Kabinet tempert verwachtingen voor snellere trein Zwolle-Münster

Het kabinet lijkt niet enthousiast over de plannen voor een directe treinverbinding tussen Zwolle en Münster. Hoewel een besluit voor eventuele financiering aan de nieuwe regering wordt overgelaten, is op voorhand al een winstwaarschuwing afgegeven. Een snellere verbinding Zwolle-Enschede-Münster vraagt om een investering van 3,5 miljard euro.

Staatssecretaris Steven van Weyenberg (Infrastructuur en Waterstaat) tempert in een Kamerbrief alvast de verwachtingen voor als er een nieuw kabinet is. “Zo heeft het Duitse ministerie al eerder aangegeven dat deze internationale verbinding geen prioriteit heeft. Daarnaast geldt dat voor dit project omvangrijke investeringen nodig zijn, ook wanneer sprake is van cofinanciering vanuit Europa. En zoals bekend zijn de middelen binnen het Mobiliteitsfonds momenteel schaars.”

Er is al wel een voorverkenning uitgevoerd door spoorbeheerder ProRail naar elektrificatie van het spoor tussen Enschede en de Duitse grens. Dit is noodzakelijk om de verbinding met Münster te behouden. De oosterburen hebben inmiddels namelijk besloten om vanaf 2028 het spoor richting Overijssel te elektrificeren. De resultaten van de verkenning worden komend voorjaar besproken.

Europese subsidie

Met aanpassingen aan het spoor in Overijssel en ander materieel zou de reistijd tussen Zwolle en Enschede met een half uur afnemen en op termijn ook de reistijd tussen Amsterdam en Berlijn via Hengelo onder de vijf uur duiken. Bovendien zou de overstap in Enschede van en naar Duitsland hiermee verdwijnen. Nu stapt driekwart van de reizigers tussen Enschede en Münster op eerstgenoemde station over van of naar Nederlandse treinen.

Projectpartners Euregio, Zweckverband Nahverkehr Westfalen-Lippe (NWL), regio Twente en de provincie Overijssel trekken samen op voor de realisatie van de verbinding. Zij riepen eerder dit jaar op om de corridor Zwolle-Enschede-Münster op te nemen als onderdeel van het Trans-Europese Netwerk voor Transport (TEN-T), waarmee de Europese Unie nationale netwerken voor goederen- en reizigerstransport tot een gezamenlijk netwerk wil verbinden. Als stimulans daarvoor wordt subsidie beschikbaar gesteld.

VVD-Kamerleden Peter de Groot en Fahid Minhas namen dit verzoek begin november over in een motie, maar die werd aangehouden omdat zowel het Nederlandse als Duitse kabinet een demissionaire status had.

Weert-Hamont

Het is niet het enige besluit dat aan het nieuwe kabinet wordt overgelaten. Dit geldt ook voor reactivatie van de spoorlijn tussen Weert en Hamont voor reizigersverkeer, vanwege de omvangrijke investering die hiermee gemoeid gaat. De maatschappelijke kosten en batenanalyse laat zien dat investeringen de opbrengsten ver overschrijden.

Verder bevindt zich op dit moment een marktverkenning in de afrondende fase waar in beeld wordt gebracht hoe aannemelijk het is dat vervoerders vanaf 2025 internationale treinverbindingen in open toegang willen rijden. Ook in dit geval is het aan een nieuw kabinet om op basis hiervan een verdere strategie te bepalen, schrijft de staatssecretaris.

Hoewel de kabinetsformatie al sinds maart aan de gang is, lijkt het er intussen wel op dat er voor de kerstdagen een regeerakkoord ligt.

Lees ook:

• ‘Trein tussen Randstad, Twente en Duitsland kan en moet sneller’
• Reistijd trein naar Berlijn pas tussen 2026 en 2030 half uur korter