stad en regio omdat het snel, gemakkelijk en gezond is.”

Vanzelfsprekend

In de kadernota “Ruim baan voor de fiets”, die net is verschenen, is een en ander uitgewerkt. Het college zet in, schrijft het, op een groei van het aantal fietsverplaatsingen met 25 procent in 2030 en met 50 procent in 2040. Ten opzichte van 2018 voor de duidelijkheid. Hiermee zal het aandeel van de fiets in de verplaatsingen in Den Haag toenemen van circa 20 procent van de verplaatsingen nu, naar circa 25 procent van de verplaatsingen in 2040.

Mensen kiezen pas voor de fiets als het gebruik daarvan veilig voelt en comfortabel is

“Onze ambitie is dat Den Haag een echte fietsstad wordt, voor álle Hagenaars”, zegt Van Asten hierover. “In 2040 is de fiets het belangrijkste vervoermiddel in de stad. Een keuze voor de fiets is comfortabel, veilig, schoon en vanzelfsprekend.”

Vier pijlers heeft die nota. De eerste: aantrekkelijke en veilige fietsroutes. Mensen kiezen pas voor de fiets als het gebruik daarvan veilig voelt en comfortabel is, is de achterliggende gedachten. Dat betekent onder meer: versterken van de fietsroutes in de stad, fietsers meer ruimte geven in het centrum en conflicten tussen fietsers en voetgangers verminderen.

Slachtoffers

Tweede pijler laat zich beschrijven als gemakkelijk fietsparkeren. Idee is dat goede oplossingen voor fietsparkeren het gebruik van de fiets aantrekkelijker maken. Het college zet daarom onder andere in op: voldoende en aantrekkelijke parkeergelegenheden bij belangrijke bestemmingen, het verbeteren van de overstap tussen fiets en OV, en goede parkeervoorzieningen bij nieuwbouw en transformatie.

Aan de stijging van het aantal verkeersslachtoffers moet iets gebeuren vindt het college, vandaar de derde pijler: veiligheid. Kernpunten: proactieve aanpak voor minder ongevallen en het stimuleren van veilig fietsgedrag en fietsvaardigheid.

Om alle plannen werkelijkheid te laten worden, moet de gemeente 40 miljoen euro bijdragen

Vierde en laatste pijler slaat op ‘evangelisatie’: mensen warm maken voor de voordelen van de tweewieler. Dat vraagt: gericht stimuleren van fietsen in wijken met laag fietsgebruik en de plek van de fiets binnen mobiliteitsmanagement vergroten.

Eneco

Hoe zit het met het geld? Om alle plannen werkelijkheid te laten worden, moet de gemeente, over de jaren 2019 tot en met 2022, 40 miljoen euro bijdragen. Dat is 10 miljoen euro per jaar. In het coalitieakkoord 2018-2022 is een bedrag van 15,2 miljoen euro beschikbaar gesteld voor nieuwe fietsinvesteringen, zo valt te lezen in de nota. Ook is, blijkt verder, afgesproken dat 50 procent van de opbrengsten uit de verkoop van Eneco beschikbaar worden gesteld voor duurzame mobiliteit, waaronder de fiets.

Wat vindt de Raad? Na de zomer, in september waarschijnlijk, komt die met een reactie.

Onderwerpen: , , , ,

Auteur: Jan Pieter Rottier

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.